op na te houden, alwaar men anoniem en ongestoord ‘voorbereidingshandelingen’ kan treffen. Niet voor niets waren Ierse en Duitse terroristen kind aan huis in ons land en hadden en hebben Koerdische separatisten er nauwelijks iets te duchten. Jarenlang genoot de leider van een gewapende islamitische afscheidingsbeweging op de Filippijnen hier naast toevlucht ook een bijstandsuitkering.
Vaak is gesuggereerd dat het met zijden handschoenen aanpakken van - potentiële - terroristen, zeg maar het gedogen van hun aanwezigheid, gebeurt om ‘redenen van staat’. Het is een ruil, een soort ‘herenakkoord’: zolang wij hen niet lastigvallen, laten zij Nederlandse ingezetenen met rust. De enkele aanslag die hier toch plaatsvond - de raf en de ira bezondigden zich eraan - is in deze theorie een bedrijfsongevalletje. Een bijkomend voordeel van de gedoogaanpak is dat je de onverlaten, net als een helerscafé, goed in de gaten kunt houden.
Of Nederland op deze ‘laffe’ manier heeft geopereerd, staat niet vast. Maar als het zo is, als de staat zo af en toe zijn rug kromde om de veiligheid van z'n burgers te waarborgen, de ultieme staatsraison, is dat dan laakbaar? Ik geloof van niet. Wie niet sterk is, moet toch wat. Dat is vast en zeker laf, maar niet laakbaar. Iets, gedrag, beleid, is pas laakbaar als er reële keuzemogelijkheden zijn, als je het één kunt doen: gedogen, een oogje dichtknijpen, of het ander: opsporen, uitzetten of actief vervolgen en straffen.
Voor dat laatste is nogal wat nodig. Koelbloedige politieke steun, een manhaftige publieke opinie, volgehouden aandacht van inlichtingendiensten, politie en justitie. Wetten die geen onhanteerbare bewijslast bij het openbaar ministerie leggen, gedurfde opsporingsmethoden, de wil en moed om eventuele wraakacties dan wel de toorn van de rest van de wereld te trotseren. Nederland voldoet helaas allesbehalve aan dergelijke voorwaarden. Het kabinet zegt thans niet voor terreur te zullen zwichten en ‘onze jongens’ niet vroegtijdig naar huis te halen.
Voortzetting van Nederlands aanwezigheid in Irak is afhankelijk gemaakt van verdere multilateralisering van de troepenmacht en tijdig herstel van de Iraakse soevereiniteit. Daarmee komt