De gedichten van den Schoolmeester
(1902)–De Schoolmeester– Auteursrecht onbekend
[pagina 180]
| |
Waterteug.Voor den armen broeder.
Gebroken armstoel: is armoede een misdaad?
Fluweelen Rijkleed: is zy geene?
Ouderwetsche- kleederdracht- en huisraad-samenspraken, nopens het mijn en het dijn der hedendaagsche menschelijkheid. - Onuitgegeven.
La seule charité vraiment charitable c' est l'égoïsme.
Champagne, in 't overvloeiend glas,
Gegoten of het spoeling was,
Komt in uw woning niet te pas,
Noch bruigomstreelend hypocras,
Noch kievitsei uit lentegras,
Noch hartverkwikkende ananas,
Noch flageolet, viool of bas,
| |
[pagina 181]
| |
Ofschoon 't uw gouden bruiloft was;Ga naar voetnoot1)
Geen uurwerk in uw gordeltasch,
Geen steenspeld in uw bonte das,
Geen zijden voering in uw jas,
Geen bedgordijnen in de koû,
Geen dekens voor uw kranke vrouw,
Noch by haar doodbed 's nachts een kaars:
Geen rouwband in uw diepen rouw,
Noch troostrijk slokjen curaçao:
Geen opgekrulde waterbaars,
Vol hom, gelijk mijn overhemd,
Of dikke kuit, gelijk mijn laars,
(Voor 't maal van mijn maîtres bestemd
En drommels lekker, duur, en schaarsch).
Voor u het water; - doch de baars
Voor d' eignaar van gezegde laars. -
|
|