De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Als de koning nieste En dit is een koning met goud op zijn jas, de koning van Prima Vieste, waar iedereen heel erg dol op was behalve wanneer hij nieste; want als hij nieste, zo af en toe, dan sprongen ááálle ruiten; hij nieste van: ha... ha... ha... ha... tsjoe! De mensen kwamen naar buiten en zeiden: O, kijk wat 'n ongeluk, wéér alle ruiten van 't koninkrijk stuk, en iedereen liep met een kwaje kop, maar de koning zei enkel: He he, dat lucht op. Maar sommige mensen zeiden: Kijk, geen ruit meer heel in mijn woning! Geen ruit in het hele koninkrijk! Wij willen een nieuwe koning! Maar anderen zeiden: Geen sprake van, een nieuwe koning kiezen omdat de oude nu en dan een beetje hard moet niezen? En toen, dat snap je, kwam er mot in 't land van Prima Vieste en... pan! weer alle ruiten kapot omdat de koning nieste. Hij nieste van: ha... ha... ha... ha... tsjoe! en iedereen liep naar buiten toe en iedereen liep met een kwaje kop [pagina 188] [p. 188] maar de koning zei enkel: He he, dat lucht op. Toen was er een hele slimme vent, een vent in Prima Vieste, die bouwde een toren van steen en cement voor als de koning nieste. En toen de koning begon van: ha... toen spitsten de mensen hun oren en riepen: Het Komt! Vooruit maar já! De koning moet gauw in de toren! Ze brachten hem naar de toren toe en sloten de deur met pinnen. De koning was lang nog niet aan: tsjoe, toen zat hij al veilig daarbinnen. Maar toen opeens: Daar kwam Hatsjie!!! Een dreun! Een slag! Een wolk en zie, de mensen stonden nu werkelijk paf. De toren kapot en het dak eraf! Daar stonden ze weer met een kwaje kop, maar de koning zei enkel: En toch lucht het op! [pagina 189] [p. 189] Vorige Volgende