De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels
(1999)–Anda Schippers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
De eenhoorn die oude mensen bespotteOver de eenhoorn die oude mensen bespotte, waaruit we leren dat jonge mensen ouderen respect moeten betonen
De eenhoorn is een dier dat een hoorn van vier voet lang bovenop zijn kop heeft, zo scherp en sterk, dat hij er alles wat hij wil mee kan doorboren. Hij vecht met olifanten, die hij de buik openrijt en zo tegen de grond gooit. Hij is zo sterk dat geen jager hem kan vangen. Maar, zoals degenen zeggen die over de aard van dieren en beesten schrijven, als een mooie maagd naar de eenhoorn wordt gebracht en hij, als hij komt, zijn kop in haar schoot laat rusten, dan legt hij al zijn wreedheid af en valt in slaap. Op die manier wordt hij zonder dat hij het merkt en zonder strijd gevangen, zoals Isidorus zegt. Sommige anderen zeggen dat de eenhoorn een hoorn op zijn neus heeft en zo wild van aard is dat men hem, al was hij gevangen, toch niet zou kunnen houden. Vanwege zijn kracht en jeugd kon dit dier geen oude mensen zien. Zodra hij een bejaard iemand zag, liep hij hem met spottende gebaren achterna. Ouderen die door hun ouderdom krom liepen, wees hij met de vinger na en hij maakte ze belachelijk tegenover andere mensen. De tijd had zijn loop, zodat ook de eenhoorn oud werd. Wie hem zag, bespotte hem, wat hij lijdzaam verdroeg. Hij zei: ‘Wie oud wil worden en lang wil leven, moet ouderen eer en respect betonen.’ Hiervan kan men leren dat jongeren ouderen niet moeten uitlachen, maar eerbiedig moeten bejegenen. Dat gebiedt God de heer in het Oude Testament, waar hij zegt: ‘Voor de oude, grijze man zult u opstaan en de oude zult u eren.’aant. Hetzelfde leert ons de apostel Petrus in zijn brieven, waar hij zegt: ‘Gij jongeren zult de ouderen onderdanig zijn.’aant. Dat zegt ook de wijze Cato:aant. ‘Ga opzij en maak plaats voor de oude mens.’ | |
[pagina 49]
| |
Zo schrijft Valeriusaant. dat de grote Alexander de bijzondere eer en liefde van zijn onderdanen verdiende door zijn edelmoedigheid. Want op een keer, toen hij met zijn heren en ridders op de gevaarlijke zee voer en hij in een grote stoel bij het vuur zat, zag hij een oude ridder die door de kou gekweld werd. Hij stond op uit zijn stoel en plaatste de verkleumde ridder met zijn eigen handen in zijn stoel bij het vuur, waar hij zelf gezeten had. Ook zegt Valerius nog, dat wanneer ooievaars oud worden, de jongen hun ouders in het nest tegen hun borst aan leggen en ze warm houden en het voedsel geven dat ze nodig hebben. Dat moesten de mensen, die redelijke wezens zijn, ter harte nemen en ze zouden hun ouders ook de verzorging en hulp moeten bieden waar ze in hun ouderdom vaak behoefte aan hebben. Daarom vertelt Valerius verder dat een edele, hooggeboren vrouw ooit vanwege een misdaad gevangengenomen was en in de kerker gezet, om daar van honger te vergaan en te sterven. Haar dochter had toestemming van de rechter om haar moeder elke dag een keer te bezoeken op de plaats waar ze was opgesloten, en ze werd altijd grondig gefouilleerd om te zien of ze brood of ander voedsel naar haar moeder bracht, wat ze niet mocht doen. Maar ze haalde haar borsten tevoorschijn en liet haar moeder. daar elke dag aan zuigen en voedde zo haar moeder met de melk uit haar borsten. En uiteindelijk, toen hij dit hoorde, werd de rechter door barmhartigheid bewogen en gaf de dochter haar moeder terug. Hetzelfde leest men van een oude vader, die ook zo door zijn dochter werd gevoed. Van alle dieren, zo blijkt, laten alleen de gieren hun ouders van honger en gebrek sterven. |
|