Laten we er een man bij halen. Als de gootsteen verstopt is, als de sleutel van de kast zoek is, als de geyser het niet doet: laten we er een man bij halen. Het liefst zou ik ook als we treurig zijn, of als we ruzie hebben, of als de toekomst ons drukt, zeggen: laten we er maar een man bijhalen. Maar het is waar, je kunt niet overal een man bijhalen. Er zijn situaties in het leven waar je geen man bij kunt halen.
Nee, we moeten nu gewoon afwachten, hoe het over een maand is, zei hij.
Dat doen we dus nu. Ik verbeeld me, dat ik de vloer voel zakken. Misschien moeten we over een halfjaar de meubelen vastschroeven, om ze te verhinderen allemaal naar een wand te glijden. We zullen palen moeten maken in de huiskamer, waaraan we ons moeten vastklampen, willen we niet telkens naar de voorgevel glijden.
Hou je goed vast! zeg ik dan tot mijn visite. Zit je? Hou je vast, anders ga je!
Is het niet een beetje lastig? vraagt de visite dan, zich krampachtig vastklemmend aan een paal. Och, nee, zeg ik. Je went er aan. En het is trouwens de moderne opvatting in de architectuur. Pisa-bouw. Heus, als je het eenmaal hebt gehad, kun je niet meer wennen op die ordinaire waterpasvloeren. Neem nog een amandelkransje... Zou het zo zijn over een half jaar? Nou ja, dan zien we wel weer. Per slot moet er iets mankeren, je kunt niet alles zo volmaakt wensen.