Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] De oren van koning Maggelhaan Moet je horen! Moet je horen! Koning Maggelhaan z'n oren groeien en groeien en groeien en groeien O, ze worden zo groot als koeien, nee, zo groot als stoomturbines, nee, zo groot als vliegmachines! 's Morgens vroeg aan het ontbijt komt Marie, de keukenmeid, om met grote sterke touwen [pagina 35] [p. 35] die twee oren op te houwen. Anders vallen ze in de boter, Ach, ze worden al groter en groter, groter en groter en langer en langer, en de koning wordt ál banger. Als hij rijdt in 'n vigilante steken zijn oren aan beide kanten uit de ruiten, uit de ruiten, ja, zijn oren steken er buiten. Naast het majesteitelijk bed zijn twee kasten neergezet, juist, voor ieder oor een kast, o, er zit zoveel aan vast. Als dat nu zo door moet gaan met die koning Maggelhaan is er nergens plaats meer voor, alles zit al vol met oor. Wie kan zich er mee bemoeien, dat die oren niet meer groeien? Niemand? Wel, als dat zo is gaat het met die koning mis. Vorige Volgende