De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] De uilemanschool En dit is dan de tweede klas van meester Uileman, het is een school voor uilen, ja voor uilekinderen dan. De school begint om één uur 's nachts, dat moet ook wel, want ach, dan zijn de uiltjes wakker en ze slapen overdag. Ziezo, zegt meester Uileman, is iedereen nu binnen? Hij klapt eens in zijn vleugels en dan gaat de school beginnen. Sofietje Uilebrok kom jij eens even voor de klas, ik wou er wel eens weten, waar je gisteravond was? Ik kon 't niet helpen, meester, zegt Sofietje Uilebrok, ik heb de school vergeten, ik zag nergens een klok! Ga in de hoek, zegt meester Uil, ik kan je niet gebruiken, en schrijf maar honderd regels van: Ik ben een uilekuiken! Nu gaan we sommen maken Uilepiet, kom voor het bord, hoeveel is twee maal twee? Vooruit, weet jij, hoeveel dat wordt? En Uilepiet gaat rekenen. Hij rekent een kwartier. Ik heb het, meester, zegt hij stralend: Twee maal twee is vier! Wat zeg je? Twee maal twee is vier? Wie heeft je dat geleerd? Zo roept de meester woedend. Dat is helemaal verkeerd! [pagina 124] [p. 124] Zeg jij het maar, Klaas Uilebikkel, wat had jij gedacht? Wel, meester, zegt Klaas Uilebikkel, twee maal twee is acht. Da's goed, zegt meester Uileman, je bent een piet in 't rekenen. Nu weg met al die rekenboekjes, want nu gaan we tekenen. Kijk goed, wat ik nu teken op het bord: een nest met uilen! Wat is er nu weer, Uile-bobbie, waarom ga je huilen? Ik moet naar achter, meester, zegt de kleine Uile-bob. Vooruit dan, zegt de meester, steek je vleugel dan ook op. Opeens, o, wat gebeurt er? Wat een vreselijk rumoer! O, kijk, daar loopt een muisje, ja een muisje op de vloer. De uilekindren schreeuwen en nu is het uit met leren, ze vliegen allemaal elkaar venijnig in de veren. Stil! buldert meester Uil en slaat op tafel met een klap. Dan slokt hij zelf de muis naar binnen met één grote hap. De schoolbel luidt, de school gaat uit, het is al half vier. En alle uiltjes gaan naar huis en hebben groot plezier. [pagina 125] [p. 125] Vorige Volgende