De pauw en de egel
Tegen degenen die met lozeglorie voor anderen willen pronken
Een pauw stond voor een egel en pronkte met zijn mooie staart om de egel te vernederen en zijn eigen glorie te tonen. De egel doorzag wijselijk zijn hoogmoed en balde zich helemaal samen, zodat men alleen nog stekels kon zien. Hieruit leidde de pauw af dat hij belachelijk gemaakt werd, en hij sprak, klagerig en boos, als volgt tegen de egel: ‘Al is de mens zelf een wonderbaarlijk iets, toch behaagt het hem mijn verbazingwekkende schoonheid te zien; maar jij verbergt je ogen en versmaadt mij en toont mij slechts een vervaarlijke bol vol stekels en een lelijke gedaante.’ De egel antwoordde: ‘Wie met het zijne doet wat hij wil, doet niemand onrecht aan. Maar ik vraag je, vertel me zonder boos te worden: wat acht je meer waard, te lijken of te zijn? Als je zegt: te zijn, wat kan je dan mijn blik schelen? Want je bent niet minder, al zie ik je niet. Maar wil je liever iets lijken, dan ben je een hoogmoedig schijnbeeld en zoek je bewonderende blikken. Denk eraan dat de basilisk met zijn ogen doodt.
Ik zal je ook vertellen wat de spiegel tegen de aap zei: verheug je meer over wat je bent dan wat je in de spiegel lijkt; want wat je bent, is je wezen en wat je in mij lijkt te zijn, is een leeg beeld. Weet je niet dat de snelle tijger die haar jong verloor, zichzelf in een spiegel zag en dacht dat het spiegelbeeld haar jong was, en daardoor nooit meer haar kind terugvond? Waarom spreid je de waaier van hoogmoed uit en ambieer je alleen maar de schijn? Bedenk dat de rook uiteenvalt terwijl hij oprijst, en dat de aarde geen vrucht voortbrengt als zij het gezaaide zaad niet in zich verbergt. De schittering vanbuiten verduistert de ogen en de melaatsheid op de huid bevlekt de lichaamsdelen. Verborgen schoonheid straalt helder, welriekende kruiden geuren het lekkerst als ze bedekt zijn. De kastanje is omgeven door een door-