Waarde van Lennep
(1993)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| |
Highgate, 17 september 1852Uiterste precisie kenmerkt het dichterschap van Van de Linde. Over ieder woord dacht hij na, hij overwoog bijbetekenissen en klankeffecten. Hij was voortdurend bezig zijn verzen bij te schaven, en vaak viel de keus tussen enkele synoniemen hem zo moeilijk, dat hij de uiteindelijke beslissing aan Van Lennep overliet. Soms stelde Van Lennep zelf veranderingen voor. Er waren passages in de verzen die hij niet vond passen voor de keurige almanak. Het gevallen meisje in ‘De profundis’ had van Van de Linde een woelend plekje meegekregen, hetwelk op verzoek van Van Lennep in een pijnlijk omgezet werd.
[...] Zoo gij vervolgens: ‘En over 't woelend plekjen’, in ‘En over 't pijnlijk plekjen’ wilt veranderen, kan dunkt mij de preutste preutsheid er haar ‘Imprimatur’Ga naar eind1 onder zetten. ‘Ik dacht gij waart de bruid’ was ik genoodzaakt er in te voegen om het rijmen van uit op uitGa naar eind2 te vermijden; ofschoon 't mij voorkomt dat door de samenvloeiing der twee voorgaande (verschillende) woorden twee verschillende rijmklanken ontstaan: oogjensuit aakliguit Hoe dit zij, zoo deze regel niet te gedwongen of te gek klinkt en geen wanklank verwekt, maakt hij wellicht het geheel delicater en 't meisjen minder schuldig, daar het nu toch duidelijk blijkt dat de LeanderGa naar eind3 die haar de poets heeft gespeeld haar ‘aanstaande’ was, en niet le premier venu.Ga naar eind4 Overigens laat ik alle veranderingen geheel aan u over. Ik moet u | |
[pagina 150]
| |
nog vragen wat beter zij ‘wanneer een traan mij sprong in 't oog,’ of ‘mij blonk in 't oog’. 't Een (‘sprong’) is misschien wat abrupt en 't ander (‘blonk’) wat gemaakt; doe in alles na uw goeddunken. Met de voorgaande veranderingen hoop ik dat gij in gunst op mijn stukjen zult kunnen nederzien, en 't beschermend in uw Holland opnemen. Gij zijt de eenige voor wien ik verzen maak en wiens oordeel ik op prijs stel; en wanneer gij zegt ‘Gerrit dat is niet onaardig’, of ‘daar heb ik om gelachen’, heb ik alles wat ik begeer; aan de goed- of afkeuring van anderen stoor ik mij volstrekt niet, daar ik niet rijm om hen doch wel om mijzelf of u te veramuzeren. Hiernevens de Olifant; ik hoop dat het dier u en uw uitgever niet geheel mishagen, noch uit de hand moge vallen. Zorg nu eens, waarde Van Lennep, voor een goede uitvoering, spelling, punctuatie, afstanden, plaats in den Almanak (niet alles bij malkaar) etc. etc.; enfin neem deze uwe voedsterkinderen eens onder uwe bescherming, als of het de uwe waren, en teeken elk stukjen maar ‘Een Schoolmeester’. [...] |
|