De vos en de haan
Bedrog te kijk zetten en er de gek mee steken is gerechtvaardigd. Luister maar naar deze fabel.
Een hongerige vos wilde een stel hennen bedriegen die met de haan in een hoge boom waren geklommen. Hij sprak de haan vleiend toe en groette hem, vragend: ‘Wat doet u daar zo hoog? Hebt u het heerlijke, goede nieuws niet gehoord?’ De haan antwoordde: ‘Nee.’ Toen zei de vos: ‘Ik ben hier gekomen als een verkondiger, om communie met u te houden en te spreken over de vreugde die nu onder alle dieren heerst. Want men heeft besprekingen gehouden waarbij besloten is een eeuwige vrede tussen alle dieren te sluiten, zodat alle angst kan worden afgeschud. Niemand mag een ander in de val lokken of onrecht aandoen, maar zal een eeuwige vrede in acht nemen, zodat iedereen ongestoord en opgewekt kan gaan waar hij wil. Kom daarom naar beneden en laten we dit feest vrolijk vieren.’
De haan begreep het bedrog van de vos en zei: ‘U brengt een goed en aangenaam bericht’, en strekte tegelijkertijd zijn hals en ging hoog op zijn tenen staan, alsof hij iets in de verte wilde zien. Toen vroeg de vos: ‘Waar kijkt u naar?’ De haan antwoordde: ‘Ik zie twee honden die hard aan komen rennen met geopende bekken en naar ik aanneem de vrede komen berichten zoals u die mij aangekondigd hebt.’ De vos werd heel angstig en zei: ‘Adieu, het is tijd dat ik op weg ga, voor zij komen’, en begon weg te lopen. De haan zei: ‘Ga niet weg! Waar bent u bang voor? Als de vrede gesloten is, hebt u niets te vrezen.’ De vos zei: ‘Ik vraag me af of deze honden de verordening van de vrede al vernomen hebben; daarom kan ik niet blijven.’ En hij vertrok zonder gedag te zeggen.
Zo is het bedrog van de vos belachelijk gemaakt door de list van de haan.