heersende dijkvrede prijs te durven geven.
Zolang de politieke hoofdstromingen het oneens zijn, is het vrijwel onmogelijk dat beladen kwesties werkelijk in beweging komen. De consensus belet immers iedere verandering, maar is tegelijk noodzakelijk om verandering te kunnen bewerkstelligen. In de regel is het bestel niet op eigen kracht tot dergelijke acrobatiek in staat. Des te opmerkelijker dus dat in al deze kwesties ten langen leste beweging lijkt te komen. Het ziet ernaar uit dat de oude beleidsconsensus wordt verlaten. Dat levert een fascinerende aanblik op. Hoewel toenmalig vvd-leider Hans Wiegel al in de jaren zeventig het debat over de verzorgingsstaat begon, slaagde hij er niet in de naoorlogse consensus te doorbreken. Nadien voegde de vvd zich ook weer in een harmonieus beheer. Zelfs de stelselherzieningen van de kabinetten-Lubbers tastten de consensus over de verzorgingsstaat niet aan. Sterker nog, die werd erdoor hersteld.
Maar inmiddels maakt Balkenende 11 dan toch echt werk van een houdbaarder verzorgingsstaat. PvdA en linksere oppositie stribbelen uit gewoonte tegen, bedingen uitstel, maar hun bijna rituele verzet mist het vroegere venijn - en intellectuele overtuigingskracht. Ook bij links lijkt het besef doorgedrongen dat bestaande arrangementen van de verzorgingsstaat niet altijd emanciperend werken, maar veel mensen in armoede en hulpeloosheid gevangen houden. Daar komt bij dat de vergrijzing haar schaduw vooruit begint te werpen. Het wordt de komende decennia weer ouderwets alle hens aan dek. De oude consensus is simpelweg niet meer houdbaar en een nieuwe begint zich af te tekenen: een versoberde, mobiliserende maar nog altijd brede verzorgingsstaat.
‘Europa’ is eveneens niet langer boven alle kritiek verheven en wordt niet meer blindelings door alle hoofdstromingen gesteund. Steeds vaker wordt de eu gezien als een noodlot waar politiek en publiek zich maar beter tegen kunnen wapenen. Een nieuwe consensus is er nog niet, maar de oude is schoksgewijs teloorgegaan. In het Nederlandse beleid komt de nadruk meer dan voorheen te liggen op ‘belang’ en ‘autonomie’. Ook op het ge-