De vos en de haan
De derde fabel gaat over de vos Reinaart en de haan. Hij leert ons dat het vaak gebeurt dat men door te veel te praten grote schade lijdt, zoals uit deze fabel blijkt.
De vos Reinaart kwam een haan tegen, en zei het volgende tegen hem: ‘Ik zou graag weten of u net zo goed zingen kunt als uw vader kon.’ Toen de haan dit hoorde, sloot hij beide ogen en begon te krijsen en te zingen. Terwijl hij zo bezig was, greep de vos hem en droeg hem weg. De mensen van het dorp begonnen te schreeuwen en te roepen: ‘De vos loopt weg met de haan!’ De haan, die dit hoorde, zei tegen de vos: ‘Mijn lieve heer, hoor je niet wat de mensen zeggen? Dat jij hun haan wegdraagt? Zeg ze dat hij van jou is en dat zij er geen recht op hebben!’ En toen de vos zei: ‘Het is mijn haan en jullie hebben er geen recht op!’, vloog de haan weg uit zijn bek en ging in een boom zitten. Toen zei de haan tegen de vos: ‘U liegt, want ik behoor deze mensen toe en niet u. ‘De vos hoorde dit aan en begon toen zijn kop tegen de aarde te slaan, terwijl hij zei: ‘Mond, mond, je hebt te veel gesproken! Want als je niet zoveel gepraat had, dan zou je de haan opgegeten hebben.’
En daarom is het zo dat veel spreken dikwijls veel last veroorzaakt en veel kwaken nogal eens iets bederft. Hoed je daarom voor veel spreken en kwaak niet te zeer, zodat je er achteraf geen spijt van krijgt.