kreeg die ook: niet die van cda en vvd, maar van cda, vvd en lpf. In 2002 verschoof het midden, zoals Paul Scheffer heeft opgemerkt. Discussies over zaken als integratie, immigratie, democratie, veiligheid, waarden en normen, plaats en rol van de staat worden anders gevoerd dan voorheen. Fortuyn, een hybride van linkse en rechtse elementen, leverde aan de klimaatverandering ontegenzeggelijk de belangrijkste bijdrage, maar de ruk die Balkenende aan het cda heeft gegeven, moet niet worden onderschat.
Deelneming van de PvdA aan een coalitie met het cda staat op gespannen voet met deze verandering in de politieke onderstroom. Iets dergelijks geldt voor de omslag in de conjunctuur. Anders dan vaak wordt beweerd, vertrouwt de kiezer in slechte tijden het beheer van de economie liever aan rechts toe dan aan links. Herverdelend links komt pas weer aan bod als er meer koek te verdelen is.
Het is daarom maar al te begrijpelijk dat PvdA en cda weinig zin hebben in elkaar en hun ‘tegennatuurlijke’ coalitie. Dat is precies het punt: links noch rechts kan gelukkig worden met een cda/PvdA-coalitie. De ouderen onder ons worden met de dag sterker herinnerd aan het brokkenkabinet-Van Agt/Den Uyl, dat begin jaren tachtig wél snel werd geformeerd. Het bleek een misbaksel van wederzijds wantrouwen. Niet weer doen, zoiets. Een minderheidskabinet van cda en vvd met gedoogsteun van lpf of klein-christelijke partijen, hoe onorthodox ook, biedt meer perspectief.
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Bos' tijd komt nog wel.
29-03-2003