tuur natuurlijk bij de gratie van commercie, maar zij wordt er ook telkens door ingehaald en ondermijnd. Zo heb je iets, zo ben je het kwijt aan de middenstand.
My first piercing is een inwijdingsritueel. Het bloed dat erbij kan vloeien staat in ‘primitieve’ samenlevingen symbolisch ook wel gelijk met de menarche, de eerste menstruatie. Met dat stukje metaal in je lijf, hoor je er voortaan helemaal bij. Waarbij? Bij de anderen. Een piercing in plaats van zoiets als de eerste communie - dat is wat het ritueel individueel inhoudt. Maatschappelijk en cultureel staan piercing en tatoeage voor een alledaags en volks cultuurrelativisme en postmodernisme. De gewone man of vrouw draagt ermee uit wat de intelligentsia al lang betoogt: culturen zijn gelijk, ‘hoog’ en ‘laag’ bestaan niet, we zijn allemaal gelijk.
Piercings en tatoeages zijn ook ‘stijgende cultuurgoederen’. Afkomstig uit een nederwereld bevolkt door marginale types, wisten ze hogerop te komen. Vroeger tooide alleen volk van betrekkelijk laag allooi zich met zichtbare lichaamsdecoraties, tegenwoordig ook delen van de (lagere) middenklasse en zelfs een enkele elitefiguur.
Dat cultuuruitingen kunnen stijgen, wordt nog altijd uitzonderlijk gevonden. De standaardopvatting is dat zij juist van hoog naar laag trekken, van mensen met veel aanzien naar individuen met geringe status. Het is de vraag of dat in onze populaire cultuur nog wel opgaat. De omgekeerde beweging lijkt kenmerkender. Slang, (party)drugs, jazz, blues, pop, zware shag, strips, spijkerbroeken en t-shirts - het zijn allemaal stijgers, geen dalers. Mozart daalt niet, hiphop stijgt. ‘Whiggers’, white niggers uit de blanke middenklasse, spiegelen zich aan het door zwarte rappers neergezette stereotype van de boze zwarte man, cool en hip.
In onze populaire cultuur zijn ‘laag’ en ‘hoog’ onontwarbaar verknoopt geraakt. Tegenover vulgaire stijgers maakt Bach een adembenemende duikvlucht, bij Kruidvat. Stijgende cultuurgoederen, zoals piercings en tatoeages, zijn tegelijkertijd ook aan het dalen. In eerste instantie geadopteerd door urbane ‘bohémiens’, bereiken zij gaandeweg ook de massa van trendvolgers in provin-