Waarde Van Lennep. Ik ben in een bedroefde luim om vaarzen te maken of zelfs op te knappen. Bovenstaand, mij van morgen ingevallen, is echter tot uw dienst; 't is provisioneel althands wat. Ik beveel u de correctie, vooral ook de typographie, punctuatie, afscheidingen, etc. in ernst en in vertrouwen aan; meld mij of gij 't plaatst; zoo niet, zend dan 't Manuscript terug. Zoo gij nog een paar dagen geduld en tijd tot wachten hebt, zend ik u zeker, per twee of drie eerstvolgende posten, nog 't volgende: ‘Philomeel’, de ‘Mop en de Kees’, en wellicht ‘de Romeinsche Geschiedenis’. Gij kunt hierop rekenen, ofschoon ik krank ben naar ziel en lichaam. Uw geld is mede klaar, en ook daarop kunt gij rekenen. Ik zal u niet te leur stellen, doch zorg gij dezen reis voor de proeven, en wees nuchteren wanneer gij ze corrigeert. Ik behoef hier niet bij te voegen dat ik, in zin, inhoud en vorm, niets in de vaarsjes veranderd, verminderd, noch vermeerderd wensch te zien vooral niet in 't nevensgaande. - Overigens kunt gij staat maken op mijne belofte en, des verkiezende, de pers gerust open houden.
In haast, hartelijke groeten van allen aan allen TT.
G van de Linde Monteuuis
p.s. Zoo gij mij waarlijk wilt verplichten, vertoon dan nevensgaand manuscript aan niemand, eer 't gedrukt zij, en oordeel alleen en voor u zelven of 't de plaatsing al dan niet verdient. -