heid weer te gedogen. Illegalen bleven illegaal, stel je voor, maar zij verwierven ook rechten: op bijstand, gezondheidszorg, rechtsbijstand, onderwijs en huisvesting. Officieel mochten ze niet werken, maar velen droegen wel inkomstenbelasting en premies af. Er ontstond dus weer een omvangrijke illegaliteit en semi-legaliteit. Hoeveel ‘papierlozen’ Nederland nu telt, is uit de aard der zaak onbekend, maar waarschijnlijk gaat het om minstens vijftigduizend.
Het nieuwste wapen tegen illegaliteit is de Koppelingswet. Door bestanden met elkaar te verbinden, worden subjecten - legalen en illegalen gelijk - doorzichtig: het ene overheidsloket weet wat het andere doet. Zo komt in principe een eind aan het, uit onwil en onmacht, gedogen van illegalen: de wet ontneemt hun de middelen om hier te blijven. Alleen rechtsbijstand, beperkte gezondheidszorg en dito onderwijsmogelijkheden voor de kinderen blijven overeind. De overheid sluit niet de landsgrenzen, waakt evenmin op straat of in de tram over de rechtmatigheid van ons aller aanwezigheid, zij sluit ‘systeemgrenzen’. De loketten van de verzorgingsstaat krijgen slagbomen.
Het zal, men denke aan de brave Gümüs, net zo goed nare taferelen opleveren als bij een actief vreemdelingentoezicht en uitzettingsbeleid. Maar zo'n ‘illegalenjacht’, zoals het steeds heet, mocht en mag absoluut niet, dat zou inhumaan zijn. Vandaar dat nu het ‘uitroken’ gaat beginnen - klinisch, zonder ophef, in de verwachting dat velen schielijk de wijk zullen nemen. Het is de navrante uitkomst van het menslievende gedoogbeleid. De overheid zet niet of nauwelijks illegalen uit, jaagt ze niet op - dat geeft maar commotie - maar draait ze nu wel methodisch de duimschroeven aan. Vooral de vele duizenden jaarlijks afgewezen, deels ‘niet-uitzetbare’ asielzoekers, die nu grotendeels in de illegaliteit verdwijnen, worden straks geacht met stille trom te vertrekken.
Maar velen zullen zich om begrijpelijke redenen tot het laatst vastklampen aan hun verblijf hier en, al of niet opgestookt door hulpverleners, de publiciteit zoeken met een hartverscheurend relaas. De eerste publicitaire schermutselingen vinden al plaats.