bij elkaar tienduizenden burgersoldaten, hun plicht in Irak vervullen.
Dat heeft wél meteen merkbare gevolgen, berichtte The New York Times eind juli. Gardisten worden normaal gesproken in dit jaargetijde in de westelijke staten ingezet om te helpen bosbranden te bestrijden. Maar velen zitten in Irak en omdat het een droge, hete zomer is, komen ze thuis handen tekort. Aandoenlijk is het detail van de burgemeester van Bradford, Arkansas, die in Irak dient, samen met zijn politiechef en zes andere inwoners. Zijn vervangster is de 79-jarige Greba Edens, al twintig jaar wethouder van Financiën van het stadje.
Veel reservisten en gardisten zijn de jongsten niet meer, maar hebben evengoed hun reguliere banen tijdelijk opgegeven om aan een verre kust hun land te dienen - en er desnoods te sterven. Ruim 5500 van de 275 duizend militairen die in Irak of Afghanistan zitten of er binnenkort naartoe gaan, zijn vijftig jaar of ouder. Oók in The New York Times een human-intereststuk over in Irak omgekomen vijftigplussers. Tot nu toe evenveel als in de hele Koreaoorlog. Soms sneuvelden zij nogal schlemielig, bijvoorbeeld bij het sporten, soms léék het erop. Zoals de 55-jarige sergeant die onder de woestijnhitte bezweek in zijn humvee zonder airconditioning. Op die leeftijd gaan mensen hier soms al met de vut. ‘In de herfst van hun leven’, schrijft de Times. De krant stelt de vraag wat erger is: een dode achttienjarige zoon of een dode 55-jarige man, vader en grootvader?
Het oudste ‘slachtoffer’ was 59. Net als in Vietnam zat hij achter een machinegeweer in de deur van een Black Hawk-helikop-ter. Dan heb je ‘alles’ meegemaakt. Alleen stierf hij niet in het harnas, maar op de operatietafel bij een simpele medische ingreep. Onwillekeurig moest ik denken aan de vage kennis die begin jaren zeventig, toen de Vietnamoorlog ten einde sukkelde, opgewonden betoogde dat hij ernaartoe wilde voor het te laat was. De belangrijkste gebeurtenis van een generatie, en hij dreigde die te missen!
Zijn het typisch Amerikaanse toestanden? Bestaat daar nog oprechte patriottische sneuvelbereidheid, waar die in West-Europa is