De spin Sebastiaan(1966)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] De draak in een muizeval Er was eens een draak (dat hoor je niet vaak!) en dit was een hajige, kwajige draak, een draak vol schubben en vinnen. Er kwam uit zijn neusgaten vurige rook, zijn staart was geribbeld, zijn voorpoten ook, en iedereen raakte totaal van de kook, wat moest je met zo iets beginnen? Want iedere morgen om kwart over vier dan kwam hij zijn hol uit, dat vreeslijke dier, zijn ogen loerden venijnig! Hij roofde de kinderen, werkelijk waar, hij at ze, hij vrat ze met huid en met haar! En iedereen vond dat verschrikkelijk naar! Maar wat kon je doen? Heel weinig! Toen was er een mannetje in die stad, die ergens een oude muizeval had, hij zei: O, ik vang 'm wel even! Toen lachten de mensen van Hi en van Ha! Een draak in een muizeval vangen, welja! Ze lachten hem uit en ze jouwden hem na maar 't mannetj'is kalm gebleven... Hij zette de muizeval onder een boom, en wat lag erin? Een schoteltje room! Toen kroop hij achter de struiken. En 's morgens vroeg op hetzelfde uur, daar kwam weer de draak en hij sproeide weer vuur, [pagina 78] [p. 78] het mannetje raakte wel wat overstuur, en de draak stond stil om te ruiken... Hij snuffelde rond en hij rook aan de boom, (en draken, dat weet je, zijn stapel op room, daar kunnen ze zó naar verlangen!) Daar zag hij de val en de draak nam een sprong! Nu zat hij ervoor en hij strekte zijn tong, zijn tong gleed naar binnen, het deurtje zei: Pong! Daar zat ie, daar zat ie, gevangen! Het mannetje kwam uit de struiken vandaan, hij riep alle mensen, daar kwamen ze aan, wat waren die mensen verwonderd! Een draak in een muizeval, wel, wel, wel! Toen maakten ze portemonnees uit z'n vel, ('t is werkelijk waar, hoor, wat ik vertel!) en het werden er zeker wel honderd! En 't mannetje kreeg nog een sigaret en nou is het uit en nou moet je naar bed! Vorige Volgende