eigen keuzes, eigen voorkeuren, eigen bronnen, een eigen paradigma - in plaats van dat zeurderige, fletse me-tooism.
Natuurlijk, je kunt zeggen: zo heeft Nederland zich ontwikkeld. Een groot, ongedifferentieerd midden met zeer geringe variaties. CDA en PvdA zijnuitwisselbaar, de VVD positioneerde zichzelf als ‘linkse’ partij. We eisen in zekere zin ook allemaal van elkaar dat we gelijkgesteld zijn, hetzelfde vinden, voelen en denken. We steigeren bij de gedachte dat het anders is. De ontzuiling heeft Nederland beangstigend gehomogeniseerd. Maar wat kunnen we eraan doen?
Waarom letten journalisten vooral op elkaar? Dat heeft ook met de ontzuiling te maken. Vroeger gingen ze ‘in de leer’, nu leren ze, vaak op grondslag van een academische studie, een vak. Studie en vak zijn geen leer, maar hebben niet zelden een professionele ideologie als kern of grondslag. Professionele ideologieën zijn belangrijk geworden. Juristen delen een mens- en wereldbeeld, artsen en andere gezondheidszorgers ook, de onderwijsprovincie idem. Kranten zouden, als laatste generalisten, ideologiekritiek moeten leveren. In plaats daarvan propageren zij, via hun professionals, de ideologieën van be-roepsgemeenschappen. Alle kranten staan op het standpunt van Amnesty International, van de Coornhert Liga, van de internationale rechtsorde. Er is geen ‘tegendenken’ meer, simpelweg omdat het tegendenken de orthodoxie is en er thans intellectueel geen bronnen zijn voor een oprechte antithese. In die zin zijn de kranten geestelijk gelijkgeschakeld, niet door een externe factor, maar door zichzelf. De professionalisering bracht voornamelijk lege briefjes, maakte kranten hol en, letterlijk, nietszeggend.
Onderscheidend vermogen ontstaat in relatie tot de behoeften van doelgroepen. De verticale van weleer, de zuilen, bestaan niet meer, daarvoor in de plaats zijn de horizontale van Motivaction gekomen: aggregaten van gedeelde voorkeuren, levensstijlen, sociaal-culturele kenmerken. In alle gevallen gaat het om ‘aggregaten van individualisten’. Zijn hiervoor kranten te maken? Ik betwijfel het. Toch is meer onderscheidend vermogen nodig. Via een eigen nieuwsagenda, dosering van aandacht, een zekere herideologisering (het was toch raar dat geen krant Fortuyn steunde, zelfs niet De Telegraaf, intussen salonfä-