bestaat er geen socialisme in de Verenigde Staten? Hoe homogener een samenleving - denk aan de Scandinavische landen -, hoe omvattender de verzorgingsstaat. Sociaal-culturele gelijkheid is de input, sociaal-economische gelijkheid de output.
De verzorgingsstaat is buitengewoon succesvol geweest. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en universiteitshoogleraar in Utrecht, somde in zijn recente oratie Een eeuw van verschil enkele wapenfeiten op. ‘De sociale zekerheid heeft werkloosheid, ziekte, invaliditeit, echtscheiding en ouderdom uit de ban van de armoede bevrijd.’ Veel van wat voorheen slechts een elite ten deel viel, is thans gemeengoed, inclusief de luxe van vrije tijd, sport, vakantie en uitgaan.
Succesvol, maar niet zonder problemen. Schnabel herinnert aan wat de ‘gemoedsrust van de verzorgingsstaat’ is genoemd, die kan omslaan in indolentie en dan zijn eigen economische grondslagen bedreigt. Anderen hebben gewezen op het penibele contrast tussen de alom beleden waarde van gelijkheid en een praktijk die daar onvermijdelijk ver van afstaat. Die discrepantie tussen politieke retoriek en maatschappelijke werkelijkheid, tussen eigen kansarmoede en andermans rijkdom, roept even onvermijdelijk wrok op. Criminologen zagen dat zelfs als oorzaak van de sterke groei van de (kleine) criminaliteit in de egalitaire jaren zeventig en tachtig.
Als de voortekenen niet bedriegen, loopt het tijdperk van de gelijkheid inmiddels ten einde. In zijn boek The End of Equality kwam de Amerikaan Mickey Kaus al in 1992 tot die profetie. De denivelleringstendens is waarschijnlijk te wijten aan toenemende sociaal-culturele verscheidenheid, gevolg van immigratie en de opbloei van heel verschillende levensstijlen: eveneens een erfenis van de jaren zestig. De Amerikaan Robert Putnam (van Bowling Alone) heeft beschroomd vastgesteld dat de huidige diversiteit in de vs metterdaad sociaal kapitaal (vertrouwen, gemeenschap, vrijwilligerswerk, verenigingsleven) en gelijkheid ondermijnt. De verzorgingsstaat heeft het daarom steeds moeilijker met het effectief organiseren van solidariteit. Hij verliest beheerskracht door open grenzen en steeds vrijer verkeer van kapi-