De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] Als vogeltjes gaan slapen Als vogeltjes gaan slapen, dan slapen ze in een nest, dat is nu eenmaal zo, in noord en zuid en oost en west, maar deze kleine vogeltjes, die hebben lie-zju-moo! De eerste heet Bobijntje en de tweede heet Bobo, de derde heet Bobandertje, en voor zover ik weet bestaat er niemand, niemand, niemand, niemand die zo heet. En elke avond kwart voor acht, dan zeggen ze tegen elkaar: Nu snaveltjes poetsen en veertjes kammen en vleugeltjes wassen... klaar! Dan komt moe Vogeltje met de lamp en stopt ze nog eens in, en moet nog gauw vertellen van de bijenkoningin, dan slapen ze met hun oogjes toe, drie vogeltjes naast elkander en dromen alle drie: Bobo, Bobijntje en Bobander. En 's morgens zegt moe Vogeltje: 't Is zeven uur, sta op! Nu snaveltjes poetsen, veertjes kammen, vleugeltjes wassen; hop! Dan moeten ze naar het Instituut voor Vogeltjesonderwijs. Daar krijgen ze les in tsjiep-tsjiep-tsjiep van ene meester Sijs. En meester Sijs zegt iedere morgen: Wel, het is weer zo, de knapste vogeltjes zijn Bobijn, Bobander en Bobo. Vorige Volgende