Drempelverlagend is misschien ook dat de humanitaire oorlog niet alleen meer door Amerikaanse neoconservatieven wordt gepropageerd. Ook invloedrijke delen van politiek links in het Westen staan er niet afwijzend tegenover. Dat gold al voor de Kosovocampagne, het gaat ook op voor Irak. Bill Clinton is vóór de oorlog. Labour is er goeddeels vóór. Mient-Jan Faber, boegbeeld van de massale ‘vredesbeweging’ in de jaren tachtig, wilde weliswaar liefst instemming van de Veiligheidsraad, maar voor het overige: vóór. Deze ‘oorlogspartijen’ vormen nu een monsterverbond en bedienen zich van identieke of nauw verwante argumenten. Ze willen despoten verjagen, een eind maken aan humanitaire wantoestanden, mensenrechten brengen, democratie vestigen. Uitersten raken elkaar in een gedeeld maakbaarheids-geloof.
Verschillen zijn er ook. De ‘neocons’ hebben niets op met internationale organen als de vn, die zij beschouwen als een overblijfsel van een voorbije tijd en een vervallen orde. Krijgshaftig links is meer legalistisch en hecht doorgaans aan ordentelijk multilateralisme. Tot veel meer dan incidentele gelegenheidscoalities zal het daarom wel niet komen. Maar toch. De somberaars aan weerszijden van de oceaan over de niet meer te overbruggen kloof in het Atlantisch bondgenootschap vinden dat het er niets toe doet. Als de Amerikanen hun zinnen erop hebben gezet, doen ze het toch, dan telt niet wat de rest van de wereld vindt. Maar waar de een het einde van het ‘Amerikaanse tijdperk’ ontwaart, zien anderen de dageraad van Amerikaans ‘democratisch imperialisme’.
De oppermachtige Verenigde Staten kunnen veel, maar kunnen de vs (of kan de internationale gemeenschap) ook in een land als Irak duurzaam democratie vestigen? Democratie vergt een stabiele staat. Stabiele staten hebben een ‘lotsverbonden’ bevolking, die een verleden en belangrijke ervaringen deelt, hebben een onomstreden territorium en sterke instellingen. Vrijwel alle stabiele staten hebben een lange wordingsgeschiedenis gekend. Krachtige heersers speelden daarin een rol. Zij vestigden rijken, bepaalden in oorlogen de grenzen, onderwierpen weerbarstige