De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Knolletjes-oudejaarsavond Diep in de kelder, van selderie salderie, zitten de knolletjes knus bij mekaar, zitten te zingen van selderie salderie, zó vieren knolletjes oudejaar. Vadertje Knol zit gezellig te eten, moedertje Knol zingt het raapstelenlied. En hoe de kleine knolletjes heten? Raapje en Wortelstok, Suzie en Biet. Oudejaarsavond, wat is dat toch dolletjes! roepen de kleine kni-kna-knolletjes. Jeetje, nu krijgen de kinderen ruzie! Raapje geeft Wortelstok telkens een duw. Biet krijgt een klap van het knolletje Suzie, wat zijn die knolletjes vreselijk ruw! Vadertje Knol zegt: Kinderen, kinderen, schreeuw me toch niet de oren doof! Zit toch malkander niet aldoor te hinderen, zit toch mekaar niet voortdurend in 't loof! Wij zullen zoet zijn; het was maar een lolletje, zegt dan het kleinste kni-kna-knolletje. Wie is de juffrouw, die daar op de mat zit? Kijk er 's aan, 't is de weduwe Muis! Sedert haar man in de cyperse kat zit, voelt zij zich altijd zo eenzaam in huis. Kom, juffrouw Muis, niet zo huilen en morren, wees toch gelukkig, zegt vadertje Knol, u bent een dame met beeldige snorren, [pagina 178] [p. 178] kop op, en neem nog een oliebol, en volgend jaar dan gaat alles op rolletjes, kompelement van de kni-kna-knolletjes. Diep in de kelder, op oudejaar, zitten de knolletjes knus bij mekaar. Dan slaat de klok van bim bam bom. Het jaar is weer om. Het jaar is weer om. En Gelukkig Nieuwjaar! [pagina 179] [p. 179] Vorige Volgende