Waarde van Lennep
(1993)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
Highgate, 20 september 1853Kritiek van Van Lennep betrof meestal twee zaken. Of Van de Linde had hatelijkheden tegen personen in zijn verzen opgenomen, of hij was niet preuts genoeg geweest. Ditmaal vond Van Lennep dat hij zich ook aan andere wetten vergrepen had: hij had gegevens uit de werkelijkheid en de sprookjeswereld door elkaar gehaald. Van de Linde gaf hem ten antwoord dat dit soort kunstregels voor zijn werk niet op ging. Ook had Van de Linde een cynische opmerking over de roomse kerk gemaakt, die Van Lennep te zeer op een persoon gericht vond. In die tijd was de herindeling van de bisdommen in Nederland aan de orde, en vanuit Rome was de wens geuit een aartsbisschop in Utrecht te vestigen. Daar was politiek verzet tegen gerezen (April-beweging), en het zag er een tijdlang naar uit dat de boot afgehouden kon worden. Van de Linde vroeg zich nu af hoe hij ooit een persoonlijke hatelijkheid uitgesproken zou kunnen hebben tegen iemand die er niet zou komen.
Waarde Van Lennep! Uw raadsel over den Reus - in mijn ‘vlooi’ voorhanden - ‘die snuift aan den toonbank’, lost zich gemakkelijk op in twee woorden: Hij bukt. Uwe aesthetiesche disquisitieGa naar eind1 over de grenzen van 't ‘natuurlijk waarschijnlijke’, en ‘'t fabelachtig onwaarschijnlijke’, is overigens | |
[pagina 162]
| |
zeer geleerd en fraai, doch minder toepasselijk op een bloote grol, nooit voor zulk een classiek grondgebied bestemd; een grol, die bovendien, schoon laf zooveel gij wilt, echter sui generisGa naar eind2 is, en dus naauwelijks onder 't bereik komt uwer statige wetten, ofschoon gepromulgeerdGa naar eind3 door een splinternieuw legislatuur.Ga naar eind4 Ik wist al dit nieuws reeds éér ik nog groen was, blijf mij dus waarde vriend, met dit gerel van schoolpedanten genadiglijk van 't lijf. Ik beken echter gaarne en ben, op nalezing, overtuigd dat de geïmpugneerdeGa naar eind5 passage kernloos en laf is. Zij werd, on the spur of the moment, zonder nadenken, in haast en drukte, ter neder geschreven, toen gij mij op de hielen zat. Wat verwacht gij ook van een rijmgereedschap dat, in Augustus + September, u van zeker nut schijnt te zijn, en voor de rest van 't jaar onder de spaanders en 't zaagsel wordt verworpen. [...] Want ik begrijp weinig of niets van uwe logica in de aanmerkingen over ‘den Bischop’ in mijn ‘mop’. Zoo de ‘Keezen’ in 't ‘Handelsblad’ - die wel degelijk bestaan - abstractiesGa naar eind6 moeten heeten, dan is een Utrechts Aartsbischop die, volgens uw eigen admissie, niet bestaat, a fortiori,Ga naar eind7 een abstractie; of uw laatstleden legislatieGa naar eind8 - waarop zoovelen weekenlang geteerd gesmuld en gestudeerd hebben - wordt bovendien een nugatoireGa naar eind9 illusie, except voor clubkasteleins en herbergiers. En wat wordt dus van een personaliteit gericht tegen iets dat niet is en niet komt, - ipsissima tua verbaGa naar eind10 -? Zoo 's lands wet een Aartsbischop, of zelfs Cardinaal, te Utrecht geplaatst had of toegelaten, zou een gevoel van betamelijkheid - waarin ik van niemand terechtwijzing of leiding meen te behoeven - mij, sponte sua,Ga naar eind11 van alle toespeling weerhouden hebben. Doch, daar zoo'n Prelaat niet bestaat wordt het idee van personaliteit een absurditeit. Ik zie in dit argument dus niets ad rem noch ad hominem;Ga naar eind12 't is een logica die waarschijnlijk kou heeft gevat in een open schuitjen of op een boerenwagentjen, want 't kind draagt | |
[pagina 163]
| |
anders altijd blijken van een robuste gezondheid. Ik begrijp veel beter echter uw positie als lid der tweede kamer, en ofschoon ik, al ware ik bij ongeluk lid zelfs der derde kamer, 't geschrevene zonder aarzelen zou durven en willen drukken stel ik u echter gaarne de volgende mollificatieGa naar eind13 voor. In plaats van ...Als een Utrechtsche mop,
Ik wil zeggen Aartsbischop
Doch zonder ‘Es clavage’Ga naar eind14 om zijn krop
zij het, u ten gerieve, doch letterlijk En zoo deftig als de nieuwe mop
van den AartsbischopGa naar voetnoot*
Maar zonder kraag om/rond zijn krop
In de zon etc. -
na deze wijziging moet mop in zijn geheel verschijnen. Zoo deze concessie echter niet voldoende is, zoo verzoek ik al mijn manuscripten per omgaande terug, daar ik mij niet geneigd gevoel verdere verminkingen toe te staan. [...] |
|