kig z'n eigen mores, daarbij passende beloning en bovendien een leuk pensioen.
Ministerssalarissen van ruim 120 duizend euro per jaar zijn in veler ogen natuurlijk een vorstelijk bedrag. Maar daarmee zijn de verhoudingen toch behoorlijk zoek geraakt. Niet zozeer omdat topambtenaren vaak meer verdienen, dankzij ‘arbeidsmarkttoeslagen’, of omdat exorbitante salarissen bij zelfstandige bestuursorganen usance zijn geworden. (Er zijn goede redenen om de honorering in beide sferen juist krachtig in te tomen.)
Het punt is dat uit de relatief karige inkomens van toppolitici een te lage maatschappelijke waardering voor hun kunnen en inzet blijkt. Daarin weerspiegelt zich de afkeer bij het publiek van het politieke bedrijf. De normale dosis politiek gehannes in ogenschouw nemend, is die afkeer ook wel begrijpelijk. Maar politiek is meer dan een noodzakelijk kwaad. Met zwier en vaardigheid bedreven, is het in ons type samenleving een even nobel als onontbeerlijk ambacht.
Mede door het vrij lage bezoldigingsniveau gaat ook vrijwel niemand om het geld de politiek in. Allicht is macht een motief. En aangezien macht erotiseert, wellicht ook seks - maar dat is in het bedrijfsleven uiteraard niet anders. Eer speelt ongetwijfeld een rol, evenals belangenbehartiging. Maar in de regel overheersen ‘ouderwetse’ beweegredenen als idealisme, burgerplicht, betrokkenheid bij de publieke zaak.
Wie met zulke oogmerken de politiek in gaat, wacht tegenwoordig een lastige taak. Gering aanzien en de ‘kloof met de kiezer’ zijn van alle tijden, maar nieuw zijn de zwakte van de hedendaagse politieke partijen, de uiterst complexe maatschappelijke en bestuurlijke omgeving waarin politici hun handwerk moeten verrichten en de tanende autonomie van het politieke bestuur.
Kiezers nemen nog maar amper actief deel aan de politiek: zij zijn passieve ‘toeschouwers’, die niettemin hoge verwachtingen hebben. Maar op elk niveau hebben politici nauwelijks nog eigen beslisruimte om daaraan te voldoen. Zij zijn gebonden door wet, regel en verdragen, ingesnoerd door de bemoeienis van andere bestuurslagen en belendende bestuurlijke eenheden. Deson-