versnipperd systeem te standaardiseren en rationaliseren.
Ook minder ‘rationele’, meer politieke overwegingen speelden mee. Bezit en beheer van een nationale spoorwegmaatschappij waren een daad van maatschappelijke ordening. De vorming van de ns sloot aan bij de expansie van de staat tijdens het interbellum. De funderingen van de verzorgingsstaat werden toen gelegd, het onderwijs begon zijn vleugels uit te slaan, ettelijke nationale diensten werden ingesteld. Post, telegrafie en telefonie vormden de zenuwbanen van de staat, het spoor leverde de spieren. Via overheidsbedrijven als ptt en ns was de staat in alle uithoeken van het land concreet aanwezig - niet in de laatste plaats als gewaardeerd werkgever.
Het spoor werd een spiegel van de politiek. Sociale veranderingen en politieke opvattingen beïnvloedden beeld en realiteit van de spoorwegen. Droom van de kapitalist, zinnebeeld van technische en sociale vooruitgang, instrument van de moderne staat, onderdeel van heilsleer en iconografie van het collectivisme. De ‘communistische’ muurschilderingen in het Amsterdamse Amstelstation getuigen nog van die ideologisering van het spoor.
Ook in recenter jaren bleek links nog altijd ‘iets’ met treinen te hebben. Het kabinet-Den Uyl schonk de natie de Schiphol- en Flevolijn. Ook Suriname kreeg een - nooit gebruikt - ‘miljoenenlijntje’. Toen Paars 1 worstelde met een missie voor dat ‘doodgewone’ kabinet, brachten hsl en Betuwelijn uitkomst. Het etatistische Frankrijk bouwde een formidabel stelsel van hogesnelheidslijnen - met Parijs als middelpunt. Ambitieuze politici willen nog altijd treinen. De drie noordelijke provincies geloven met ongebroken kracht in het spoorwegsocialisme en eisen een even geavanceerde als onbetaalbare zweeftrein.
Tegelijk is het klimaat voor het spoor ingrijpend veranderd. Niet langer zijn openbare nutsbedrijven sieraden van de gemeenschap. Marktdenken, economisme en Europese Unie hebben ze geproblematiseerd. Niets zo oneerlijk en inefficiënt als een over-heidsmonopolie. Nutsbedrijven worden opgebroken, geamputeerd, verzelfstandigd, geprivatiseerd. De staat is het probleem, de markt de oplossing. Treintje spelen is ‘uit’, marktje spelen ‘in’.