onmiskenbaar beïnvloed. Dat gold logischerwijs voor Balkenende 1, maar ook Balkenende 11, zonder de Lijst Pim Fortuyn, nam er belangrijke onderdelen van over. Zo streeft het huidige kabinet naar minder of in ieder geval selectievere immigratie en strenge integratie, aarzelt het bij het afstaan van nationale bevoegdheden aan Europa en wil het staatsrechtelijke hervormingen en meer verkozen ambten - beide bewegingen in de richting van meer directe democratie.
Hoewel de populistische agenda veelvuldig als rechts wordt aangemerkt, heeft hij links zeker niet onberoerd gelaten. Nieuwe, open kandidaatstellingsprocedures, als correctie op het autocratische bewind in politieke partijen, zijn sinds voorjaar 2002 over vrijwel de hele linie doorgevoerd. De verkiezing door de leden van Wouter Bos tot leider van de PvdA is er het beste voorbeeld van. Maar zelfs Groen Links werd ten slotte door de nieuwe tijdgeest gedwongen om de kandidaatstelling te democratiseren.
Ook het vorige week gepubliceerde ‘beginselmanifest’ van de PvdA draagt - her en der - de sporen van de populistische agenda. Het bepleit, in de geest van het regeerakkoord, ‘selectieve migratie’, ‘stevige integratie’, toelatings- en inburgeringseisen, juicht nationale verscheidenheid toe, wil alleen bij uiterste noodzaak Europese in plaats van nationale bevoegdheden en benadrukt het belang van het ‘besef van een gemeenschappelijke geschiedenis’.
In veel opzichten komt de populistische agenda neer op herstel van de maakbaarheidsgedachte en het primaat van de politiek. Dat betekent een breuk met de sterk relativerende inslag van het voorafgaande postmodernisme en multiculturalisme. Hoe paradoxaal het ook mag klinken, de populistische agenda houdt daarmee ook de erkenning in van een zekere sociale en culturele hiërarchie. Dat biedt ruimte voor een positief toekomstbeeld en staat veel minder dan het politieke postmodernisme op gespannen voet met hoop, rede en vooruitgang.
De populistische agenda brengt aldus de moderniteit terug in de politiek en maakt de weg vrij voor een hernieuwd streven naar emancipatie van achtergebleven groepen als maatschappelijk en