Waarde van Lennep
(1993)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermdLonden, 7 november 1834Blijkbaar was Van Lenneps aandeel in de briefwisseling zo minimaal, dat Van de Linde uitbarstte in een vreugdekreet op rijm toen hij een brief van hem kreeg. Van Lennep heeft de vreugdekreet opgenomen als ‘Derde brief van den Schoolmeester’ in De gedichten van den Schoolmeester. Hij maakte een paar schrijffouten, een paar kleine verbeteringen, haalde zijn eigen naam en die van Siegenbeek eruit, en zo werd het een enigszins duister gedicht. Het ging Van de Linde niet goed. Hij klaagde over gebrek aan contacten met het vaderland en een baan in Engeland scheen voor hem niet weggelegd. Het plan om naar Kaap de Goede Hoop te gaan nam vastere vormen aan. | |
[pagina 62]
| |
Lagchen zel je, Bl......! Vreugdekreet (bij 't ontfangen der mare dat mij een brief van U was ter hand gesteld). | |
[pagina 63]
| |
Laat nu de boetpsalm vrolijk door Egyptenland klinken, Nu mag Israël in de woestijn gerust een glaasjen extra drinken! J. van Lennep, De Commissie voor den landbouw in Noord-Holland, treurspel. Laat de Elephant nu vrolijk zingen
En 't hupp'lend runddier in de wei
Van vreugd op 't hoofd des drijvers springen
En heel de zwijnenkudde er bij.
Knip nu van 't strijdros hobbelpaarden
En ducatons van de oorlogszwaarden;
Laat de Arend nu het wollig lam
Van blijdschap met zijn vleug'len dekken,
En, onder minzaam trekkebekken,
De wond van 't blatend zeekalf lekken;
Nu van Van Lennep tijding kwam.
Laat 't wolfjen vredepalmen rapen
En vlechten ze in der lamm'ren huid
De tijger naast de leb-aal slapen
En wormpjens zoeken voor zijn bruid
Laat nu te Liss' de feestwijn vloeien
Het baarsje er in den schotel stoeien
En 't vrolijk wildbraad onder 't mes.
Laat nu een plotsling overlijden
Het land van Siegenbeek bevrijden,
Laat heel de schepping zich verblijden
En zij Van Lenneps trouwe vriendschap de dichtstof
voor zijn zangeres!!!
Wat betreft de quaestie, aangaande de Heeren Hoogendorp en Loots,Ga naar eind1 waaromtrent gij mijne opinie wenscht te vernemen; men moet aan de beide overledenen eerst behoorlijk vragen of zij, na hun dood, nog lid verkiezen te blijven van 't Insti- | |
[pagina 64]
| |
tuut; en, zoo zij declineren, moet men hun de vrijheid laten om zelve hunne opvolgers te benoemen, gelijk de Redactie van den Leydschen Studenten Almanak, in 1818 opgerigt, dit doorluchtig voorbeeld reeds vóór eeuwen aan de letterkundige wereld heeft gegeven. Voor het overige is het mij tamelijk onverschillig wie in hunne plaats benoemd worden, indien slechts uw kunst- en knoei-vriend WarnsinckGa naar eind2 er niet toe behoort. Vergeef, doorlucht Poeet, deez taal die wis u hoont
Aan mijn te lange tong die schaarsch of nooit van pas rept:
Thou glisterst like the sun, and all which rolls around
Drinks life and light and glory from thine aspect.
Messiaantjens door GvdL en Lord Byron.Ga naar eind3
Grafschrift op Loots
Op het kerkhof in 't algemeen Hier liggen onderscheiden dooden
Want levenden hebben geen graf van nooden.
Op het graf zelf
De grijze Loots ontsliep en sloot het stofflijk oog:
Een ridder minder hier, een ridder meer omhoog!
Nog
Bilderdijk, Nero en Feith
Zijn nu beiden in de eeuwigheid;
Maar, zoo ik mij niet vergis
Dan geloof ik dat Loots er nu ook is
En als ik mijn wensch mag verkrijgen
Dan zal Sieggen er niet lang meer vandaan blijven.
A true and correct account of the distruction of both the houses of Parliament by fire. Doch neen, dit komt straks; reeds malligheid genoeg, laat ons dus eerst een ernstig woordjen spreken, indien mij dit mogelijk is, na de blijdschap die het ontfangen | |
[pagina 65]
| |
van uw' brief mij heeft veroorzaakt. Ik kan u inderdaad moeyelijk uitdrukken hoezeer uw herhaald schrijven mij verheugd heeft en ik vraag u vergiffenis dat ik een oogenblik heb kunnen denken dat gij mij vergat. Mijn toestand hier moge evenwel mijne ontschuldiging zijn, ik ben geheel alleen en kan met de inspanning van al mijne krachten naauwelijks de diepe zwaarmoedigheid overwinnen die het gevolg is van mijn eenzamen en verlaten staat. De gedachte dat ik door de eenige vrienden die mij zijn overgebleven en ook de eenige die ik verlang te bezitten niet geheel vergeten worde is dus mijn eenige troost, doch wanneer zij somtijds nalaten of uitstellen om mij te schrijven vrees ik altijd dat tijd en afstand de betrekking verzwakt of verbroken heeft die de laatste vreugd van mijn leven is. Indien gij mijne handelwijs in een ander licht beschouwdet zoudt gij mij onregt doen, voor het overige beken ik dat de antecedenten mij het onbillijke van het geringste mistrouwen hadden moeten doen gevoelen, en gij kunt dus ook wel verzekerd zijn dat, al ontfing ik in geen jaar een' brief van u, ik niettemin levendig overtuigd zou zijn dat gij mijn opregte en welmeenende vriend blijft. Stel mij evenwel, bid ik u, nimmer op zulk eene zware proef en laat mij toch nooit langer dan eenige weinige dagen naar uwe rescriptie wachten. Gij ontfangt dagelijks brieven van uwe vrienden, en een van mij kan dus voor u van zoo veel waarde niet zijn; doch ik ontfang er slechts zeer zelden van U of Van der Heim die, met uitzondering van mijn' Vader, de eenigen zijt die mij schrijft. Ik zal u dus niet behoeven te herhalen dat uwe brieven de hoogste waarde voor mijn hart bezitten en mij alleen het leven dragelijk maken. [...] Gij vraagt mij nieuws van London. Zie hier wat ik weet: De knechts in de koffyhuizen spreken nog maar geen fransch, tot groote ergernis van hen die geen engelsch verstaan, de omnibussen rijden nog naar alle gedeelten van Londen en deszelfs voorsteden, niettegenstaande sommige | |
[pagina 66]
| |
vreemdelingen hen met den uitsluitenden naam van ChelséasGa naar eind4 bestempelen, de grisettes ontvlugten nog hunne galanten wanneer deze niets anders te zeggen hebben dan how much en de hoer op krukken! leeft nog: Zoo 't leven heeten mag haar aanzijn voort te slepen
Op ijzren krukken met mahony-houten greepen
(Gods oordeel torschend in 't verlamde voetenpaar)
En dood te liggen voor markies en bedelaar!Ga naar eind5
Neen, zalig dan de koe op vier gezonde pooten
Slechts onderworpen aan haar Ega's teêdre klooten
En aan zijn hoornenpaar - (dat aangeboren schoon,
Maar door de kunst verhoogd, van d'eêdlen Van der
Boon!)
Doch wat zoudt gij wel zeggen indien ik u nieuws uit Holland mededeelde, hetwelk ik, wel is waar, reeds eenigen tijd geleden vernomen heb, doch dat ik echter moet onderstellen u nog onbekend te zijn. Ik vertrouw het u echter toe onder het zegel der striktste geheimhouding. Zie hier the fact in weinig woorden. Eenige weken geleden komt hier een mijner crediteuren Cyfveer Boekverkooper te Leyden, een jongen van Jan de Wit, en verhaalt mij onder anderen dat op zekeren Zondag PotgieterGa naar eind6 hem had uitgenoodigd om met hem en twee dames uit te gaan ten einde de partie carrée compleet te maken; daar hij een rendez-vous moest hebben met wie? Stort niet heemlen, aarde stort niet, stort niet duiz'lend wereldtal!Ga naar eind7 met Jeane Van der Boon Mesch en een andere gehuwde dame uit Leyden, woonende op de Papengracht, die Soek zeer wel kent en wier voornaam is Kee. Ik zal u niet behoeven te zeggen que je tombais des nues op dit berigt, intusschen maakte, niet de liefde, doch een pijnigend berouw mij liederlijk melancoliek en ik dacht aan de schoone regels van Byron, die ik straks ontheiligd heb, Vice cannot fix and virtue cannot change
the once fall'n woman must for ever fall,
| |
[pagina 67]
| |
for vice must have variety, while virtue
stands like the sun and all which rolls around
Drinks life and light and glory from her aspect
Intusschen mag Potgieter voorzigtig zijn dat hij niet aan dezelfde lamp likke welks vuile oliesmaak mijn eetlust nog bederft, Jeane is even geschikt voor het geheimhouden eener amourette als ik om kamenier in een Jufvrouwenkostschool te zijn; het voorwerp harer tederheid tot eene droevige ballingschap te noodzaken is voor Mevrouw een kleinigheid en ik geloof niet dat zij met anderen meer menagementen zal hebben dan met mij. C'est un' femme impayable et qui par son adresse
Eut fait mettre en prison les sept sages de Grèce,Ga naar eind8
indien deze heeren op haar verliefd waren geworden. Intusschen wist ik niet dat zij zóóveel liefhebberij voor het vak had en zóó openlijk toonen zou qu'elle ne veut pas la mort du pécheur mais sa conversation et son vi.Ga naar eind9 Met mijn Engelsch gaat het goed vooruit; het discours kost mij geen de minste moeite meer, het schrijven een weinig meer en het lezen is mij even gemakkelijk als in mijne moedertaal. Bovendien heb ik het geluk gehad in den laatsten tijd veel Franschen te ontmoeten hetgeen mij eene familiariteit met hunne taal bezorgd heeft die ik te voren niet bezat en waardoor ik thans bijna even gaarne en gemakkelijk deze taal spreek en schrijf als mijne eigene. Een arme Spanjaard dien ik een weinig Fransch en Engelsch leer geeft mij, in plaats van eenige shillings, per les, onderwijs in zijne moedertaal en wij lezen thans tot mijne groote stichting en delight Cervantes meesterstuk. Voor dit alles ben ik dus beter geschikt dan voor studeren in de doode talen en doodelijke theologie, intusschen is het jammer van mijn overheerlijk preektalent en ik zal dus trachten aan de Kaap predikant te worden, te meer daar ChanguionGa naar eind10 aan Van der Heim heeft geschreven dat hiertoe voor een Candidaat van goede getuigschriften voorzien veel kans is in het binnenland. Tot het midden van Anno 1833 | |
[pagina 68]
| |
zijn mijne testimonia meer dan voldoende en ik heb dus goeden moed. Ook spreekt Van der Heim er van om schrijver op een schip te worden om de reiskosten uit te sparen, doch hiertoe ben ik deficient in 't Engelsch hetwelk men voor iets dergelijks perfect goed moet kennen, gelijk gij zelf begrijpen zult. - Zoo op 't oogenblik verspreidt zich de tijding in London dat den 16 october de gansche stad in oproer was wegens het verbranden van de Lords and Commons,Ga naar eind11 het ijzerwerk voor het vervaardigen der telegraaf die de tijding abroad zal expedieren is reeds aanbesteed, en Siegenbeek merkt teregt aan dat indien zulk een brand reeds vroeger ontstaan ware, de huizen waarschijnlijk reeds vroeger zouden verwoest zijn. Wanneer zult gij mij toch eens melden dat die schelm die de taal heeft verknoeid en Bilderdijk zooveel hartzeer veroorzaakt, openlijk gegeesseld en gebrandmerkt is? doch neen; laat zijn rug in statu quo: Safe from the bar, the pulpit and the throne
Are touched and shamed by ridicule alone.Ga naar eind12
Ik heb inderdaad nimmer zulk een' imposanten brand bijgewoond en tevens zoo grappig. Het gekste was dat de Theems buiten gemeen laag was, zoodat de fire engines geen water konden bekomen en de omstanders dus verzocht werden gezamelijk in de rivier te pissen, gelijk eens GulliverGa naar eind13 deed, hetgeen ten gevolge had dat op Westminster-bridge alleen eenige duizenden als door een toverslag de broeken af en de rokken opstroopten om het dreigend gevaar af te weeren. Een dame die reeds 35 minuten had staan wateren werd geaccosteerdGa naar eind14 door een kleinen sneeuwbal van het chimney-sweep gilde die haar vroeg: ‘Bless my soul miss, where did you get the immense quantity of water, you pop? - D...! replied the lady, what's impossible to the body, if the heart loves its country?’ Men verhaalt van eene dame die, uit pure vaderlandsliefde, dien avond zes malen beviel en de jonggeborenen dadelijk uit wateren zond; terwijl een andere zwangere jufvrouw, Westminster bridge overgaande, zoo hevig | |
[pagina 69]
| |
van een man met een houten arm schrikte dat zij dadelijk van een jongetje met een houten arm verloste, welk armtjen door de geweldige hitte dadelijk vuur vattede en het schaapjen deed verbranden, waardoor our little babe, waarvan mijn geliefde echtgenoot 20 minuten over achten beviel, 5 minuten voor half negen reeds met de Engeltjens naar den brand stond te kijken. James Begetting.Ga naar eind15 - Waar waart gij toen de morgenstarren zongen? Dat raakt niemand, doch indien gij 't weten wilt, in een bootje op de rivier juist over den brand met twee allerliefste meisjes uit New York en hunne tante bij wie ik dien avond verzocht was. De oudste dezer zusters schrijft mij briefjes en zend mij boekgeschenken gelijk gij bij 't ontfangen van The Queen MabGa naar eind16 zult gewaarworden, doch op de jongste, eene piquante brunette, met een amerikaansch oog, een grieksche neus en een Engelsche japon, ben ik, onder ons gezegd, een weinig verliefd. I am two fools I know
for loving and for saying so.Ga naar eind17
Doch helaas ik gevoel hoe langer hoe sterker that I am not destined to keep alone. Die stille huisselijke scenes, waarin een van de lieve spruiten gedurende het middagmaal zijn dingetjens op den grond doet, terwijl Moppie het oplikt en vader, bij vergissing, zijn mond afveegt aan het vuile luurtjen in plaats van zijn servet; al deze domestique tooneelen, die mij te voren het hart uit het ligchaam deden braken, zijn thans voorwerpen van mijn welgevallen en van mijn verlangen. Ik gevoel de levendigste behoefte aan een vrouw, mijn hart en mijn pantalon zeggen mij dit dagelijks, en Dominé Scharp,Ga naar eind18 die elk die naar de academie ging, drie groote spelden medegaf, één voor zijn' mond, één voor zijn zak en één voor zijn klep, had voor mijn klep wel een dubbel slot mogen bestellen. In dit opzigt ben ik gelijk aan Van RhijnGa naar eind19 die ook enkel leefde voor de l'amour. Intusschen wenschte ik dat Shakespeare mijn kind, en ik zijn treurspelen gemaakt had. Die goede, fraaie Van Rhijn, hoe maakt hij het toch, | |
[pagina 70]
| |
leeft hij nog of is hij reeds in den hondenhemel? Het zal mij eveneens gaan als Justice Shallow in the Henry the fourth, die van zijn neef verneemt dat al zijn fellow comrades are gone.Ga naar eind20 Van Rhijn zal ík nimmer vergeten en tot hiertoe heb ik nog geen hond aangetroffen die in zijn schaduw kan staan, zoomin voor ligchaams als zielshoedanigheden. Zonder juist een geleerde opvoeding ontfangen te hebben, had hij een zeer beschaafde opleiding genoten, nimmer hield hij zich op met vreemde nieuwigheden, maar bepaalde zich uitsluitend bij de litteratuur van zijn vaderland, de edele zwem- en duikkunst namelijk, en zonder overmatig met courage bedeeld te zijn bezat hij juist effronterie genoeg om een hond zonder menschenkennis, ofschoon tweemaal sterker dan hij, op de vlugt te jagen, terwijl hij, quant à l'amour, menigmalen met een minnares aan zijn derrière de trappen opkwam en bovendien misschien de eenige persoon was, in staat om zijn meester te verneuken. Zoo gij hem spreken mogt groet hem dan, alsmede Soek van wien ik nog niets heb vernomen en wiens nalatigheid in het schrijven mij diep grieft. Ik ben helaas aanhoudend onder doctorshanden en heb bijna een maand het huis moeten houden, de lucht van Londen is verderfelijk en ik haak er naar om deze wereldstad, die ik duizendmaal vervelender vind dan onze Hollandsche steden, te verlaten. [...] |
|