De gedichten van den Schoolmeester
(1979)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Korte inhoud.Eerste Bedrijf. - Het landhuis van den heer Dadelpracht Conversatie tusschen hem, zijn knecht, koetsier en huisvrouw. De kamenier zoekt Mevrouw te wikkelen in een minnehandel met zekeren Luitenant der kurassiers. Het tooneel verandert in den ourgon van den Heer Dadelpracht. Gezegde verliefde makelaar bedenkt onder 't rijden, dat gezegde Luitenant in zijn absentie zijn vrouw wel zou kunnen van 't spoor leiden, en zendt daarom zijn koetsier terug om zijn vrouw te verbieden, gezegden Luitenant by zich te ontfangen. De koetsier keert naar huis met het achterste gedeelte van het rijtuig, terwijl Mijnheer met het voorste gedeelte voortrijdt. | |
[pagina 72]
| |
Tweede Bedrijf. - De koetsier komt t'huis; doch is wijzer dan zijn heer, en, begrijpende, dat de vrouwen, van Eva af, altijd in de contramine zijn, verbiedt hy uit naam van Mijnheer aan Mevrouw, op Mijnheers rijpaard in de geut te rijden. Mevrouw, alleen gebleven, verwondert zich over het zonderlinge verbod van Mijnheer. Zy beklaagt er zich over tegen haar kamenier, en, haar trek tot het verbodene niet kunnende bedwingen, laat zy het paard van stal halen. (Dewijl echter de eerste acteur, die de rol van 't paard vervullen moest, ziek of weg is, wordt, in plaats van een paard, een groote Newfoundlander gehaald, waaropMevrouw in de geut gaat rijden.)
Derde Bedrijf. - De zuigeling van Mevrouw, een veelbelovende knaap van drie maanden, houdt een roerende alleenspraak om het gemis van Mama, en den honger, dien hy heeft. De kamenier en de knecht troosten het kind met een Deventerkoek. De Luitenant komt, is verwonderd Mevrouw niet te vinden, en gaat haar opzoeken in de geut. | |
[pagina 73]
| |
Vierde Bedrijf. - De Luitenant ontmoet Mevrouw in de geut, en doet haar een liefdes-declaratie. Mevrouw, welke het rijden zeer veramuzeert, gelast hem, uit den weg te gaan. Hieraan niet gaauw genoeg voldoende, wordt hy overreden en bijt hem de Newfoundlander een stuk van zijn neus af. De hond begint de katten na te jagen, en eindigt met Mevrouw van boven neêrte gooien, gelukkig in een doornenhaag, waardoor de val gebroken wordt.
Vijfde Bedrijf. - Mijnheer komt t'huis, vindt den Luitenant zonder neus en Mevrouw veel hebbende van een stekelvarken, den zuigeling ziek van 't koek eten en alles in rep en roer. Zich informeerende, verneemt hy van den koetsier de toedracht der zaak en wenscht zich zelven geluk, dat zijn bevel niet stiptelijk is uitgevoerd. |
|