vertegenwoordiging ooit de nodige voordelen bood, beginnen de laatste decennia de nadelen steeds meer te overheersen.
Hét argument voor evenredige vertegenwoordiging is altijd geweest dat die representatiever is dan een districtenstelsel. Elke politieke schakering komt aan haar trekken in de volksvertegenwoordiging. Het districtenstelsel daarentegen legt minderheden het zwijgen op en zou bijvoorbeeld het kleinchristelijke geluid doen verstommen. Ook ouderenpartij(en) en Fortuyn zouden kansloos zijn. Evenredige vertegenwoordiging werpt geen drempels op, geeft iedereen een effectieve stem en werkt uitstekend als waarschuwingssysteem: signalen uit de samenleving dringen snel tot de politiek door. Het is een ideaaltypische omschrijving. Dat neemt niet weg dat evenredige vertegenwoordiging prima paste bij de verzuiling, met haar stevig gewortelde massa- en beginselpartijen. Maar geldt dat ook nog voor het huidige politieke bestel - de verzuiling voorbij, maar nog zonder eigen karakteristieken?
De afnemende maatschappelijke weerklank van politieke partijen en het verval van ideologieën heeft tot een democratie geleid waarin ontwortelde partijen de dienst uitmaken, met weinig participatie en lijkbleke volksvertegenwoordigers. De evenredige vertegenwoordiging bestaat bij de gratie van lijstvullers, lieden zonder eigen mandaat, uitverkoren door partijen. De kiezers bepalen niet wie er gekozen worden, maar voornamelijk hoeveel er worden gekozen van iedere partijlijst. Zonder massapartijen brengt de evenredige vertegenwoordiging een in zichzelf gekeerd politiek systeem voort. Politici zijn meer met elkaar bezig dan met hun kiezers.
Tegenover de aantoonbare nadelen van evenredigheid staan de verwachte voordelen van het districtenstelsel. Dat mobiliseert de kiezers, omdat verkiezingen altijd om de machtsvraag gaan: alleen de winnaar behaalt een zetel. In theorie leidt dit tot een levendige verkiezingsstrijd, hoge opkomstcijfers en mogelijk een geringere rol voor politieke partijen. Partijloze kandidaat-volksvertegenwoordigers kunnen een eigen campagneorganisatie opzetten. Het districtenstelsel staat dicht bij de kiezers en geeft een ander type