| |
| |
| |
Barend is weer bezig
Deel 4 Barend in België
Met o.a. IJf Blokker (Barend Servet); Patricia Paay (zingt ‘People’ van Merrill/Styne); Dolf Brouwers (Sjefke van Oekel: inleider, Minister, zingt ‘Mensen’ van Merrill/Styne, bew. Plafond/Jaspars, arr. J.P. van Mechelen); Jaak van Hombeek (fritbakker); Arthur van den Eynde, Jenny Tanghe (echtpaar); Luc d'Heu (artist); Teresa van der Hallen (Doreske); Leo Rozenstraten (vertegenwoordiger); Jean Laurent (beiaardier); Irene Arents, Resi Norbert (dames van de Kunstcommissie); Rik Bravenboer (mijnheer De Beukelaer); Remi Vermeyen (G.E.B.-functionaris); Micky Morgan (zingt ‘Wo ist der Song von Laramie’); Jerry Eve (trombonist); Lou Telby (Fred Haché); Diana Claes (Nicole); Maria Meivis, Jos Wilms, Jeanne Wilms, José Merckx, Maria Knops, Carla Brouwers, Frans de Nil, André Neukermans, Pol Perpète, Piet Merchie, Marc van Keer, Nora Barten, Lia Lee, Jos de Beul, J. Quaghebeur, J. Rijmenants (bezoekers van de tentoonstelling, figuratie elders); Sandy Sommers (stripteaseuse); Axio Show (topless dansshow); Gerard Schiering (dominee); Jo de Caluwé (B.R.T.-reporter, nieuwslezer); Fons Derre (douanier, conducteur); Eddy Claes, Jos Wilms, Charles Dooms, Louis Vingerhoets, Fé Poelmans, Roger Dorfs, Jos Kennis (monniken); koor o.l.v. mevrouw H. Nieuwenhuijzen (zingende monniken); Cor Brak (Gerrit Dekzeil, zingt ‘Ik ben Gerrit’ van Plafond/Jaspars); Benny Wester- | |
| |
lingh, Hugo de Beul, Robert Beyers (gendarmes); St John (heer zonder broek); Prehistoric Love (epische dans); Henk Bruinsma, C. Schouwenaar (onheilsprofeten); Cor Jansen (koffieman); Eric Cambien (Koning); Jos de Clerq (lakei); Hugo
de Beul (schildwacht); Gay and Go Girls (blote dans); Fred van Ingen (saxofonist, playbackt Johnny Pearson in ‘People’)
fade-up: in een neutraal decor staat een groepje van pakweg zeventien mensen - mannen, vrouwen en kinderen - van verschillend pluimage; centraal een alleraardigste jongedame, gekleed in een gewaagde blouse over een zilverkleurige broek, die zich, wanneer een groot strijkorkest heeft ingezet, ontpopt als talentvol zangeresje; een smaakvolle titel geeft aan dat het Patricia Paay betreft
People, people who need people
are the luckiest people in the world
We're children needing other children
And yet, letting our grown up
Hide all the need inside,
Acting more like children, than children
Lovers are very special people,
They're the luckiest people in the world.
With one person, One very special person,
A feeling deep in your soul
Says: you were half, now you're whole.
No more hunger and thirst,
But first, be a person who needs people.
Are the luckiest people in the world
het lied is uit, Patricia kijkt ons geroerd aan, de mensen om haar heen lopen zwijgend en kalm voorwaarts het beeld uit; titel ‘Barend is weer bezig’; inzoom en onscherp worden op Patricia, fade-out; fade-up: gestommel achter bollende rood pluche theatergordijnen, Sjefke van Oekel, gekleed in een onberispelijke smoking, komt
| |
| |
tevoorschijn, hij heeft een stapel papieren bij zich
(stralend) Hier ben ik weer! Zo. Daar ik de vorige show tijdens mijn inleiding nogal tamelijk onwel geworden ben, doet het mij genoegen dat de directie mij aangeboden heeft het nog maar eens te proberen. Hopelijk hoef ik nu niet opeens te braken, want de vorige keer moest ik nogal braken, ziet u.
Of het nu de zenuwen waren die mij parten speelden, of de heren van de orkestbak die plotseling parten begonnen te spelen, ik weet het niet.
Ik ben dus ook maar een eenvoudige boerelul. Waar gaat het nu eigenlijk om. (opzij, naar de coulissen) Kan die? Ja? Zal ik dan maar beginnen? (weer tot de kijker) We hadden het over Barend Servet. (kijkt verbaasd, verwachtte blijkbaar applaus, dat evenwel uitblijft; haalt de schouders op en gaat verder met zijn toespraak) Humor, geld, veel geld en lekkere wijven in de showbiz anno nu.
de Servet-tune zet in
onze swingende Barend Servet
Potverdomme, wat is dat nu weer!
Nu voel ik mij eens kiplekker en nu beginnen ze ineens weer met die moderne show!
close-up oude man met beslagen bril
(in de gordijnen) Heren, heren, heren van de directie!
toch blijft hij steeds een heer
Ik zit middenin mijn inleiding en nu begint u zomaar ineens met de vertoning! En ze hadden me nog wel beloofd omdat ik me vandaag reuzegoed voelde mijn inleiding af te steken.
Stoot zijn neus keer op keer
maar hij blijft in de weer
Potverdomme, nou word ik opeens weer niet goed...
we zien Barend als pompbediende, hij groet met
| |
| |
een tik tegen zijn pet een zojuist bediende automobilist, die vervolgens over een voet van Barend wegrijdt, Barend maakt een rondedansje op één been
Doet zijn best of hij gooit met zijn pet
Barend als huisschilder, hij staat hoog op een trap een gevel te schilderen en laat daarbij een grote bus verf vallen; Fred Haché, die beneden aanwijzingen staat te geven, krijgt de bus over het hoofd, hij barst uit in getier
onze swingende Barend Servet!
Barend op bezoek bij deftige dames, hij neemt een slokje koffie, het kopje laat los van het oortje, hij krijgt een plens koffie over zijn broek, een dame poetst zijn gulp; instrumentaal gedeelte Servet-tune, Barend wandelend en fluitend in de bossen, een gemene jager treft hem met een schot hagel in zijn achterste als hij gebukt een mooie paddestoel bewondert; een konijntje huppelt vrolijk weg; klokgebeier en dramatische muziek, detail van een landkaart, waarop wij het plaatsje Dalden aantreffen
(dames- en herenstem tegelijk) Twee september negentienhonderdenzeuvendertig: (herenstem alleen) In het vriendelijke dorpje Dalden onder de rook van Assen
foto van een baby op een berenvel
wordt het echtpaar Servet eindelijk een gezin: Barend junior aanschouwt (damesstem) het levenslicht. Al spoedig vult de vrolijke lach van kleine Barend de eenvoudige woning.
Barend als kleuter met een gieter in de tuin
(herenstem) De kleine ontwikkelt zich snel tot een pienter baasje dat (damesstem) op school de leerkrachten verbijstert met zijn opmerkelijke leergierigheid...
kleine Barend schrijft het woord KUT op het schoolbord en moet daar vreselijk om lachen, de juffrouw is ontdaan en grijpt naar haar hoofd
| |
| |
(herenstem) Enfin, na een roerige schooltijd trekt onze Barend welgemoed de wijde wereld in...
foto's van Barend op een verjaarsfuifje en als drummende jongeman; dramatische muziek stopt, we zien een bejaard echtpaar in een ouderwetse kamer, ondertitel: B.J. Servet en G.A. Servet-Knoop
(bezorgd) Waar zou die nu weer uithangen, we hebben al zóó een tijd geen ansicht-kaart van hem gehad...
(haalt pijpje uit de mond) Maak je nou maar geen zorgen moeder, onze Barend loopt heusch niet in zeuven slooten tegelijk...
Barend tuimelt in een sloot, komt proestend en bemodderd boven water, een boer en een koe komen naderbij
Pollens! Dat is nou al de zeuvende sloot waar ik vandaag in donder! (krabbelt de slootkant op) de boer krabt onder zijn pet, de koe loeit; het beeld wordt wit, in een geometrische uitsparing doemt het bezorgde gezicht van Barend op
(enthousiast) Barend is weer bezig!
geanimeerde titel in wit: Barend is weer bezig!
(krabt op zijn hoofd) Pollens, ik ben een peu nerveu!
zachtjes instrumentale Servet-tune, glamourportret van Barend in andere geometrische uitsparing, in het wit geanimeerde titel: met IJf Blokker als Barend Servet, dan een portret van Harry Touw met de titel: Harry Touw als Otto Kolkvet
Juist.
vervolgens naast elkaar de portretten van de dames RiMiCo, waaronder de namen Ria, Mia en Coba
Stil! Ik geloof dat het gaat gebeuren...
een portret van Ellen Jens, waarbij de titel: ‘Productie: Ellen M. Jens’, cross naar beeldvullende titel op wit: ‘Bedacht, geschreven, samengesteld
| |
| |
en geregisseerd door ...’ gevolgd door vier portretten met daaronder de namen Wim van der Linden. Wim T. Schippers, Ruud van Hemert, Gied Jaspars, het wit rond de portretten valt plotseling weg en we zien nog heel even de programmamakers tamelijk onnozel bij elkaar in een rommelig hoekje van de televisiestudio staan, fade-out; fade-up: rommelig straatbeeld, Barend, gehuld in een vale regenjas, stapt kordaat op een fritkraam af, trapt voor de wagen in een ferme drol, schraapt zijn schoen over de keitjes, wendt zich tot een bolle fritbakker
Mag ik van u een zak patat?
Uh twaalf graag. (zoekt in zijn zakken)
Alsteblieft. (reikt een puntzak frit)
Onze Barend is na zijn korte doch heftige journalistieke loopbaan in fiscale moeilijkheden geraakt en daarom uitgeweken naar België, wat hem wel leuk leek, temeer daar hij zodoende geen last meer heeft van het gezeur van de dames RiMiCo.
Barend pakt de frit aan, geeft de bakker wat muntstukken, draait zich om
Hé, hé, hé! Dat gaat niet meneer. Dat is een frank te weinig. Dat gaat misschien in Nederland zo, maar wij tellen ons kleingeld.
O ja? Is dat zo? Hoe vreemd! Want ik heb niet meer geld, dus ook geen franken. Pollens, wat nu. Ik word een peu nerveu...
Omdat ge van zover komt wil ik het voor u door de vingers zien.
O, dat is erg vriendelijk van u. (wil weg)
Hohoho! Nee! Dat gaat zomaar niet! We nemen gewoon voor één frank fritten terug. (pakt een hand fritten uit het zakje van Barend en propt die in zijn mond) Barend krabt op zijn hoofd, in de andere hand houdt hij het zakje frit: frozen frame, daaroverheen titel: ‘BAREND IN BELGIË’, de Brabançonne barst los en zakt weer af, Barend krijgt geheel onverwacht een massa mayonnaise op zijn frit geworpen, het stroomt over zijn mouw
| |
| |
Voilà, alsteblieft, zo zijn wij ook wel weer.
Nou, dankuwel. (tot de kijker) Die Belgen vallen eigenlijk best mee, (ontdekt de saus op zijn jas) hoewel. (loopt weg) Mmmmmmmm, dat gaan we eens lekker op mijn gezellige Belgische kamer oppeuzelen. Patates frites vult goed. Hoewel... Wacht eens, moet ik nu rechtsaf of linksaf, of gewoon rechtdoor.
er komt een bezadigd, ietwat overdressed echtpaar aanwandelen
Ik weet het al. Ik vraag het gewoon aan deze Belgen. Ach meneer, ik ben de weg kwijt, kunt u mij ook zeggen waar ...
(kijkt begerig naar het zakje frit) Jazeker wel! (neemt frit, kauwend) U gaat gewoon even recht uit, (neemt opnieuw frit) bij het tweede stoplicht bij die gasfabriek, (eet verder) over die doorgezakte brug heen, dan bij de zesde frittenzaak, dan (geeft zijn vrouw ook een fritje) komt u bij de hoeren. Daar gaat u langs, en (vingert de laatste fritten uit het zakje) over de onbewaakte overweg, en dan zijt ge er. Zo. Op. Lekker.
Maar ik dacht dat het hier precies om de hoek was, als het ware, maar tenslotte bent ú Belg...
Maar van eigens! Dan zijt ge er ook! Goeiedag meneer. (geeft zijn vrouw een arm en loopt door) Barend kijkt beurtelings naar de lege zak en de weglopende Belgen; titel: ‘met Lou Telby als Fred Haché, Corty Brak als Gerrit, Dolf Brouwers als Sjefke van Oekel’; wij volgen het echtpaar, ze lopen langs een stenen fontein waarin een beeldje van Manneke Pis, het ventje begint prompt hevig tegen hun goeie goed te plassen, ze blijven vertederd staan tot het beroemde beeldje uitgewaterd is, fade-out; geluid doortrekken W.C., fade-up: Barend klost een kale houten binnentrap af
Tsja, dat moet ook gebeuren zo nu en dan, hoewel... (zakt met luid gekraak tot aan zijn middel door de trap) in de gang vliegteen deur open, een man met baard en pijp, alsmede een poedelnaakte mollige vrouw komen op het geraas af, samen
| |
| |
helpen zij Barend uit zijn benarde positie
Neemt u mij niet kwalijk, ik wist niet eh... pardon dat ik u stoorde bij het eh... (kijkt geobsedeerd naar het vrouwelijk schoon) eh... eh... Ik zakte door de trap als het ware...
Ik weet niet waarover ge lult! Doreske, wij gaan weer verder werken.
Nou, genoeglijke voortzetting dan maar.
wij volgen baardmans en de blote vrouw, zij gaan de deur waar zij uitkwamen weer binnen, daarachter blijkt een schilders- en/of beeldhouwersatelier vol halfafgemaakte schilderijen en beelden, het is een grote rotzooi met veel lege flessen, uit een bakelieten radio klinkt ‘Hoho, ik heb zorgen’ door Louis Neefs
(mompelend) Hm, vieze kwast is hiernaast komen wonen. Wie is ie eigenlijk?
O gewoon, een uitgeweken Hollander.
Doreske, weer staan! Ik moet verder werken. Vanavond komt de kunstcommissie werken voor de expositie uitzoeken, en dit moet zéker af zijn. Doreske neemt een Griekse vaas op haar schouder en stelt zich op naast een buste van Hitler, de artist begint woest te hakken in een blok steen, gooit beitel en hamer er bij neer en gaat heftig penselen op een doek op een ezel; Barend betreedt een armzalig gemeubileerd deprimerend vertrek, het blijkt te liggen aan de andere kant van de gang, tegenover het atelier
Zo. Home sweet home, het woord zegt het al. (staart naar een wrakke keukentafel waarop een aangebroken fles melk, een korst brood en een leeggekrabt jampotje) Hoewel... (loopt naar een ouderwets dressoir en zoekt daar een muziekje op een bolle radio)
Kleine zorgen worden langzaam groot verdriet...
Hm, niet bepaald mijn favoriete muziekje, maar misschien moet je wel Belg zijn om zoiets te waarderen. 's Lands wijs, 's lands eer.
in een typisch Belgisch straatje stopt een bestelwagen waarop is vermeld: Echte Belgische Artis-
| |
| |
tieke Kunstlampen, firma J. Bollée, voor huishoudwaren en decoraties; er stapt een slim kijkende man uit, hij zet de kraag van zijn jas op tegen de plotseling stromende regen, blikt op een lijst en knikt
Volgens mijn lijst is hier recentelijk een Hollander komen wonen. Dat klopt. (haalt een gigantische veelkappige staande schemerlamp achter uit zijn wagen en loopt ermee naar een voordeur) Ik ben schitterend door mijn bazar heengeraakt. Die Hollanders kopen alles. (tot de kijker) Hem zal ik mijn laatste ellendige schemerlamp aansmeren! (gaat naar binnen met de lamp)
Barend zit met zijn voeten in een bakje water, blijkbaar is Will Tura hem niet goed bevallen, hij zoekt naar een ander station op de radio
(opgewekt) Hier is Hilversum één, de VARA. (de Skymasters spelen hun herkenningsmelodie)
(wrijft zich vergenoegd in de handen) Ha, heerlijk, Hilversum! Dat blijft je toch altijd wat doen in den vreemde.
de vertegenwoordiger en de lamp staan ineens voor zijn neus
Pollens! Wie is ú? (zet de radio af)
Mijn naam doet er niet toe, maar ons product des te meer!
een carillon begint oorverdovend te beieren, alles in de kamer staat te schudden en te trillen
(schreeuwt er bovenuit) Pollens, dat gebeier is wel wat lastig, nietwaar, het woord zegt het al. Straks hoor ik het misschien niet eens meer, hoewel...
(genietend van het kabaal) Schoon hè.
tussenshot van een beukende beiaardier
(staakt zijn spel) Zo, daar kunnen ze het voorlopig wel weer mee doen! (lacht boosaardig)
Kijk es aan! Echte Belgische artistiek vormgegeven oorspronkelijke Mechelse handgesmede gietijzeren schemerlamp op dito voet, met echte
| |
| |
Verdomd interessant, maar gaat u verder.
Verspreidt prachtig diffuus licht, dus wat wilt u nog meer. Dertienhonderd frank, en deze weergaloze, unieke artistieke uitvinding is uw eigendom, en vlug wat.
Pollens, wat moet ik nou met zo'n kutlamp...
Vlug, of ik verwittig de Rijkswacht wegens belediging. Die weet wel raad met recalcitrante buitenlanders. Dat kost u nog veel meer en dan moet u bovendien die lamp toch nemen. Zo is dat in België. 's Lands wijs, 's lands eer, dus hier met die franken!
Ik word een peu nerveu, want ik heb het niet graag aan de stok met de gendarmerie. Ik woon hier pas, ziet u.
Welnu, dat zal ik ten einde raad mijn vluchtkoffer dienen raad te plegen, als het ware. Overigens, waar is mijn patates frites eigenlijk gebleven? Hm, es even kijken (rommelt in een sleets diplomatenkoffertje, haalt wat geld tevoorschijn, kijkt sneu) Dantur opes nulli nisi divitibus. A cane non magno saepe tenetur aper.
Huh? (grist het geld af, telt het rap na, spoedt zich naar de deur en blijft daar staan) En denk erom: nóóit in het stopcontact steken, want daar zijn onze lampen niet op gemaakt. (knalt de deur achter zich dicht)
Barend zoekt maar weer een muziekje op de radio, dan begint het vreselijke klokgebeier weer, nog heviger dan daarnet, hij grijpt naar zijn hoofd; een grote klepel vliegt rinkelend door de ruiten en komt met een dreun op de vloer tot stilstand, het beieren houdt aarzelend op
(pakt de klepel op, bekijkt het ding, is licht geamuseerd) Nu heb ik de klok horen luiden en weet ik ook waar de klepel is!
| |
| |
shot van de beiaardier die met een donderende klap een reusachtige klok over zich heen krijgt
(vanonder de neergestorte klok) Ik begrijp niet waar die verdomde klepel uithangt. Wat heb ik toch een afgrijselijk leven, ik moest geloof ik de tuin maar weer eens bijharken.
terug naar Barend
Zo, dat malle ding heb ik nu ook lang genoeg in huis gehad. Oeps! (werpt de klepel door het raam naar buiten) voor de buitendeur staat een frit verorberend gezelschap van twee deftige dames en twee dito heren, onder wie Sjefke van Oekel; de klepel zeilt rakelings over hun hoofden
Wat was dat? Ik vermeen dat ik iets zag vliegen.
Volgens mij hoorde ik ook duidelijk iets vallen.
Heeft nu iedereen zijn frit op? Wij kunnen meneer de kunstenaar toch niet laten wachten. (wijst op de voordeur) Hier is het. Opgelet, ik ga voor. Loopt u maar achter mij, ik weet hoe je die kladschilders moet aanpakken, zunne.
Maar ons bezoek betreft toch de keuze van een beeldhouwwerk?
Dat zeg ik toch. Allez, courage.
men arriveert in de gang, passeert de deuren van Barend Servet en de Belgische artist, stommelt de trap op
(staat voor het gapende gat) Pas op het gat hier.
Dat hoort zo, dus dat klopt.
Hm.
het gezelschap gaat moeizaam aan het gat voorbij en verdwijnt om de bocht
Hier is het.
we horen een deur opengaan
Juist. Hier is dus de toilet, ziet u wel? Voornaam, voornaam, zeer voornaam.
O, wat interessant, een echte kunstenaarstoilet!
Bah.
men komt weer tevoorschijn en begint aan de afdaling
| |
| |
Het moet hier toch ergens zijn! Pas op het gat hier. Dat hoort zo, dus dat klopt.
Hm.
het illustere kwartet stelt zich op voor de deur van Barends appartement
Hier is het. Opgelet, ik ga...
Barend staat te plassen in de wasbak, hij schrikt op van heftig gebonk op de deur en knoopt haastig zijn gulp dicht
Pollens, er wordt geklopt zie ik. Hoe nu? Wie zou mij nu toch op dit adres met een bezoek treffen. De Nederlandse Belasting vielleicht? De Belgische Gendermerie? Een Franse hoer, een Keulse pot... Of wellicht mijn goede ouders? Ach, ik zal de brave oude mensen maar weer eens een kaartje zenden. Die goede oude lui, ze moesten eens weten...
wederom gebonk op de deur die vervolgens openvliegt, het vierkoppige gezelschap valt als het ware naar binnen, de heer Van Oekel voorop
Ach ú! Neemt mij niet kwalijk, ik stond net in gepeins als het ware. (tot de kijker) Wie zijn dat nu weer? Oppassen Barend, een valstrik...
(doet een paar stappen naar voren, hij heeft de deurklink in zijn handen) Mag ik dat hier even neerleggen? (legt het op de tafel, die prompt bezwijkt) Oh, ach. Maar goed, het heeft de Staatskunstcommissie behaagd, dat zijn wij, (gebaart)
de commissieleden komen een stap verder de kamer in en knikken beleefd beamend
dus, dat wil zeggen, de officiële afvaardiging, belast met het atelierbezoek, kortom, het heeft ons behaagd een KUNSTWERK van u aan te kopen! Wel?
Voor de komende expositie dus. (lacht vriendelijk)
| |
| |
Pollens, ik word een peu nerveu.
Meneer De Beukelaer, (knikt naar Barend) die beheert de kas, (tot de heer De Beukelaer) u kunt meneer uitbetalen.
(telt een pak bankbiljetten uit en overhandigt dat aan de beduusde Barend) Ziet u wel? Bah.
Als u dan hier even tekent.
Maar... (haalt de schouders op en tekent een formulier)
Wij nemen het desbetreffende kunstwerk meteen mee. Wat een gaaf stuk werk, wat een ruimtewerking.
(gebaart naar Barends jongste aanwinst, de staande schemerlamp)
En zo prachtig van ritmiek.
En zo bijzonder van coloriet.
Hoe krijgt u het voormekaar.
En hoe origineel heeft u er die indrukwekkende Mechelse motieven er in verwerkt! Namens de B.C.R....
Dat is dus de Belgische Culturele Raad.
Het woord zegt het al.
Barends buurman, de baardige artist, loopt somber en zuchtend door zijn atelier, blote Doreske staat bij een potkachtel waarop een koffiepot
Waar zou die kunstcommissie toch blijven?
de koffiepot valt in de potkachel
Zeg, er is ook geen koffie meer.
(zwaait met zijn palet) Kunst vraagt offers!
terug bij Barend
...en de totále Menschheid, et l'Humanité totale: bedankt voor uw meesterschap, een klap in het gelaat van deze eeuw, een aanwinst voor de Belgische culturele voorsprong, een sieraad van schoonheid. Een mijlpaal in de kunstgeschiedenis van de eh... kortom, in de beste Belgische traditie, meesterschap, cultuur, een contributie tot de Belgische Spoorwegen met zijn snelle treinen en zijn glimmende rails!
Barend staat versteld, de commissieleden kijken bezorgd, de dikke dame tapt een glaasje water
| |
| |
Nijptangen, blikken petroleum, bergen en dalen, natte plekken, ik word niet goed... (grijpt naar zijn hoofd)
de twee dames geven de heer Van Oekel het glaasje water
Dank u, prachtig water hebt u ook, helder en rein, fijn zal die zijn. (neemt een slokje, kijkt wazig voor zich uit)
Ik heb het van het begin af aan al een aardige lamp gevonden.
de heer Van Oekel knapt zichtbaar op
Meneer Van Oekel, we moeten nu vlug naar de volgende charlatan. Oh pardon.
de kunstcommissie vertrekt dankbaar met de potsige lamp
En denk erom, nooit in het stopcontact steken, daar istie niet voor gemaakt!
de deur valt dicht
Pollens! Geld! Zo heb je niks en zo ben je schatrijk! Pollens, wat een land, ik word een peu schatrijk! Geld, rijkdom, ik heb geld in mijn vingers! (springt omhoog en gooit het pak biljetten in de lucht, het geld dwarrelt naar beneden) Hoera! Ik ben ontdekt als beroemd kunstenaar, en dat moet uitgerekend in België gebeuren. Aan de slag Barend! Verf, kwasten, lampen, paletten, stenen, hout aanschaffen en aan het werk...
bij de Belgische artist wordt op de deur gebonsd
Aha! Daar zal de kunstcommissie zijn! Eindelijk! JAAA!
Doreske bedekt haar naaktheid met een lap; een man van het Gemeentelijk Energie Bedrijf stapt binnen, hij heeft een krakende lederen jas aan, een pet op en een gereedschaptas in de hand
Zo meneer de artist, we komen es eventjes gas en licht bij u afsnijden! Hahaha! (loopt naar de meters en haalt gereedschap tevoorschijn)
U doet maar op! Schande! Want ik word toch wel beroemd en dan komt het allemaal in mijn biografie te staan!
Tsja, dan moet u maar betalen.
| |
| |
het licht floept uit, wij horen de G.E.B.-functionaris vertrekken, in het halfduister zien wij de beproefde artist onder zijn omvallende grote stenen beeld komen
OOH! Dat hele beeld naar de klote!
applaus in het show-decor: op een groot draaiplateau, tussen felgekleurde ballen, pieken, blokken, balken en schijven, brengt een in onberispelijk wit geklede, flink uit de kluiten gewassen, blonde trombonist zijn blinkende instrument naar de lippen; hoog op de showtrap met haar hoofd in de wolken, staat een pittige brunette in een lange jurk; schetterende muziek breekt los
My name is MICKY MORGAN! presenting Jerry Eve!
applaus
Wo ist der Song von Laramie... (enz)
Micky zingt een geëngageerd Duits lied, de ronddraaiende Jerry voorziet het muziekwerk van opmerkelijke glissandi en vrije loopjes; halverwege stopt onder luid gerinkel de playback-band alsmede het draaiplateau, doch de zaak komt vrijwel meteen weer op gang; Micky pakt de draad weer op, doch Jerry is in de war geraakt, hij wuift naar de regie dat het zo niet kan, de band stopt, overleg op gedempte toon, dan start de band opnieuw, zij het wat zweverig.
My name is MICKY MORGAN! presenting Jerry Eve!
Wo ist der Song von Laramie... (enz)
om het na een regel of drie wederom af te laten weten; overleg, goed, nog een keer, daar gaat ie dan, en nu gaat het goed dwz we horen het hele lied uit; applaudisserend chic publiek, overvloeier naar Barend, die, opgezweept door angstaanjagende muziek, druk aan het schilderen en timmeren is in zijn Belgische huurkamer; om hem heen is een enorme ravage; hij spijkert nog een latje op een uit huisraad geknutseld kunstwerk, kijkt er triomfantelijk naar en kijkt ons aan
Zo! Klaar! Daar zullen ze van opkijken, hoewel...
| |
| |
de omgeving rond het kunstwerk vloeit over naar een tentoonstellingsruimte, waar het staat opgesteld tussen veel andere door Barend gewrochte zaken; wij herkennen een stuk trap met een gat, de wasbak, de radio, de klepel, raamkozijnen, een stuk deur, het dressoir, de bezweken tafel, maar er zijn ook blokken bewerkt steen, gipsconstructies, aan elkaar gelaste stukken ijzer, alsmede echte schilderijen waarvan er een paar abstract zijn, andere doeken hebben een duidelijk herkenbare voorstelling: de Belgische vlag, een stilleven, een overvolle zak frit mét en een zonder mayonnaise; er is een feestelijke vernissage aan de gang: druk geconverseer van deftige dames en heren, obers lopen af en aan met rekken waarin zakjes frit, dienbladen vol drank en snackplateau's, smullend lopen groepjes mensen in zondagse kleren de kunstuitingen te bewonderen.
Wat denk je dat het eigenlijk voorstelt?
Barend, gekleed in een piekfijn helgroen kostuum deelt glunderend handtekeningen uit aan mooie meiden, de heer Van Oekel is scheutig met verhelderende exposés; daar zien wij warempel Fred Haché! hij is gekleed in een keurig donkerblauw pak en heeft een chique, niet onknappe, zij het wat truttige donkerharige dame met bontje aan zijn zijde, hij kijkt bezorgd naar de met verf besmeurde tentoongestelde wasbak
Wat denk je Nicole, zou dit werk passen in mijn directie-kamer? Ja, het blijft natuurlijk moderne kunst maar je moet nu eenmaal met je tijd meegaan, nietwaar. Bah, wat een vuiligheid.
Fred, lieverd, wat weet jij toch alles goed.
Prima de Luxe! Ach kijk nou eens! Daar hebben we warempel mijn oude vriend Barend Servet! Wat zou die bal gehakt híér nou te zoeken hebben...
(temidden van een groepje bewonderende Belgische schonen)
Ach, kijk nou eens, daar hebben we warempel mijn oude vriend Fred Haché! Wat zou díé hier
| |
| |
nou te zoeken hebben. Het schijnt hem goed te gaan zo te zien...
onze vrienden lopen op elkaar af en geven elkaar een hand; het lijkt wel of Fred gekrompen is, is het hem wel?
Zeg Barend, wat heb jij hier te zoeken! Zeker mij weer lastig vallen met je briljante ideeën. Bah!
Je weet best wat ik bedoel. Ik kan ook nergens rustig opduiken of jij gooit weer roet in het eten!
Pollens, ik had het toch heus goed bedoeld. Trouwens, hoe kom jij hier eigenlijk, laten we het daar es over hebben. Hoewel...
Hoe ik hier kom? HOE IK HIER KOM??!!
mensen kijken op van het geschreeuw
Dat zal ik jóú aan je neus hangen! Bah! Met je maffe Barend is weer bezig shows. Ik heb het heus wel gezien hoor, dat je mij imiteerde met die zogenaamde Otto Kolkvet, of hoe die maffe schreeuwlelijk van een wasbaas ook heten mag. Schande!!
Maar lieve Fred, toe, wind je toch niet zo op!
IK WIND MIJ HELEMAAL NIET OP!!
Wat is die Kolkvet eigenlijk voor een vlerk! Kamt ie z'n haren net zoals ik en dan denkt ie zeker dat ie óók beroemde shows kan maken. Hel en Verdoemenis! Bah! Als ik die Kolkvet ooit in mijn vingers krijg dan maak ik gehakt van hem!
Maar ik kon toch niet anders? Jij was immers naar België uitgeweken?
Wat uitgeweken! Niks uitgeweken! Ik ben benoemd tot directeur van de Haché Patates Frites Fabrieken. Dat heeft een heel ander mens van me gemaakt, als het ware. Het hangt me overigens behoorlijk de strot uit. Bah. WAAR IS DE CAMERA! (loopt naar ons toe) Dames en heren! Goedenavond, goedenavond. Vanavond dus onze show. Ik heb er echt zin in en het belooft een gezellig uurtje te worden, nietwaar. (wrijft zich vergenoegd in de handen) We vergeten gemakshalve maar even de voorafgaande shows waarin
| |
| |
Barend meende te moeten optreden met ene Kolkvet, u allen welbekend.
(verbluft) Pollens, hij lijkt helemaal niet op Fred. Oppassen Barend, een valstrik...
Barend, wat staat er op het programma? Toch wel een flinke dosis gezonde sex, hoop ik? Anders doe ik niet meer mee en blijf ik gewoon directeur.
in het show-decor draait Sandy Sommer, een vrolijk blondje met een brutale oogopslag, in haar blote kont een serie pirouettes, waarbij ze ook nog het liedje ‘Kansas City’ playbackt; applaus; op de kunstexpositie is de heer Van Oekel inmiddels reeds begonnen aan een openingsrede, hij heeft een aandachtig gehoor
...deze prachtige kunstwerken, die ik zelf heb uitgekozen, bijgestaan door mijn commissie. De Nachtwacht, Permeke, en alle liefdesbrieven van Vermeer kunnen mij gestolen worden en waarop schitteren de prachtigste bloemenzee,
de commissieleden houden een glas water gereed
Britse korenvelden, kolenmijnen, wuivend graan als ik denk aan bergen en dalen, glimmende rails, ja, ranke druiventrossen die zich koesteren in de blauwglazuren lucht met gloed van deze eeuw. En ook betreft de literatuur. Regen, hagel en de eerste crocussen, ik word niet goed! hij krijgt een slok water, gaat versuft op een stoel zitten, krabt z'n haar in de war, neemt nog een slokje en zakt door het zitmeubel; damesgegil; daar zien wij opeens de baardige, pijprokende buurman van Barend! de Belgische artist maakt van de consternatie rond de arme Van Oekel gebruik om stiekem een schilderij van Servet, voorstellende een overvolle zak patates frites met mayonnaise, ondersteboven te hangen, hij sluipt gemeen lachend weer weg, niemand heeft zijn daad opgemerkt, ook het groepje notabelen dat zich thans voor het gekeerde kunstwerk opstelt niet
O, welk een oorspronkelijke visie op een klassiek
| |
| |
gegeven hangt daar! Geweldig, grandioos, zeer speciaal!
Hoe komt hij op het gedacht hè, daar moet ge toch echt kunstenaar voor zijn, voor zo'n omgekeerde visie als het ware, vindt u niet?
Het is, het is, het is, het is...
Let op. Nu ik. (elleboogt zich door de menigte, een barones krijgt frit in haar decolleté) DAMES EN HEREN! Als directeur van de beroemde Haché Patates Frites Fabrieken heet ik u hier van harte welkom. Ik ben naar deze officiële Belgische Kunsttentoonstelling gekomen teneinde een groot aantal kunstwerken op te kopen. Deze werken zullen in mijn fabriekshallen geëxposeerd worden om de arbeiders tot hogere prestaties, en dus meer winst, op te zwepen. En dan te bedenken dat deze fraaie uitingen van je reinste moderne kunst vervaardigd zijn door mijn beste vrind: Barend Servet! die rare snijboon, bah.
Applaus!
applaus
En dan nu: MUZIEK!
daar zijn ze weer, de onder de naam ‘Axio Show’ opererende vijf blote blonde schonen waarmee wij middels een lesbisch gekleurd optreden reeds kennis maakten in de eerste Barend Servet Show; thans voeren de welgeschapen jongedames in het zwoel aangelichte show-decor op hete muziek een tamelijk hitserige dans vol sadomasochistische tendensen uit; het nummer wordt kernachtig besloten met exhibitionistisch getint zitten, liggen, vallen en opstaan op en van een langwerpige tafel en gerollebol over de vloer; op de tentoonstelling kijkt een kalende Belg sigaartje paffend naar een abstract schilderij, hij meent de zaak beter te kunnen overzien door wat afstand te nemen, doet daartoe een paar stappen achterwaarts en stoot daarbij een sculptuur van de sokkel; consternatie; de man
| |
| |
beziet de brokken, trekt nog eens flink aan zijn miskleur en blaast een kringetje; een struise Belse neemt plaats op een aan een kunstwerk verbonden stoel en laat een scheet waar men van opkijkt; Van Oekel heeft tegen een nat schilderij gestaan: op de rug van zijn zwarte colbert is een grote zak patates frites afgebeeld; hij kijkt rond en neemt het woord
Mensen, hallo! Even de aandacht voor mij. Ik moet mij eerst even verontschuldigen voor mijn braken, maar ja. Mensen zijn ook maar ministers, en ik heb de Koning
gejuich
ook wel eens zien braken. Maar goed, wat wilde ik zeggen, waar gaat het nu eigenlijk om. Juist. Namens de Koning
gejuich
heb ik de eer en het genoegen de kunstenaar van al deze moderne kunst, de heer Barend Servet gejuich
opdracht te verlenen tot het hakken, beeldhouwen dus, van een buste! Van de Koning!
gejuich en applaus
(speciaal tot Barend) Ik zou zeggen, maak het maar mooi en niet té modern.
fade-out; fade-up: onder het postludium van de organist dalen groepjes nabetrachtende gelovigen de statige trappen van een stijlvol na-oorlogs kerkgebouw af; onder de met het Evangelie om de oren geslagenen bevinden zich de dames RiMiCo
Wat heeft de dominee toch prachtig gepraat.
Ach, ik vind de één gelooft dit en de ander weer dat.
Hoor haar.
er waait Ria een krant in het gezicht
Ja, daar ben ik ook op geabonneerd.
Ria bekijkt de krant
| |
| |
Er heeft misschien wel een hond op geplast.
Ik zeg, misschien is er wel op geplast!
Wie gaat er nou op een krant staan plassen!
Nou, een hond ofzo, niet dan?
Kijk eens! Wat er hier staat! Onze Barend...
ze kijken nu alledrie
...en is daar wereldberoemd!
Hier zit een Hogere Hand achter.
Hoera! Barend is weer bezig!
Er op af!
er staat opeens een dominee in toga naast hen, hij heeft een hond aan de lijn
Pardon dames, zou ik misschien mijn krant terugmogen?
Ja ziet u, het gaat mij niet zozeer om de krant an sich, maar ik heb daar wat in aangestreept, een verdomd interessant artikel van professor Bakker, de grote theoloog, over de oecumene, en dat wou ik verwerken in mijn predikatie van zondag aanstaande, in verband met de doopdienst. Het betreft een door hem behandelde passage uit een pericoop uit Jesaja, Jesaja 10 om precies te zijn. Vers 15. Daarin staat... (denkt na)
fade-out; hard over naar Barend, hij is in een atelier een borstbeeld aan het hakken, de splinters vliegen rond; om hem heen staan wel veertien mislukte aanzetten en het onderhavige geval ziet er nu ook niet bepaald veelbelovend uit
Pollens! Toch moeilijker dan ik dacht. Tsja, ik wist natuurlijk wel dat ik er eigenlijk niets van kon, maar dat het zó moeilijk zou zijn... (slaat op z'n duim) AU! Nuja... Toch maar goed dat ik in België beroemd kunstenaar ben geworden, want
| |
| |
hier staat de Koning flink groot afgebeeld op de bankbiljetten, (kijkt aandachtig naar een aan de wand geprikt biljet van twintig frank) en heb ik een mooi hakvoorbeeld! Ik moet er niet aan denken dat ik met een gulden als voorbeeld een buste van onze Vorstin zou moeten hakken... (hakt per ongeluk de neus van zijn werkstuk) Nou, kop dicht Barend, doorhakken. Roem schept verplichtingen. Ik zal het dan ook maar niet al te modern maken. Hoewel...
schnitt naar een radiostudio, een patates frites etende reporter arriveert struikelend over snoeren bij een B.R.T.-microfoon
Wij onderbreken deze uitzending voor een belangrijk bericht.
op de achtergrond verschijnt iemand in de deuropening
Huh? Oh pardon. (verdwijnt)
Naar van regeringszijde wordt medegedeeld, is het Ministerie voor Schone Kunsten te Brussel erin geslaagd enige kostbare werken van de hand van de kunstenaar Servet aan te kopen
in de huiskamer zit een Vlaams type zich op te winden bij de radio
Het uitgetrokken budget loopt in de miljoenen franks. (neemt patatje)
harde overgang naar een schommelende treincoupé, daar treffen wij de dames RiMiCo voor het raam met het voorbijschietende landschap, boven haar hoofden koffers en tassen
Zie je nou wel hoe'n aardige man of dat hij is?
Dat moeten ze wel, want het is een hele zware studie voor predikant te worden.
De hele bijbel moet je als het ware van buiten uit je hoofd leren, en er is maar één God.
(in gepeins, denkt aan Barend) Jammer dattie op die trut valt.
Moet je zien hoe'n mooie omgeving ze hier hebben. Echt buitenland hè, dat zie je in Nederland toch maar niet...
| |
| |
(heeft een zakje frit bij zich; met volle mond) Passeports, s'il vous plaît.
(tegen Mia) Geef even de kaartjes.
Ik heb geen kaartjes, die zou jij toch kopen!
(rommelt in haar handtas) Neee, jij zou ze kopen. Ik heb niets.
Ik heb het ook glad vergeten, anders had ik ze wel gekocht.
Maar waarom heb jij dan niet...
O, páspoorten!
de paspoorten worden snel overhandigd
(kijkt er in, barst in lachen uit) Hahahahaha!! (gaat er schaterend met de paspoorten vandoor)
Gut zeg, wat een lachebek.
de douanier arriveert in een coupé waar frit etende en bier drinkende collega's de grootste lol hebben met het elkaar laten inkijken van paspoorten, men slaat zich op de dijen van het lachen
(kan het haast niet houden) Moet je deze zien!! (geeft de reisdocumenten van de dames RiMiCo) Hahahahahaha!! (tranen biggelen over zijn wangen)
Hahahaha! Hihihi! Hohoho!! Hahahahaha!!!
terug naar de dames
Moet je zien wat een prachtige buitenlandse vogel daar voorbij vliegt!
Ja, nu is ie al voorbij, suffie.
Wil je wel geloven dat ik echt zit te genieten van ons reisje?
de dames kijken een poosje zwijgend naar buiten
Zijn we er al haast?
het blijft weer even stil
Wat zal Barend blij zijn als...
het wordt ineens aardedonker
Gossiemijne, het wordt ineens nacht!
Ik wist niet dat het ineens al zo laat was.
Weet je dan niet dat hoe zuidelijker men reist, hoe sneller de nacht valt als het ware.
het wordt ineens weer licht
| |
| |
Hé, nu is het opeens weer licht!
Dat komt natuurlijk door de spoorwegen...
Ja, wat dacht je anders!
die avond meldt het Belgische Televisie-journaal het volgende:
Zeg, het journaal komt hedenavond uit Ukkel, en... (onverstaanbaar)
Hahaha! Da's goed. (schraapt de keel en doet zijn stropdas goed) Te Brussel heeft hedenmorgen de beroemde, tot Vlaming genaturaliseerde Hollandse kunstenaar Barend Servet, uit handen van Zijne Excellentie de Minister Van Oekel van het Departement voor Schone Kunsten, de Staatsprijs voor Schone Kunsten et l'Humanité Totale in ontvangst genomen.
ondertussen is Barend met het eigenhandig gehakte borstbeeld van de Koning per ei-gele Saab 93 op weg naar het Palais Royal, hij trapt em flink op z'n staart, davert over kuilen, bulten en kinderhoofdjes om tenslotte via een reeks wegomleggingen in de modder te stranden
Pollens! Wat nu. Zo kom ik nooit op tijd bij de vorst! met de grootste moeite krijgt hij weer vaste grond onder de wielen om vervolgens te stuiten op een afrastering met de vermelding ‘Privaat’, dan raakt hij hopeloos verdwaald en komt hij definitief vast te zitten in het kreupelhout
Hè wat een pech onderweg. (stapt uit) Dat moet mij natuurlijk weer overkomen.
er krast een uil
Wat zal de Vorst kwaad zijn als ik te laat kom. Hoe kom ik hier uit? Waar ben ik, hoe laat is het? Pollens... Wacht, zie ik daar in de verte niet een lichtje branden? Juist. Er op af! (pakt het borstbeeld uit zijn auto en loopt met ingehouden adem door een donker spookwoud op het zwakke schijnsel af; het sneeuwt als hij een spaarzaam verlichte kloosterpoort bereikt; ‘Onan Qui Volet’ staat er in een gevelsteen gebeiteld
Hm, vermoedelijk is de Koning hier niet gehuisvest. Maar ik kan hier wellicht even de weg vra-
| |
| |
gen. (trekt aan de bel)
na enige tijd gaat de zwaar beslagen houten deur piepend op een kiertje, een abt houdt een flakkerende lantaarn bij Barends gezicht
Kunt u mij de weg naar de Koning duiden? Of aanwijzen. Of wellicht kan ik hier ook even overnachten... Zou toch kunnen? (herkent ineens Gerrit de boef)
GERRIT! Jij hier?!
SSSSSSSSSST! (sleurt Barend naar binnen) in het klooster heft een grote groep monniken Gregoriaans gezang aan, Barend blikt nieuwsgierig rond en ziet een complete bierbrouwerij tussen de gewelven, Gerrit de abt kijkt stroef
Prachtig, dat gezang! Zou het nog lang duren?
Maar waarom zingen die lui zo prachtig? En waarom...
Kop dicht! Later zal alles je duidelijk worden.
(krabbelt iets op een briefje, geeft dat aan een monnik, die prompt een enorme pompinstallatie in werking zet; het gezang verstomt, de kloosterlingen zetten zich aan het bierbrouwen, Barend zet het borstbeeld op een ruwhouten tafel, Gerrit kijkt tevreden
Zo doen we dat! En nou jij Servet! Wat kom jij hier doen voor den duivel! (tot meeluisterende monniken) Aan je werk! Schande! (weer tot verschrikte Barend) Hoe ben jij mij eigenlijk op het spoor gekomen?? (aardig) Zeg, zie je dat lekkere stuk, die Coba, nog wel deres? (argwanend, kwaad wordend) Je wil natuurlijk een sappig stuk voor die maffe krant van je schrijven! Bah! Domme journalist! Commentator! Nieuwsjager! Bah! Bah! Alles willen ze uitpluizen, die maffe reporters, maar MIJ KRIJGEN ZE NIET! Bah...
Ja, ik heb je heus wel door hoor! Maar daar komt NIETS van in, versta je! (slaat met de vuist op tafel) Als jij ook maar een letter over mij durft te schrijven, dan...
Maar luister nou es Gerrit...
| |
| |
Niks luisteren! Er wordt hier niks geluisterd! Er wordt alleen naar MIJ geluisterd, versta je! Bah, schande!
Luister nou es Gerrit, ik werk in het geheel niet meer voor hoofdredacteur Braakmolen. Ik ben op staande voet ontslagen bij de krant...
Hahahahaha! Hohohahahohoho! (slaat zich op de dijen van pleizier) Ontslagen! Hahahahaha! Zo ken ik je weer! Drink wat! Geld speelt geen rol! (tot monniken) Aan je werk! Schande! Sta daar niet zo dom te suffen, bal gehakt!
in de open stal stelt een goedig uitzien de monnik de van het geschreeuw schrikkerig geworden paarden op hun gemak
?
Gerrit en Barend nemen plaats aan de ruwhouten tafel, een gedienstige monnik zet twee glazen schraal bier voor hen neer
(valt uit) Maar wat kom je hier dán doen voor den donder! Daar zit een luchtje aan. Zeg op! Wat voer je in je schild. Kruimeldief! (gaat weer staan)
(beledigd) Zeg! Ongelikte beer! Die je daar bent. Wat denk je wel. Een potje schelden tegen een beroemd kunstenaar.
Kunstemáker zul je bedoelen.
Luister nou es Gerrit, laten wij het tieren staken, laat mij mijn komst hierheen toelichten. Liberae sunt cogitationes, nietwaar.
(komt eraan lopen) Verdomd interessant. (richt zich tot Barend) Acu tetigisti rem! Duo cum faciunt idem, saepe non est idem, fas est et ab hoste doceri.
Iliacos intra muros peccatur et extra, inde irae.
(gaat bij Barend aan tafel zitten) Facilis descensus Averni.
Homo hominis lupus. Indicit in Scyllam qui vult vitare Charybdim.
Quis hoc nescit? O me miserum. (wijst op het borstbeeld) Sculptura mihi facenda est. Paucis horas Antwerpen veniem.
| |
| |
Ad regem vivendum, mi fili!
In caude venenum, quidquid id est, timeo reges et epistulas dantes. Io vivat, nostrorum sanitas, hahaha! Oh pardon.
het begint Gerrit, die tussen hen in staat en niet weet wat hij hoort, behoorlijk de keel uit te hangen
Quid rides, mundus vult decipi, decipiatur ergo.
(pakt glas bier op) Hora ruit, tempus fluit.
(kijkt op horloge) Tsja. (knikt)
Hoc gaudeo. Prosit. (heft glas bier en drinkt)
Prosit. (neemt een ferme slok bier)
Interim in iis, qui ad me tamquam Christiani deferebantur, hunc sum secutus modum. Interrogavi ipsos, an exe Unt Christiani. Neque enim dubitabam...
Zeg!! Spreek je moers taal, maffe jodocus!
er wordt aan de bel getrokken
Potdomme! Het lijkt hier wel een gekkenhuis!
muziek zet in (koor en orkest), Gerrit gaat zingen
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven
Ben een boef in de ogen der braven
Maar wat moet je nou als je niks hebt
in deze wereld waar je steeds wordt genept
instrumentaal intermezzo
Bij ons thuis was vroeger geen brood op de
Moeder kon dat niet betalen
Mijn vader ging dood ja dat kwam door de
Ik liep door de straten te dwalen
De bakker die keek niet ik pikte een brood
en heb dat me moeder gegeven
Het was wel gestolen maar 't smaakte ons goed
Zo zijn we in leven gebleven
voor de poort, in de neerdwarrelende sneeuw, staan drie gendarmes te overleggen
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven
| |
| |
Ben een boef in de ogen der braven
Maar wat moet je nou als je niks hebt
In deze wereld waar je steeds wordt genept
instrumentaal intermezzo
Zo groeide ik op ja voor galg en voor rad
het stelen dat kon ik niet laten
Ik heb in mijn leven al heel wat gejat
en ik zit nooit zonder dukaten
Ik ben nu beroemd en berucht in het land
een brandkast die kan je me geven
't Begon met een broodje nu zit ik geramd
en zo blijft het de rest van mijn leven
saxofoonsolo; de monniken hebben hun werk neergelegd en zijn verbaasd over de vocale verrichtingen van hun abt, ook Barend kijkt er van op
Ik ben Gerrit en ik steel als de raven
Ben een boef in de ogen der braven
Maar wat moet je nou als je niks hebt
in deze wereld waar je steeds wordt genept
de drie gendarmes plegen nog steeds overleg
(achteloos) Wie zoeken we feitelijk, heren?
Ja. Maar heren, wie zoeken we feitelijk?
(korzelig) Wat doet dát er nou toe, het gaat er maar om dát we zoeken. Dat lijkt me meer dan voldoende.
Dat is tenslotte onze opdracht! Even lezen. (trekt een papier uit zijn uniform en leest voor) In het klooster ‘Onan qui Volet’, van de orde der Onanisten...
Dat is dus hier, klopt dat?
wij lezen het opschrift
Dat klopt. Ik heb trouwens al gebeld.
Ja, mag ik even, ja? ... bevindt zich de Hollandsche boef genaamd Gerrit, evenwel vermomd als abt!
| |
| |
Zo zo, ge moet maar durven.
(leest verder) N.B. (tot zichzelf) Wat zou dát nou betekenen? Maar goed. (weer tot ambtgenoten) Heren, let u op. De illegale bierbrouwerij, annex verboden mayonnaise-industrie, dewelken gevestigd zijn in voornoemd klooster, behoeven niet opgespoord te worden.
O, dat valt dan weer mee, als het ware.
De opdracht luidt: Arresteer Gerrit, verdacht van oplichting, flessetrekkerij, huwelijkszwendel, valsmunterij, belediging van staatshoofden, openbare verkleedpartijen, schennis der openbare eerbaarheid, broodroof, kruimeldiefstal, paardefokkerij, aantasting der goede zeden, vloeken...
Kijk eens! (wijst op de rammelende kloosterdeur)
...bankoverval met slechte afloop, openbare dronkenschap...
(kijkt bezorgd naar de deur, luistert naar er door heen dringend kabaal) Zullen we hem smeren? ER OP AF! Genoeg geluld. Ik blijf op de uitkijk staan! (trekt ernstig gezicht en neemt een fiere houding aan)
de twee andere veldwachters gaan behoedzaam het klooster binnen; thans arriveert een luid claxonnerende bolle Buick, Fred Haché steekt zijn hoofd naar buiten, de wagen zit vol met giechelende en kirrende ordinaire meiden
Zeg, maffe dienstklopper! Hier Fred Haché van de gelijknamige Patates Frites Fabrieken. Uit de weg! Ik moet mijn mayonnaise controleren! Weg zeg ik je! Bal gehakt! Scheer je weg, vlerk. Ik heb haast!
Ho ho ho meneer! Doorrijden. (gebaart) U hebt hier niets te zoeken. Doorrijden! DOORRIJDEN! Het klooster is omsingeld! Doorrijden! Wegwezen! Doorrijden!
Juist. Doorrijden. Goedzo! (geeft gas en ramt de poort) de meiden gillen, de gendarme ziet nog net kans weg te springen, de Buick is op de achtersteven na in het klooster verdwenen, Fred
| |
| |
wurmt zich uit de beschadigde auto, en wendt zich tot de geschrokken monniken
WAAR IS MIJN MAYONNAISE! (krijgt een grote kwak fritsaus in zijn gezicht) Hel en Verdoemenis! Grote Goden! Potdomme. (balt de vuist) Augurk! Bal gehakt! Bah. Hel en Verdoemenis! Sapristi! Potztausend! Vlerken! Oplichters! Reteneukers! Hel en Verdoemenis!
er is een fikse ruzie over geld en sieraden aan de gang onder de monniken, ze hebben ontdekt dat hun abt overal kostbaar spul verbergt, Gerrit ontsteekt in woede en eist teruggave
Geef op die juwelen! Geef op die glimmers! Schande! Geloofsridders! Oplichters! Jurkedragers!
er wordt gegooid met boeken, kransen, beelden en gereedschap; Barend hoort Fred tekeer gaan en vlucht met het borstbeeld van de Koning onder zijn arm geklemd, via refter en kapittelkamer naar de kloosterkerk, waar enkele knielende monniken verstoord opkijken
Pollens! Ik geloof dat Fred Haché gearriveerd is! (gaat vlak naast een Mariabeeld staan) Als dat maar goed afloopt! Oh pardon dame. Een geheime uitgang zou mij nu reuzegoed van pas komen. Tenslotte moet ik maarzien hoeik dat beeld bij de Koning afgeleverd krijg...
het geruzie en gesmijt komt dichterbij, voorwerpen vliegen door de kerk; een vaatje bier treft Maria's hand, haar ogen lichten op en het beeld draait langzaam weg: er ontstaat een donker, gapend gat; Barend kijkt ons even verbaasd aan Pollens! Een geheime opening! Wat een bof! Nu snel denken en dito handelen. Dus wat doen wij dus Barend? Er op af, dus er in. Agoo quod agoo of zoiets. Pollens, ik ben toch wel een peu nerveu, hoewel... (stapt het gat binnen, zijn stem wordt hol, er klinkt sieperend water) het is ook wel verdomde interessant, maar laat ik verder gaan... cross naar de treincoupé met de dames RiMiCo: Ria staat in haar tasje te snuffelen, de trein stopt abrupt en met veel geknars, ze verliest haar even-
| |
| |
wicht en ploft in de bank
OEPS! Kijk mij eens vallen! (kijkt bezorgd naar haar onderlichaam) Ik geloof dat er iets geknapt is...
Stel je niet zo aan, trut.
(Kijkt door het raam) O, kijk eens! We zijn gestopt geloof ik! Zou er pech zijn?
Ik kan wel merken dat jij niet veel reist.
Wie? Waarom...
een keurige grijzende man stapt hun coupé binnen, hij heeft zijn donkerblauwe colbert over de arm, draagt een wijnrode das op het witte overhemd, heeft een diplomatenkoffertje in de hand en loopt op zwarte molières, hij draagt evenwel helemaal geen broek en vertoont een totaal ontbloot onderiijf
Ach pardon heren, bent u ook op weg naar de E.E.G. handelscommissie te Bruxelles? Ik moet daar namelijk zijn teneinde daar enige zeer belangrijke en dus strikt vertrouwelijke dus geheime en verdomd interessante stukken te tekenen. Van mijn signatuur voorzien, ratificeren als het ware, en vlug wat!
Juist. Ik ben nogal wat verstrooid en het zou niet de eerste keer zijn dat ik in het verkeerde treinstel verzeild geraakt ben, laat staan de verkeerde coupé, het betreft hier toch wel de Eerste Klasse, naar ik aanneem.
Ik krijg ineens het gevoel dat dat dat...
dat dat dat dat dat... Waar ken ik die man van?
Ik heb hem geloof ik wel eens eerder ontmoet.
Was dat niet op een feestje ofzo?
de trein zet zich weer in beweging
Ja ziet u heren, soms heb ik wat last van verstrooidheid, wat soms wel lastig is, en daardoor wijs geworden vraag ik altijd eerst maar even
| |
| |
voordat ik instap. Ach Godverdomme, daar zullen we de conducteur hebben, gauw het toilet induiken! (kijkt naar beneden) Hm, handig dat ik mijn broek blijkbaar thuisgelaten heb...
(smeert hem)
de conducteur arriveert
Of zou dat erg duur zijn?
Er valt hier niks te trekken, meneer!
fade-out; fade-up: een halfdonker gehouden show-decor, huilende wind, op de vloer ligt een slechts in dierenvellen gehulde exotische vrouw, ze komt op dreigende muziek overeind en loopt sierlijk naar een woest uitziende halfnaakte kerel: het wordt balderen op lawaaierige muziek; titel: ‘Prehistoric Love’; zij blijkt plotseling niet meer gediend van zijn avances, kijkt gevaarlijk en zwaait met een primitieve bijl, even lijkt het op ruzie uit te lopen; maar dan gaat de muziek op een laag pitje - stemmig vioolspel waarbij een ruisende waterval - en wordt het tijd voor een knus dutje, dat zich evenwel spoedig ontwikkelt tot een door bombastische muziek ondersteunde stevige vrijpartij, die via een reeks virtuoze buitelingen, petting en soixante neuf haar bekroning vindt in een knap gesimuleerde coïtus; moe maar voldaan verlaat het voorhistorische koppel begeleid door magistraal orkestspel en jubelende koorzang het podium; applaus; fade-out; over naar de dames RiMiCo, die ondertussen in de treincoupé in slaap zijn gedommeld
(wordt wakker van haar eigen windje) Ik geloof dat ik wat hoorde... Hé, de anderen zijn in slaap gedommeld, dan kan ik mooi even naar de toilet. (staat op) Zit me rok goed? (rommelt voor de treincoupé-spiegel in haar kapsel, loopt naar de schuifdeuren) Verdozie, vergeet ik in de consternatie nog m'n tas. (pakt haar tas en loopt het gangpad in)
de trein stopt knersend
Hè wat flauw, nou moet ik weer wachten met
| |
| |
plassen tot we weer rijden, heb ik weles gelezen. (loopt een paar coupés verder, blijft verbaasd staan)
in de coupé zit de lange baardige onheilsprofeet die in de tweede aflevering van de show Gerrit en Coba met een bezoek trof en tevens op Ria's verjaarspartijtje verscheen; tegenover hem een korte bolle profeet, eveneens gehuld in een witte tabberd
O, kijk nu eens! Echt buitenlands! (loopt terug)
De Elementen zullen ontbonden worden! Bekeert u! Het Einde der Tijden is nabij! Bekeert u! V/e zullen wat koffie nemen. (draait raampje open en hangt naar buiten) OBER! Bekeert u! Ik bedoel twéé koffie verkeerd graag!
een koffieman verschijnt voor het raam, schenkt dampende koffie in en reikt die aan, de profeet pakt de koppen aan, zet die op het planchet, betaalt, en gaat weer zitten, slaat de lange benen over elkaar; de trein zet zich weer in beweging, de koffieman blijft met fladderend haar voor het raam aanwezig
(loopt voorbij) Zo, de trein rijdt weer. Nu gauw de toilet opzoeken.
(neemt een teugje koffie) Kokend pek zal over uwen hoofden worden uitgegoten! De Duivel zal een iegelijk in de grond stampen en de zwarte pest zal u het leven vergallen...
Maak het nou niet te gek, zeg. Zo stoot je de mensen af! Hel en Verdoemenis, bekeert u, gij verdwaasden. Slechts korte tijd rest u tot het Einde der Tijden daar zal zijn...
Nu ik weer. De builenpest zal uitbreken en een vreselijk gif zal... Heeft u er aan gedacht de gongen mee te nemen?
Zeg vriend, wil jij soms zeggen hoe of wat? Lummel! Natúúrlijk!
Oh pardon ja. De aarde zal splijten in een vuurzee van zwavel en rottende stanken, Dood en Verderf zal u ten deel vallen. Helsche straffen zullen geselend nederdalen uit het exploderende Heelal! En geen spaan heel laten!
| |
| |
(tot de kijker) Het is de kleine in de bol geslagen. (weer voor zich uit) Bekeert u! Slechts korte tijd rest u! De dag van het Grote Oordeel is nabij! De Hemelen zullen met sissend gedruis voorbijgaan. De Elementen zullen ontbonden worden! Bekeert u!
de trein staat met een schok stil, de kleine godsdienstwaanzinnige krijgt een plas koffie over zijn kleed
Lummel!
de trein komt aan in het Parijse Gare du Nord, de dames RiMiCo verschijnen tussen vele andere passagiers op het perron
Hier is het! Uitstappen allemaal! Welkom in België! luid zingend en door de mensen nagestaard lopen de dames de grote stationshal binnen
Barend, Barend, waar ben je nu toch weer
We zijn toch zo verliefd maar je smeert hem
je hoort toch echt bij ons
Je moet nu echt beslissen
anders geven we je de bons!
voor de Sacré Coeur
Enig gewoon hè. Echt Belgisch.
Zullen we dan maar een kopje koffie gaan drinken?
Gos zeg, wat wordt die koffer zwaar.
op Place du Tertre
Ach kijk, hoe vreemd, talloze kunstenaars wonen hier!
Dan moet onze Barend hier ook vast wezen, denk je niet?
(tikt een schilderende artist op de schouder) Ach, kunstenaar, kunt u mij misschien ook zeggen of u Barend Servet ook misschien heeft gezien?
Je ne comprends pas. (gaat door met de arbeid)
Zullen we frieten eten?
franse accordeon-muziek, de dames lopen ruzi-
| |
| |
end langs de Moulin Rouge, staan te overleggen op Place Pigalle
We kunnen toch ook (wijst) díé kant op gaan!
Mag ik ook es een keer gelijk hebben.
Waar zijn we nou precies?
bij de Eiffeltoren
(schiet een flic aan) Ach agent, kunt u mij ook zeggen waar of dat ze hier patates frites verhandelen?
Dat lijkt me wel lekker, om op te eten.
Je ne comprends pas, madame.
Je weet toch wel dat ze in België frans spreken!
Bonsoir monsieur! (tegen Ria) Ik kan wel merken dat je niet veel reist.
Ria is verder gelopen en staat nu vlak voor één van de vier voeten van de Eiffeltoren
Kijk nou eens wat ik hier vind!
(kijkt vanaf de voet langs de beroemde toren omhoog) Oh! De Eiffeltoren! Hebben ze die dan ook al in België?
O, ik zie het al. We zijn hier in Parijs. Paris zoals de Fransman zegt. De trein is natuurlijk per ongeluk te ver doorgereden. Maar ik heb zo'n idee dat Barend als beroemd kunstenaar hier ook wel terecht gekomen is! PARIS! (maakt een weids gebaar)
Montmartre! Douce France!
Knoflook, wijn en de Lichtstad!
La Mer, Charles Trenet etcetera!
Stokbrood, Camembert, Druiven, Champignons!
Hoeren, Franse politie-agenten, de Métro!
Arc de Triomphe!
roepend lopen ze onder de toren door, en verdwijnen, nagekeken door schouderophalende Fransen, in de verte; fade-out; over naar onze
| |
| |
Barend, voortploeterend door een onderaardse gang, zijn stem klinkt hol
Pollens, waar ben ik hoe laat is het? Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan, waar komt die rotzooi toch vandaan. Wat een geluk dat ik ontzettend bang ben in het donker want anders bleef ik hier wellicht gezellig overnachten, en nú word ik door angst voortgedreven als het ware. Want tenslotte moet ik mijn beeld bij de Koning afleveren... hm, al zal het wel even onder de kraan afgespoeld moeten worden. Ik loop hier gewoon tot over mijn knieën door de blubber maar alla, het zal wel ergens goed voor zijn, hoewel...
een kiertje licht
Aha! Ik zie lichtverschijnselen, weliswaar een smalle reet maar beter een smalle reet dan een dicht gat.
de Koning zit ondertussen achter een pompeus bureau in zijn studeerkamer te regeren
(wijst iets aan in een vloeimap) Juist ja.
in een hoek slaapt een soldaat op een doorwoeld bed; aan een wand hangt een zeer groot uitgevallen Liefdesbrief van Vermeer, waarachter vandaan gemompel en gestommel van Barend komt; de Koning kijkt vreemd op
Alea jacta est! (komt met veel gekraak door het scheurende schilderij het royale vertrek binnen, hij heeft het borstbeeld, dat evenals hijzelf onder de modder zit, tegen zich aan geklemd; loopt naar het bureau toe) Pollens, wat een geluk, ik ben geloof ik in het Koninklijk Paleis aangekomen! Sire, hier ben ik, en ik heb het bestelde borstbeeld medegenomen, geheel tot Uw dienst (maakt buiging) Zijne Hoogheid de Majesteit en weet ik veel.
?? (kijkt ons even vreemd aan)
Zou toch kunnen? Zal ik Uw buste hier maar even neerzetten dan? Ja? (zet het borstbeeld met een klap op het bureau) het beeld valt in brokken uitelkaar, Barend grijpt naar zijn hoofd, de Koning ontsteekt in toorn
Qu'est-ce c'est que cela? Quel malheur! Merde
| |
| |
alors! La lourde! Quel connerie cela, cette salopperie...
de soldaat wordt wakker en wrijft z'n ogen uit; een lakei komt binnen met een dienblad vol drank, dat hij prompt uit z'n handen laat vallen
L'enfer c'est les autres! Je porterai plainte à...
buiten, bij het majestueuze hek rond de paleistuin staat een schildwacht naast een wachthokje uit zijn neus te eten, vanuit de verte bereikt hem het getier des Konings
Hm, ze zijn weer flink bezig ginder. (krabt aan zijn reet) het ijzeren hek valt met een reuzeklap om, de wacht kan het gevaarte nog maar net ontwijken
(kijkt naar het gevallen hek, krabt op z'n hoofd) Ik geloof dat het hek gevallen is!
Aux armes! Assez de barratinage!
zenderstoring: enige tijd slechts ruis en sneeuw; daarna treffen wij Barend in een Belgisch café, hij kijkt, in tegenstelling tot een aantal geïnteresseerde Belgen, verveeld naar de televisie, waar de scène met de Koning aan de gang is
Foutez le camp, et tout de suite!
Ik denk dat ik mijn warme Belgische bed maar es ga opzoeken, want de rest van deze moderne show kan ik wel dromen, ja toch? Ach garçon, kan ik hier ook met een ongedekte Belgische cheque betalen? Zou toch kunnen?
de ober neemt mompelend een kreukelige cheque in ontvangst
Die Belgen vallen eigenlijk best mee! gaat de donkere straat op; hij kuiert voorbij een affiche, waarop een moderne show van Fred Haché en Barend Servet staat aangekondigd, houdt stil, loopt terug en leest het, kijkt op zijn horloge) Pollens, onze Belgische huldiging is me helemaal door het hoofd geschoten als het ware. Hopelijk kan Fred Haché die sympathieke Belgen met zijn Bakken aan de Bar aan de praat houden. Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan Barend! Er op af dus. (wipt het sombere gebouw waar het affiche op aangeplakt is, binnen)
| |
| |
voor kleurentelevisiekijkers valt thans de kleur uit, de uitzending gaat verder in zwartwit: op het eenvoudige podium van een klein, rommelig, uitverkocht theater staat Fred Haché moppen te tappen ten overstaan van een luidruchtig reagerende zaal; titel: ‘Rechtstreeks uit België’
...komt er een oud vrouwtje aan die zegt jongens, dat is toch schandalig wat jullie daar doen! Dat is dierenmishandeling! Veronderstel, zegt ze, dat ik jullie es aan elkaar knoopte. Zegt die kleinste: Kan jij dan van die kleine knoopjes leggen?
het publiek bescheurt zich; ondertussen zien wij Barend binnenstormen, hij smoest even met een zich als manager voordoend type
Ik schiet gauw even in mijn kostuum! (duikt de kleedkamer in)
...nog vijftig kilo dynamiet! Zegt ze: dat kan wel waar zijn, maar je lontje is wel erg gekrompen!
het publiek komt niet meer bij van het lachen
(wuift weg) Ik heb nog meer voor u, ik heb nog meer! Haags vrouwtje moet bij de tandarts komen, erg nerveus, u weet het, vrouwen bij een tandarts. Mevrouwtje, zegt die dokter, maakt u zich niet druk, gaat u zitten in de stoel, doe het mondje maar es even open. Hij zegt O, ik heb het al gezien, twee kiezen moeten geplombeerd worden. Zegt ze: O dokter! Ik krijg nog liever een kind! Zegt ie dat kan ook maar dan moet de stoel anders!
Fred wil thans het podium verlaten, het publiek heeft er nog niet genoeg van en scandeert zijn naam, Barend - inmiddels in zijn befaamde show-kostuum - loert vanuit de coulissen de zaal in en kijkt ons ook even met een blik van verstandhouding aan; Fred gaat af en de directeur verschijnt met Barend ten tonele
Dames en heren, hier is em dan, de fameuze Barend Servet!
het publiek breekt bijkans de zaal af
Pollens, wat ben ik beroemd, en ik kan er eigenlijk niks van. Ja, ziet u, ik heb me een beetje verlaat en daarom ben ik dus niet op tijd. Ik word
| |
| |
een peu nerveu... Laten wij daarom beginnen met een flinke dosis gezonde sex! (gebaart, de directeur knikt instemmend) vier spiernaakte vrolijke meiden rennen de planken op en beginnen uitbundig te dansen op de klanken van de door een flink harmoniekorps ten gehore gebrachte Belgische Parachutisten Marsch; het bierdrinkende en patates frites etende publiek is zeer enthousiast over het gebodene; zo ook de belichter, die buiten zichzelf raakt en een grote spotlight vanaf het balcon de zaal in laat donderen, geschrokken staart hij het ding na; gelukkig is niemand getroffen en is men weer spoedig over de schrik heen als de dames op het toneel hem weer even flink van katoen geven; dat is evenwel een man op de voorste rij teveel, hij wordt niet lekker; naast hem wil een opgewonden man het podium bestormen doch zijn zwaarlijvige, uit haar gebloemde jurk puilende onappetijtelijke echtgenote trekt hem aan zijn sportcolbert terug in zijn stoel; de marsmuziek zet opnieuw in en de vrolijke blote meisjes, een stevige donkerbruine, een frèle lichtbruine, een slanke bleke brunette en een reusachtige blondine, presenteren een nieuwe reeks dansfiguren van het soort waarmee beatdanseressen in televisieprogramma's voor jongeren popmuziek uit de hitparade opluisteren; ondertussen doet een fritbakker goede zaken en is ook de bieromzet niet gering; de begerig kijkende man in sportcolbert onderneemt opnieuw een poging bij het wellustige tafereel op het podium betrokken te geraken, thans slaat zijn in razernij ontstoken plompe vrouw hem met haar onelegante damestas ongenadig om de oren; daar stapt ineens een oude grijze man in glitterpak vanuit de coulissen kordaat het toneel op, uit een meegevoerd koffertje neemt hij een beslagen bril, zet die op en vat post achter de microfoon, het blote kwartet danst giechelend om hem heen
| |
| |
Bah! Bah!
gelach en applaus
Bah! Bah! Bah!
gejuich en applaus
Bah. (verlaat het podium)
de oude man - inderdaad dezelfde die in de voorafgaande shows eveneens zijn ongenoegen met de gang van zaken kenbaar maakte - heeft zijn optreden nog niet beëindigd of een kleine kleurloze, in windjack met bontkraag gestoken man waagt zich tussen het wervelend vrouwelijk schoon, de marsmuziek gaat over in ‘Fire’ door ‘The Crazy World of Arthur Brown’
Ik ben Meyer van de M.K.-stickers. Een poos geleden kwamen de jongens van de Barend Servet Show bij me of ik stickers over de Barend Servet Show wilde maken. Nou, ik heb het geweten. Aan de straatstenen raak ik ze niet kwijt. En ze zijn toch zo geweldig. Deze, (toont sticker met Barend Servet die in de poep trapt) geen poep op de stoep, daar wordt men toch dagelijks mee geconfronteerd. Deze (toont sticker met Barend en profil achter de schrijfmachine: hij wordt van achteren belaagd door een blote vrouw, zijn hoofd is tussen haar machtige borsten bekneld geraakt) is misschien iets gewaagd, maar ja, we leven in een moderne tijd. (zucht) Winkeliers, u kunt ze bestellen via telefoonnummer (020) 713592. (loopt de coulissen in)
de Belgische Parachutisten Marsch zet voor de derde keer in en de danseressen tonen nog geen spoor van vermoeidheid; bij het Trio houdt de mars op en horen we het intro van het in korte tijd zo populair geworden lied ‘Waar moet dat heen?’ Barend Servet draaft op - applaus - en zet zich aan het zingen, de meisjes hebben hun gedans aangepast aan het veranderde ritme
Waar eens de boterbloemen bloeiden
Waar al die leuke plantjes groeiden
zijn nu stenen doods en grijs
Och zal de mensheid ooit eens leren
| |
| |
te leven zonder bruut geweld
Zullen wij dan ooit waarderen
wat onze Schepper heeft besteld
de directeur is ook op het podium verschenen en beziet met instemming het gedoe op het podium
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan
bij de zaalingang waar de fritbakker zijn tent heeft opgeslagen, staat een groepje gendarmes likkebaardend de naakte danseressen te observeren
Waar eens mooie gebouwen stonden
Waar ooit het geld werd uitgevonden
Och zal de mensheid ooit eens leren
te leven zonder bruut geweld
Zuilen wij dan ooit waarderen
wat onze Schepper heeft besteld
de guitaarsolo begint, Barend maakt een gepast dansje met de dames, dan bestormt de gendarmerie de bühne, terwijl het publiek joelt en boe! roept wordt onze held onder het plegen van verzet door de Belgische dienders het podium afgesleurd, de danseressen vluchten gillend in de coulissen, hetgeen de ambtenaren toch wel spijt; na hevige schermutselingen, waaraan behalve door Barend en de gendarmerie ook wordt deelgenomen door de fritbakker en mensen uit de zaal, weten de mannen van de wet, teksten uit arrestatiebevelen uitroepend, Barend te overmeesteren en via een zij-ingang af te voeren...
Barend! Barend! Barend! Barend!
fade-out; fade-up: Sjefke van Oekel, zoals gebruikelijk gekleed in een keurig zwart kostuum met een vlinderdas, staat triomfantelijk in het veelkleurige, stemmig uitgelichte show-decor, hij wordt geflankeerd door een glunderende, eveneens in het zwart geklede altsaxofonist; een groot orkest zet in, de saxofonist valt bij, Sjefke
| |
| |
Mensen, mensen die mensen nodig hebben
zijn de gelukkigste mensen in de wereld
Wij zijn kinderen, nodig hebbende andere
en toch laten wij onze volwassen trots
verbergen onze innerlijke behoefte
handelend meer als kinderen dan kinderen
de aftiteling rolt voorbij; de saxofonist levert thans wel zeer virtuoze variaties;
Minnaars, zijn zeer speciale mensen
zij zijn de gelukkigste mensen in de wereld
met één persoon, één zeer speciaal persoon,
een gevoel diep in je ziel
zegt: je was half, nou ben je heel
Niet meer honger en dorst maar eerst
ben een persoon die mensen nodig heeft
Mensen die mensen nodig hebben
zijn de gelukkigste mensen in de wereld
Sjefke is uitgezongen, de saxofonist draait er een prachtig eind aan, de artiesten ontvangen een ovationeel applaus en drukken elkaar vol wederzijds respect krachtig de hand; fade-out
|
|