tie is inmiddels opgewaardeerd tot ‘transparantie’. Geprikkeld door de nieuwe megasalarissen in het bedrijfsleven eiste de publieke opinie inzicht in wat de topmannen zoal verdienen. Dat was de aanzet tot de nu alweer enkele jaren lopende discussie over ‘exhibitionistische zelfverrijking’. De betrokkenen vinden dat maar niks.
Al voor de steekpartij stelde Pieper dat de discussie de rijken ‘demoniseert’. Na het onverkwikkelijke incident viel Unilevers veelverdiener Antony Burgmans hem bij. Ze hebben een punt: de discussie over topinkomens en de naming and shaming van ‘graaiers’ heeft onmiskenbaar het ressentiment tegen ‘de hoge heren’ aangewakkerd. De ophef maakt bovendien deel uit van een populistisch vertoog waarmee zowel links als rechts reageert op dergelijke - vermeende - consequenties van de mondialisering. Die reactie heeft niets met het Nederlandse maaiveld te maken. Ook in de Verenigde Staten en Engeland, landen met op dit punt totaal andere mores, hebben excessieve inkomens tot beroering geleid. Intrigerend is overigens dat lang niet alle (nieuwe) rijken er het mikpunt van zijn. Sportidolen en entertainers, de iconen van de massacultuur, ontspringen de dans, evenals selfmade men, echte entrepreneurs en gewiekste middenstanders.
Kennelijk worden de kundigheden van topmanagers niet als bijzonder verdienstelijk gezien. Onze meritocratie erkent hun merites maar mondjesmaat. Het grote publiek verdenkt de managers ervan dat hun beloning minder te maken heeft met hun schaarse talenten dan met hun economische macht. Veel economen denken er net zo over. Toenmalig Shell-baas Wagner antwoordde ooit op de vraag waarom juist hij de top had gehaald: omdat ik één keer vaker ben gepromoveerd dan de anderen. Inderdaad een slechte reden om multimiljonair te worden. Logisch dus dat velen de rijkdom van managers als willekeurig ervaren. Toch is er ook iets verontrustends aan het ongenoegen hierover. Wie minstens zo willekeurig de Postcodeloterij wint, gaat door het leven als een geluksvogel. Waarom kunnen we Pieper, Burgmans en de anderen niet ook gewoon als bofkonten zien, waarom zo zuur en boos? Omdat zij het rad van fortuin konden manipuleren?