Waarde van Lennep
(1993)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
[...] Over 't geheel hoop ik dat de Olifant niet te lang, te gezocht, en daardoor te laf zal voorkomen. Ik heb reeds zooveel verkort, gekapt en vereenvoudigd, dat ik waarlijk geen mogelijkheid meer zag voor 't een noch 't ander ‘process’, zonder ons edel en substantieel dier tot de éphémèreGa naar eind1 category te verlagen van ‘the dissolving views’,Ga naar eind2 of hem zijn piek te doen schuren, voor en aleer hij behoorlijk gedrukt was. Ik beken, ik mis de spontanéïteit van den Haan, doch - paceGa naar eind3 den opzetter uit WeenenGa naar eind4 - een olifant loopt zoo vlug niet als een Haan, en voortbrengselen van deze soort hangen bovendien zoo geheel af van the ‘impulse of the moment’, dat het, gelijk ik zeide, te vergeefsch geflotenGa naar eind5 is en gelikt, zoo ‘'t lieve leven’ faalt,Ga naar eind6 bij de geboorte reeds voor den dag te springen met het vrolijk ‘Here we are’! van een English clown in een Christmas-Pantomime. Het gaat met beestengelijk met menschen-maken, alle baksels en brouwsels zijn niet dezelfde, ofschoon allen dezelfde conscientieuse attentie en arbeid hebben gekost. Ik reken echter geheel op de toegevendheid van 't publiek van ‘Holland’, mij reeds vroeger zoo ruimschoots en verplichtend geschonken, en zal overigens mijn brief tot het laatste oogenblik openhouden, ingeval de een of andere variant of emendatie mij nog mocht te binnen schieten. Ik geloof overigens, ja ben zeker, dat gij volkomen met mij van gevoelen zijn zult, dat ‘de Olifant’ thands niet verder bekort kan worden, zonder dat wij het dier deerlijk verminken, of zijn ‘vital parts’ aantasten. Zoo er dus van 't jaar geen plaats voor hem zijn mocht, bewaar hem dan voor de menagerie van 1853, want, mij dunkt, hij moet of geheel in de kooi, met zijn staart zoowel als zijn snuit, of hij moet er geheel uit. Het zou mij echter nog al pleizier doen voor als nog geen interruptie te zien in de série van onze ‘na- | |
[pagina 152]
| |
tuurlijke historie’. [...] Zoo gij soms veranderingen, als andersints mocht hebben te suggereren, schrijf dan maar zonder u te generen of te frankeren; ten zij een vriend zich met den brief wil chargeren, en dien bij zijn arriveren, dadelijk per post depêcheren,Ga naar eind7 zonder hem in zijn zak te vernegligerenGa naar eind8 en vervolgens totaal te oublieeren. Ik hoop dat gij van 't jaar met ‘Holland’ de schapen en niet de bokken moogt scheeren, en mijn ‘De Profundis’ placeren. Perge valere.Ga naar eind9 |
|