Nee, niet doen. En dan gaan we lange ethische betogen houden in de trant van: Die zoete poes, je doet haar pijn, en je mag de poes geen pijn doen want dieren voelen ook en als je het weer doet mag je niet meer met de poes spelen...
Dan kijken ze allebei schuldig. Mijn zoontje laat de poes los, maar twee minuten later zijn ze samen onder een logeerkamerdeken in het droge bad en spelen autobusje. Hij houdt haar opnieuw in een moordende greep, maar toch blijft de poes spinnen. En de poes, zij spinde voort...
Zo nu en dan wordt het me te bar. Dan ga ik die twee van elkander scheiden met geweld en dan gaan ze voor een ogenblik ieder hun eigen leven leiden. De kat wandelt dan in den hoge: langs richels en ribbels en balken, over leuningen en kasten en radiatoren; 't is net, alsof ze een weddenschap heeft afgesloten om nooit met de voetjes op de grond te komen. Ze vindt het een exquis genoegen om tussen de kopjes van het koffieservies te lopen en ons te horen hijgen van angst. Van daar uit strekt ze een elegante teen uit naar de klimplant en hipt dan, zonder één haar van de koffiekopjes te krenken, op de vensterbank, waar ze geruime tijd is geëngageerd in het kijken naar een luie wintervlieg.
En het jongetje heeft ook zo z'n eigen visie op het interieur. Hij rust niet voor alle meubelen in één hoek zijn geschoven, dan bouwt hij ze daar vol met pannen, het vergiet en de komkommerschaaf, en zo mogelijk een paar dekens, en dat alles smeert hij vol met plasticine. Hij heeft dit materiaal in alle kleuren en ik heb het hem zelf gegeven, om-