De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Waar bleef de kabeljauw? Waar is toch, o, waar is toch de kabeljauw gebleven? Hij lag toch in de kelderkast, ik heb 'm nog gezien! Ik heb ernaar staan kijken en ik fluisterde nog even: Dat is vast een kabeljauw van éne gulden tien! Tjonges, én wat nou? Weg is die kabeljauw! Zou hij soms gestolen zijn, toen iedereen in bed lag? Is er soms een dief die kabeljauwen lekker vindt? Ik dacht vannacht nog even dat ik iemand met een pet zag ik hoorde iemand lopen, krikkekrakke, op het grind. Mét die kabeljauw. Of droomde ik dat nou? Kom je helpen zoeken, waar of hij is gebleven? Kijk, daar in de kelder staat het water op de grond... Is die kabeljauw soms uit z'n eigen weer gaan leven? Is hij weer gaan spartelen en zwemt hij weer in 't rond? Jò, toe ga nou gauw... Zo'n doje kabeljauw! Waar is toch, o, waar is toch die kabeljauw gebleven? Hij lag toch in de kelderkast, dat is toch al te mal? Nee maar, wacht eens even, wat hoor ik daar voor leven boven op de daken? Aha, ik snap het al: Miauw, miauw, miauw! Daar bleef die kabeljauw. Vorige Volgende