Lijst = Lijst van aardrijkskundige Namen van Nederland, uitgegeven door het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap (1936).
Mansion = Mansion, De voornaamste Bestanddelen der Vlaamsche plaatsnamen (1935).
Mariënw. = Cartularium der abdij Mariënweerd (uitg. De Frémery, 1890), in 't bijzonder de daarbij ingebonden goederenlijst der abdij (ald. blz. 345 v.v.).
Materiaal-Tack = Ongedrukt materiaal, door P.L. Tack verzameld: meest Walchersche veldnamen uit de Overlopers van de polder Walcheren (a. 1566—1675). Aanwezig op 't Bureau v. Naamkunde te Amsterdam.
Mawer The chief elements = Mawer, The chief elements used in english place-names (1924).
Pollet en Helsen = Pollet en Helsen, Toponymie van Varsenare (1933).
RL. = Register op de leenaktenboeken van Gelre en Zutfen.
Sl. v. B. = Slicher van Bath, Mensch en Land in de Middeleeuwen (2 dn., 1944).
Smallingerland = Smellingera-land (1949): bundel opstellen, waarin (blz. 278 v.v.) een hoofdstuk over toponymie door Van der Molen.
De Vries Dr.pl.n. = De Vries, Drentse plaatsnamen (1945).
De Vries Gr.pl.n. = De Vries, Groninger plaatsnamen (1946).
Wanink = Wanink, Twents-Achterhoeks Woordenboek (1948).
Weijnen = v. Hasselt en Weijnen, De plaatsnamen van Roosendaal (De Gulden Roos, No. 8, 1948).
Wat de herkomst van het materiaal betreft, voorzover niet anders is vermeld, zijn alle opgaven:
voor de Zaanstreek ontleend aan Boekenoogen, De Zaansche Volkstaal;
voor Waterland ontleend aan V. Engelenburg: NGN 6, 94 v.v.
voor het Gelderse grote-rivierengebied, alsmede voor Grootebroek (N.-H.) ontleend aan — thans ten dele in bovengenoemde verhandeling van Edelman-Vlam gedrukt — materiaal van de Stichting voor Bodemkartering; het ongedrukte werd ons welwillend ter inzage gegeven;
voor Terschelling ontleend aan ongedrukt materiaal van G. Knop te Amsterdam; voor Urk aan het verzamelwerk “Urk” (blz. 333);
voor Friesland ontleend aan Winkler's Friesche Naamlijst;
voor Overijsel en de Oost-Veluwe ontleend aan materiaal van H.J. Moerman te Kampen; ten dele aan diens schriftelijke opgaven, ten dele aan diens artikelen in NGN. VII en XII. Een uitzondering vormen de opgaven voor Vriezenveen, welke ontleend zijn aan een inzending van H. Jansen te Vriezenveen; terwijl voor Enter gebruik gemaakt is van Prakken's artikel in NGN. 9, 117 v.v.;