De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 122] [p. 122] Achter het huis Achter het huis daar staat een boom, die is ontzettend dik. Weet je wie die om gaat hakken? Dat doe ik! Ik neem een bijl en hak die boom boem ineens kapot. Ik zaag er dikke planken van en maak een heel groot vlot. Mijn beddelaken wordt een zeil, mijn zakdoek wordt de vlag. Dan zeg ik: Nou, ik ga op reis hoor, moeder, goeiendag. Dan vaar ik onder de Maasbrug en kom vanzelf in zee, en dan komt er een woeste storm en sleurt mijn bootje mee. Maar dat is niets, ik ben zo stoer: een zeeman van stavast. Ik blijf maar aldoor hozen en ik hou me stevig vast. Dan zeil ik over de Noordzee en op de Oceaan en eindelijk kom ik uitgeput in Pernambuco aan. De mensen staan er aan de wal en zeggen: Kijk eens, hee! Daar komt een kleine jongen aan zómaar vanuit de zee. Dan zeg ik: Ik ben Jantje en ik kom uit Rotterdam, en waar is hier het postkantoor, 't is voor een telegram. Ik stuur een telegram naar huis en daarin zet ik dan: Dag moeder, ik kom gauw terug. Stop. Groeten. Jan. Vorige Volgende