fundamenteel racistische karakter van de Verenigde Staten. Formeel-juridisch was de rassensegregatie daar dan wel opgeheven, feitelijk bestond die nog altijd, en zeker niet alleen in het vanouds racistische Zuiden. Amerika's steden kenden nog altijd getto's met geheel zwarte scholen; en blanke wijken en voorsteden met al even totaal blanke scholen.
Het gaat niet aan om met terugwerkende kracht de spot te drijven met die uitingen van gevoeligheid voor discriminatie. Wat het recente revisionisme van de jaren zestig ook waard is, het wast niet weg dat de naoorlogse generatie de historische verdienste toekomt stelling te hebben genomen tegen een lange traditie van racisme, waarin ‘de ander’ werd voorgesteld als wezenlijk anders - en vooral minder. Uit de Tweede Wereldoorlog trokken de babyboomers de dwingende les dat alle leden van The Family of Man principieel gelijk zijn en als gelijken behandeld dienen te worden.
Ook bijna veertig jaar later is dit nog altijd het redelijke en fatsoenlijke standpunt. Des te verwonderlijker en verontrustender dat de huidige heersers van Nederland, diezelfde babyboomers, de jongens en meisjes die alles beter zouden doen, zo goed als zwijgen nu Nederland met vergelijkbare kwalen is behept als destijds de vs. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht wordt niet alleen steeds meer gescheiden gewoond, die steden kennen ook feitelijk gesegregeerd primair en secundair onderwijs: volledig zwarte scholen, gemengde scholen met in meerderheid ‘zwarte’ leerlingen, volledig witte scholen.
Deze toestand is niet het gevolg van een ongelijkheidsideologie. Maar ter vergoelijking ervan vallen wel klassieke ‘segregatio-nistische’ dooddoeners te beluisteren uit de monden van progressieve politici. De grondwettelijk verankerde onderwijsvrijheid heet ieder ingrijpen te beletten: we kunnen er niets aan doen. Ook zou ‘zwart’ of ‘wit’ er niet echt toe doen, zolang scholen maar goed zijn. Bravo, maar dit komt toch echt overeen met het motto van het Amerikaanse segregationisme: gescheiden maar gelijk (‘seperate but equal’). Kennelijk vindt de politiek dominante babyboomgeneratie niet de feitelijke toestand bepalend