ontzettend veel goede wil en opgeschorte scepsis kan de oorsprong nog wel als zodanig worden gezien, maar voor het heden geldt dat zeker niet. Wél kunnen we natuurlijk met z'n allen doen alsof, maar dat is wat anders. De monarchie is en blijft een keuze, geen voorzienigheid. Nederland kent dan ook eigenlijk geen constitutionele, maar een ‘populaire monarchie’. Net als andere, meer laag-bij-de-grondse instellingen bestaat zij alleen zolang het volk dat wil. De Oranjes weten dat sinds jaar en dag en gedragen zich er ook naar. Wie er ook verder nog in het sacrale karakter van de monarchie mogen geloven, de Oranjes zeker niet. Zij zetten liever public relations in en uitgekiende mediastrategieën om het voortbestaan van de monarchie te waarborgen.
In hun onbekookte aanval op de florerende Oranjesatire aten Balkenende en Donner van twee walletjes. Aan de ene kant riepen zij op de onschendbaarheid van het gewijde te respecteren. Tegelijkertijd bleken ze goed te beseffen dat de monarchie helemaal niet heilig is, maar afhankelijk van de volksgunst, net als hun kabinet. De mythe is doodgewoon mensenwerk en kan dus ook kapot worden gemaakt. Beide ‘staatslieden’ hebben het geweten: zelden heeft een premier zo genadeloos op z'n falie gekregen. Toch is te weinig opgemerkt dat hun uitlatingen in een breder patroon passen. In deze kwestie stonden Balkenende en Donner alleen, maar niet met hun thema. Alom - links en rechts - heerst onbehagen over de media.
Zeker sinds de opkomst van Fortuyn is er een intellectueel offensief op gang gekomen tegen al te vrije, ongebreidelde en onstuurbare media. Dit beeld van ‘de’ media, zoals neergelegd in enkele gezaghebbende rapporten en studies, wint veld in kringen van pers- en beleidswetenschappers, politicologen, juristen en praktiserende politici. Het onbehagen heeft veel weg van morele paniek en put uit verschillende bronnen. ‘Fortuyn’ is er een van, net als ‘commercialisering’, de verzwakte positie van de klassieke gedrukte media en de ‘hype’ die telkens heet te ontstaan als nieuwe en oude (audiovisuele) media elkaars megafoon worden bij het in vereniging onthullen van sappige schandalen.
Het offensief tegen de ‘medialogica’, zoals het afkeurend wordt