Een proeve van stilistiek bij Ruusbroec 'den Wonderbare'

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar dbnl

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een proeve van stilistiek bij Ruusbroec ‘den Wonderbare’ van W.C.A. Schilling uit 1930. Het betreft haar proefschrift.

 

redactionele ingrepen

De stellingen zijn achterin het boek toegevoegd.

p. VII: tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.

p. 71-94: ten behoeve van de duidelijkheid zijn de meeste tabellen op deze pagina's tweemaal weergegeven: eenmaal als tekst en eenmaal als afbeelding.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI, 134, *2 en *4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (p. I)]

EEN PROEVE VAN STILISTIEK

 

BIJ

 

RUUSBROEC ‘DEN WONDERBARE’

 

[pagina ongenummerd (p. III)]

Een Proeve van Stilistiek

BIJ

Ruusbroec ‘den Wonderbare’

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN EN WIJSBEGEERTE AAN DE KEIZER - KAREL UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS DR. E. DRERUP, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE, IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN IN DE AULA DER UNIVERSITEIT OP 10 DECEMBER, DES NAMIDDAGS TE 4 UUR

DOOR

WILHELMINA CHRISTINA ANTONIA SCHILLING

GEBOREN TE ARNHEM.

D.B. CENTEN'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ, AMSTERDAM

1930

 

[pagina 133]

INHOUD.

			Bl.
Inleiding	I.	Religieuze Karakteristiek	1
	II.	De Gebedsakt	14
Hoofdstuk	I.	De Zin	24
	II.	De Zinsaanhef	49
	III.	Het ‘en’ verbindingsgevoel	60
	IV.	De Clausule	70
	V.	Ruusbroec's visueele fantasie	96
	VI.	De andere zintuigelijke gewaarwordingen	105
Aanhangsel.		De Gebedsakten uit Ruusbroec's werken	117