| |
| |
| |
Barend is weer bezig
Deel 3 Huldiging van onze held
Met o.a. IJf Blokker (Barend Servet, zingt ‘Waar moet dat heen’ van Plafond/Jaspars); Leo Kool; The Beale Street Band m.m.v. Joszche Monitzs, viool; hren mevr E. Breslau (ouders van Barend); J. Sunotel (burgemeester); Luisa Cortilla (trompet); Marina Renée (striptease); T. de Neff (man met beslagen bril); Elisabeth Roelink, Mieke van de Sande, Bertina Maas (de dames RiMiCo); Th. Bakker (boerenknecht); Cor Jansen (toneelhulp); J.C. Ris (notaris Van der Wiel); Cor Brak (Gerrit Dekzeil)
de Servet-tune start, een oude man gaat er eens echt voor zitten
onze swingende Barend Servet
we zien Barend als pompbediende, hij groet met een tik tegen zijn pet een zojuist bediende automobilist, die vervolgens over een voet van Barend wegrijdt, Barend maakt een rondedansje op één been
toch blijft hij steeds een heer
Barend als huisschilder, hij staat hoog op een trap een gevel te schilderen en laat daarbij een grote bus verf vallen; Fred Haché, die beneden aanwijzingen staat te geven, krijgt de bus over het hoofd, hij barst uit in getier
| |
| |
Stoot zijn neus keer op keer
maar hij blijft in de weer
Barend op bezoek bij deftige dames, hij neemt een slokje koffie, het kopje laat los van het oortje, hij krijgt een plens koffie over zijn broek, een dame poetst zijn gulp
Doet zijn best of hij gooit met zijn pet
Barend wandelend en fluitend in de bossen, een gemene jager treft hem met een schot hagel in zijn achterste als hij gebukt een mooie paddestoel bewondert; een konijntje huppelt vrolijk weg
onze swingende Barend Servet!
detail van een landkaart, waarop wij het plaatsje Dalden aantreffen; klokgebeier, dramatische muziek
(dames- en herenstem tegelijk) Twee september negentienhonderdzeuvenendertig: (herenstem alleen) In het vriendelijke dorpje Dalden onder de rook van Assen
foto van een baby op een berenvel
wordt het echtpaar Servet eindelijk een gezin: Barend junior aanschouwt (damesstem) het levenslicht. Al spoedig vult de vrolijke lach van kleine Barend de eenvoudige woning.
Barend als kleuter met een gieter in de tuin (herenstem) De kleine ontwikkelt zich snel tot een pienter baasje dat (damesstem) op school de leerkrachten verbijstert met zijn opmerkelijke leergierigheid...
kleine Barend schrijft het woord KUT op het schoolbord en moet daar vreselijk om lachen, de juffrouw is ontdaan en grijpt naar haar hoofd (herenstem) Enfin, na een roerige schooltijd trekt onze Barend welgemoed de wijde wereld in...
foto's van Barend op een verjaarsfuifje en als drummende jongeman; dramatische muziek stopt, we zien een bejaard echtpaar in een ouder-
| |
| |
wetse kamer, ondertitel: B.J. Servet en G.A. Servet-Knoop
(bezorgd) Waar zou die nu weer uithangen, we hebben al zóó een tijd geen ansicht-kaart van hem gehad...
(haalt pijpje uit de mond) Maak je nou maar geen zorgen moeder, onze Barend loopt heusch niet in zeuven slooten tegelijk...
Barend tuimelt in een sloot, komt proestend en bemodderd boven water, een boer en een koe komen naderbij
Pollens! Dat is nou al de zeuvende sloot waar ik vandaag in donder! (krabbelt de slootkant op) de boer krabt onder zijn pet, de koe loeit; het beeld wordt wit, in een geometrische uitsparing doemt het bezorgde gezicht van Barend op
(enthousiast) Barend is weer bezig!
geanimeerde titel in wit: Barend is weer bezig!
(krabt op zijn hoofd) Pollens, ik ben een peu nerveu!
zachtjes instrumentale Servet-tune, glamourportret van Barend in andere geometrische uitsparing, in het wit geanimeerde titel: ‘met IJf Blokker als Barend Servet’, dan een portret van Harry Touw met de titel: ‘Harry Touw als Otto Kolkvet’
Juist.
vervolgens naast elkaar de portretten van de dames RiMiCo, waaronder de namen Ria, Mia en Coba
Stil! Ik geloof dat het gaat gebeuren...
een portret van Ellen Jens, waarbij de titel: ‘Productie: Ellen M. Jens’, cross naar beeldvullende titel op wit: ‘Bedacht, geschreven, samengesteld en geregisseerd door...’ gevolgd door vier portretten met daaronder de namen Wim van der Linden, Wim T. Schippers, Ruud van Hemert, Gied Jaspars, het wit rond de portretten valt plotseling weg en we zien nog heel even de programmamakers tamelijk onnozel bij elkaar in
| |
| |
een rommelig hoekje van de televisiestudio staan, fade-out; fade-up: rommelig straatbeeld, Barend, gehuld in een vale regenjas, stapt kordaat op een fritkraam af, trapt voor de wagen in een ferme drol, schraapt zijn schoen over de keitjes, wendt zich tot een bolle fritbakker
Mag ik van u een zak patat?
Uh twaalf graag. (zoekt in zijn zakken)
Alsteblieft. (reikt een puntzak frit)
Onze Barend is na zijn korte doch heftige journalistieke loopbaan in fiscale moeilijkheden geraakt en daarom uitgeweken naar België, wat hem wel leuk leek, temeer daar hij zodoende geen last meer heeft van het gezeur van de dames RiMiCo.
Barend pakt de frit aan, geeft de bakker wat muntstukken, draait zich om
Hé, hé, hé! Dat gaat niet meneer. Dat is een frank te weinig. Dat gaat misschien in Nederland zo, maar wij tellen ons kleingeld.
O ja? Is dat zo? Hoe vreemd! Want ik heb niet meer geld, dus ook geen franken. Pollens, wat nu. Ik word een peu nerveu...
Omdat ge van zover komt wil ik het voor u door de vingers zien.
O, dat is erg vriendelijk van u. (wil weg)
Hohoho! Nee! Dat gaat zomaar niet! We nemen gewoon voor één frank fritten terug. (pakt een hand fritten uit het zakje van Barend en propt die in zijn mond)
Barend krabt op zijn hoofd, in de andere hand houdt hij het zakje frit: frozen frame, daaroverheen titel: ‘BAREND IN BELGIË’, de Brabançonne barst los en zakt weer af, Barend krijgt geheel onverwacht een massa mayonnaise op zijn frit geworpen, het stroomt over zijn mouw
Voilà, alsteblieft, zo zijn wij ook wel weer.
Nou, dankuwel. (tot de kijker) Die Belgen vallen eigenlijk best mee, (ontdekt de saus op zijn jas) hoewel.
(loopt weg) Mmmmmmmm, dat gaan we eens
| |
| |
lekker op mijn gezellige Belgische kamer oppeuzelen. Patates frites vult goed. Hoewel... Wacht eens, moet ik nu rechtsaf of linksaf, of gewoon rechtdoor.
er komt een bezadigd, ietwat overdressed echtpaar aanwandelen
Ik weet het al. Ik vraag het gewoon aan deze Belgen. Ach meneer, ik ben de weg kwijt, kunt u mij ook zeggen waar...
(kijkt begerig naar het zakje frit) Jazeker wel! (neemt frit, kauwend) U gaat gewoon even recht uit, (neemt opnieuw frit) bij het tweede stoplicht bij die gasfabriek, (eet verder) over die doorgezakte brug heen, dan bij de zesde frittenzaak, dan (geeft zijn vrouw ook een fritje) komt u bij de hoeren. Daar gaat u langs, en (vingert de laatste fritten uit het zakje) over de onbewaakte overweg, en dan zijt ge er. Zo. Op. Lekker.
Maar ik dacht dat het hier precies om de hoek was, als het ware, maar tenslotte bent ú Belg...
Maar van eigens! Dan zijt ge er ook! Goeiedag meneer.
(geeft zijn vrouw een arm en loopt door)
Barend kijkt beurtelings naar de lege zak en de weglopende Belgen; titel: ‘met Lou Telby als Fred Haché, Corty Brak als Gerrit, Dolf Brouwers als Sjefke van Oekel’; wij volgen het echtpaar, ze lopen langs een stenen fontein waarin een beeldje van Manneke Pis, het ventje begint prompt hevig tegen hun goeie goed te plassen, ze blijven vertederd staan tot het beroemde beeldje uitgewaterd is, fade-out; geluid doortrekken W.C.; fade-up: Barend klost een kale houten binnentrap af
Tsja, dat moet ook gebeuren zo nu en dan, hoewel... (zakt met luid gekraak tot aan zijn middel door de trap)
in de gang vliegt een deur open, een man met baard en pijp, alsmede een poedelnaakte mollige vrouw komen op het geraas af, samen helpen zij Barend uit zijn benarde positie
Neemt u mij niet kwalijk, ik wist niet eh... pardon
| |
| |
dat ik u stoorde bij het eh... (kijkt geobsedeerd naar het vrouwelijk schoon) eh... eh...
Ik weet niet waarover ge lult!
fade-out; hard in: beschaafde presentatie-desk, daarachter VPRO-functionaris Leo Kool, naast hem, half aangeschoten, een onbekende man; geluid van brekend aardewerk
(voelt even aan z'n stropdas) Dames en heren, wij zijn genoodzaakt...
het lijkt wel of iemand een compleet servies tegen de grond smakt, dan wordt het evenwel rustig
(kijkt verstoord opzij, begint opnieuw) Dames en heren, wij zijn genoodzaakt deze uitzending te onderbreken. Het is namelijk zo, dat een groot aantal bewonderaars van plan is op grootse wijze Barend Servet te gaan huldigen. Dus over nu naar theater 't Spant...
(geeft de heer Kool een krachtige handdruk) Juist.
(in de war) Zegt u?
er valt weer iets aan diggelen
Pollens! (krabt op z'n kalende kruin)
de heren blijven nog even wezenloos voor zich heen kijkend in beeld, fade-out; geroezemoes, fade-up: gesloten, rode theatergordijnen, erachtervandaan komt in een lichtspot op het podium een ietwat gezet, door zijn ferm achterovergekamde haar gerakende bebrilde heer, hij is gekleed in smoking en heeft een dik pak papier bij zich; het is de heer Van Oekel, die in Deel 1 van de show zo mooivoor de radio zong (Oh there's a lull in my life); hij stelt zich op achter de microfoon en neemt een hartelijk applaus in ontvangst
Dames en heren. Het is mij een eer...
de geluidsinstallatie werkt niet, hij verdwijnt in de coulissen, gestommel en gepraat, hij komt weer terug en tikt tegen de thans functionerende microfoon
Dames en heren, hartelijk, hartelijk, hartelijk
| |
| |
goedenavond op deze voor ons land zo een belangwekkende goedenavond. Wat fijn dat u hier in zo een grote getale bent komen opzetten. En ook u, kijkers en kijksters naar de TV, als u uw toestel tenminste hebt ingeschakeld want anders kan ik net zo goed tegen een stoel praten. Maar dat zal wel gelukt zijn, neem ik aan.
Barend Servet...
applaus en gejuich uit de overvolle zaal, waar men zwaait met borden en spandoeken waarop de teksten ‘Peu Nerveu’, ‘Pollens’, ‘Prima de Luxe’, ‘Verdomd interessant’, ‘Maar gaat u verder’, ‘Barend Servet’, ‘Hoewel’; het publiek is zeer lachgraag
Ik zei dus, Barend Servet...
applaus en gejuich
Wie kent hem niet, de vrolijke frans die geen vlieg kwaad kan doen enzovoorts, is HEDENAVOND IN ONS MIDDEN!
applaus en gejuich
En mij treft de eer deze eenvoudige belhamel bij u in te leiden als het ware! Inleiden? zult u zeggen? Ja, inleiden. Behoeft deze TV-ster dan nog ingeleid te worden? Kennen wij hem dan niet reeds allang?
Was hij het niet die vreugde in onze huiskamers bracht, en verdeeldheid niet te vergeten. O ja, ook opschudding natuurlijk, maar dat is wel eens goed, dunkt mij, maar wie ben ik, dus daar staan we verder maar niet bij stil, ware het niet dat men mij nu eenmaal aangevraagd heeft, inleidende woorden van vreugde, het woord zegt het al, inleidende woorden van vreugde te spenderen aan BAREND SERVET!
applaus en gejuich, Van Oekel schudt meewarig het hoofd
Zal ik dan maar beginnen? (opzij) Kan die? Ja? Goed. (schraapt de keel, verzamelt moed) Dames en heren, ik zal het kort houden, want ik moet ontzettend nodig naar de W.C....
lachsalvo
| |
| |
dus waar was ik ook alweer, juist. Barend Servet...
applaus en gejuich
(geërgerd) Ja, als u nu eindelijk uitgeklapt bent mag ik dan misschien even aan het woord, ja? Anders sta ik hier morgenochtend nog, en dan krijgt u Barend Servet...
applaus en gejuich
Ik zei dus, anders krijgt u hem nóóit te zien, verstaat u!
Zo, dat moest er even uit. (schraapt de keel) Inleidingen houden is doorgaans een ondankbare taak, geen pretje zo u wilt. Maar, in dit geval wil ik een uitzondering maken. Ik ben natuurlijk ook maar een eenvoudige boerenlul, maar ik wil u wel zeggen; dat ik reeds... Kortom, de commedia dell Arte reeds voorzag de mensheid van plezier, vertier, en weet ik veel. Waar gaat het nu eigenlijk om? (krabt op z'n hoofd, krijgt het benauwd, het zweet breekt hem uit, hanteert een witte zakdoek)
achter de gordijnen begint een orkest een tune te spelen
Hallo, hallo, hallo! Wilt u daarmee ophouden? Heren van de orkestbak! Het is nog niet zo ver! Potverdomme, ik zit midden in mijn inleiding! Wat zijn dat voor manieren!
(dringt zich achter de gordijnen)
het orkest houdt rommelig op, er valt een bekken op de grond; de mensen moeten vreselijk lachen Bah! (komt weer tevoorschijn) Nou ben ik helemaal van mijn a propos. Maar goed. WAT IS HUMOR? Om deze vraag te kunnen goed te beantwoorden, ja, heeft u dat?
Dienen wij ons te verdiepen in de vroege prehistorische mensheid, waar reeds verschijnselen van humor in de grotschilderingen wat later dus zou uitmonden in fresco's van de zogenaamde Griekse Beschaving de vroegchristelijke ook zoiets dus over naar die prachtige landschappen waarin de Mens centraal stond in de hem omrin-
| |
| |
gende Renaissancistische wereldbeschouwing waarin God niet bestond, dit voor de kijkers die dit nog niet wisten. Via de duistere middeleeuwen met hofnarren en troubadours en de vanoudsher populaire blote dans, is de overgang naar (slaat een dik pak papier over) het fenomeen Barend Servet...
applaus en gejuich
...niet zo moeilijk dunkt mij. Kortom, de showbiz anno nu, lampen, succes, roem en drank, lekkere wijven maar ook geld! Veel geld! Juist. Prachtige auto's en treinen in vliegende vaart door het wuivende graan! (wist zich het zweet van het voorhoofd) Fruitschalen voor onze zieken, asbakken, Kerstmis met enorme poorten, natte plekken... Ik word niet goed...
vanachter het gordijn schieten mensen toe, men laat de arme man water drinken en leidt hem dan weg; het orkest produceert de Servet-tune, achter in de zaal arriveert de in zijn beroemde gele pak gestoken Barend, onder luide toejuichingen begeeft hij zich via het middenpad naar het podium
Barend! Barend! Barend!
op de voorste rij bemerken wij de ouders van de populaire TV-ster
Toch schijnt onze Barend behoorlijk populair te weezen.
Zou je denken, va? Wil je nog een pepermuntje?
Kop dicht mens, daar istie.
Waar? Waar?
Barend betreedt het podium, de gordijnen achter hem gaan open en geven zodoende zicht op een fantastisch met bloemen versierd showdecor waarin een gigantisch geschilderd portret van onze held domineert en waar een orkestje vrolijke klanken voortbrengt
Hartverwarmend, zo'n applaus. Pollens, wat ben ik beroemd! (geschrokken) En ik kan er eigenlijk niks van... (vrolijk) Maar ja, ik doe gewoon alsof. het orkest zet ‘Waar moet dat heen’ in
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
| |
| |
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan...
applaus en gejuich, door Barend met een lichte buiging en een verwijzing naar het orkest in dank afgenomen
(maant met gebaren tot kalmte) Hartelijk dank mensen. Hartelijk dank dat u in zo'n grote getale hier naar deze zaal bent gereisd. Dat u zonneschijn, regenbuien, nacht, storm, herfst, regen, ijs, hagel en sneeuw en zo hebt getrotseerd om mij hier te huldigen.
gejuich
Terwijl er juist hedenavond weer zo'n aardige show van mij op de televisie is!
hard gelach
Ja, daar lacht u nu wel om, maar op Nederland 2 is ‘Barend is weer bezig’ volop aan de gang, en tja, als u het mij eerlijk vraagt zit ik nu ook liever gezellig thuis naar m'n eigen show te kijken. Hoewel, zo'n huldiging vind ik eigenlijk veel leuker. Dus ik zou zeggen: Begint u maar!
een stoet scholieren en bejaarden trekt langs Barend, men biedt hem bloemen, gebak en prullen aan, een klein op z'n zondags gekleed meisje leest een gedichtje voor
Lieve Barend Servet
Het is weer Lente in het land
en wij lazen steeds in de krant
van jou die ons zo lachen laat
terwijl je nu dicht bij ons staat
Daarom lieve Barend, dit is voor jou
van klas 6B, Ireneschool in het dorpje Sprouw
wij hopen dat het goed je gaat
jij bent de held van onze straat
applaus; een buikige burgemeester, voorzien van de ambtsketen, sluit de rij en biedt Barend een plaquette aan
| |
| |
Zeer geachte heer Servet. Als burgemeester van Dalden heet ik u hartelijk welkom, eh... Ook namens het bijna voltallige gemeentebestuur, bied ik u dit aan. En wij zijn er trots op dat ons eenvoudige dorp de geboortegrond mocht blijken van een groot man als u.
applaus
Dank u. Goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond, goedenavond...
applaus
Wat leuk dat u in zo'n grote getale bent komen opdagen. En ook u, kijkers en kijksters naar de TV, als u uw toestel tenminste hebt ingeschakeld, maar dat zal best gelukt zijn, want anders kan ik net zo goed tegen een stoel praten...
applaus
Van harte welkom en welkom gefeliciteerd en dat u deze goedenavond wel smaken mogen reeds dus. Zou toch kunnen? Pollens, ik ben wel een peu nerveu, maar met een beetje weet ik veel slaan we ons er wel doorheen, als het ware... hoewel... JA! Waar was ik ook alweer? Waar ben ik, hoe laat is het? (kijkt op horloge, schrikt) O, het is geloof ik al begonnen... Maar goed, genoeg geluld. Laten we eerst maar eens... of nee, ik heb een beter idee! (wrijft zich in de handen) Wij beginnen met een flinke dosis gezonde sex!
door het ophijsen van het reuzeportret wordt ons thans een ruime blik op het orkest, een zevenmansformatie, gegund; het gooit er een kernachtige jingle uit; applaus, gejuich en gejoel Ik zou zo zeggen, zet uw TV flink hard, zet plantjes, vazen, portretten en wat dies meer zij er even vanaf, stel de boel goed af, schuif gezellig dichterbij of poets uw bril, geeft uw ogen goed de kost! DAAR GAAN WE!
(treedt terzijde)
jingle en applaus; stilte, er gebeurt niets
O, storing dunkt mij. Hoe vreemd! Daar heb ik
| |
| |
niet op gerekend. Laten we dan maar beginnen met het volgende programma-onderdeel... Wat staat er nu op het programma? Fred? Fred! FRED!?? Hm, zeker last van gekte en ik had het toch heus goed bedoeld. Nuja, dantur opes nulli nisi divitibus. A cane non magno saepe tenetur aper.
de gordijnen vallen achter hem dicht
Dus wat doen wij dus, Barend? Ik doe blijkbaar iets verkeerd. Let op! (komt van het podium af, gaat op de voorste rij zitten, slaat de benen overelkaar, wuift kort tegen zijn ouders een eindje verderop, wendt zich tot een schrikachtig reagerende mijnheer naast hem)
Tsja, ik begrijp het natuurlijk al, onze vrolijke dansgroep kwam niet opdagen omdat ik met mijn gezeur het podium... Nuja, kop dicht.
de gordijnen gaan weer open, applaus
Aha! Daar zullen we ze hebben.
in een spotlight verschijnt een gezellige dikke negerin in een laaguitgesneden glitterjapon, ze draait een blinkende trompet om haar vingers, zet het instrument aan haar lippen en blaast een medley van verjazzde oude mopjes, ze trekt vreemde grimassen, zwaait tussen de bedrijven door woest met de armen, gooit er wat scat tegenaan en staat te swingen als een gek, titel: ‘Luisa Cortilla’; de zaal reageert enthousiast, men knipt met de vingers, stampt met de voeten, klapt in de handen en beweegt ritmisch het hoofd, een enkeling raakt uit z'n humeur; na afloop bedankt de soliste uitvoerig voor het gulle applaus, doek; Barend wandelt het podium op, in zijn kielzog de heer Sjefke van Oekel die een droog kuchje laat horen
(merkt Van Oekel op) O, u. Hoe vreemd.
Maar we hadden toch afgesproken dat ik met u een leuke sketch zou opvoeren?
Ja, kijkt u maar niet zo raar, ik weet het zéker, hoor.
O, nou, daar ben ik dan mooi klaar mee.
| |
| |
Nee, we moeten er nog mee beginnen.
O ja, is dat zo? Verdomd interessant, maar gaat u verder. Er staat mij inderdaad vaag iets bij dat ik eh...
(kijkt op horloge) Vlug dan. Wat moeten de mensen wel denken.
Zal ik dan maar? U was dus pooier.
En ik speelde voor eh... Tsja... (het zweet breekt hem uit) Wat was het nou ook weer... Ziet u, ik kende het helemaal uit mijn hoofd en nu heb ik ineens plankenkoorts.
Geeft niet hoor, dat hoort bij het vak, ik sta ook te trillen op mijn benen.
Het spijt me toch zo dat ik u hier nu in uw hemd gezet heb. Ik word niet goed... (grijpt naar zijn hoofd, wankelt de coulissen in, krijgt daar een glaasje water) het publiek heeft zich kostelijk geamuseerd en beloont de arme man met een donderend applaus
Een briljant optreden was dat zeg, pollens wat een talent... (schrikt van plotselinge harde muziek achter de gordijnen, verlaat het podium) nu is het tijd voor striptease, het doek gaat open en daar staat Marina Renée, een stevig type, gehuld in operette-achtige gewaden en vol met veren, haar blonde kapsel is klassiek van opvatting (knotje); haar optreden komt moeizaam op gang met wat onduidelijk gedraai en gedrens op rommelige muziek, dan komt er een door angstaanjagende klanken begeleide act waarbij ze ostentatief een kristallen flesje leegdrinkt, ze raakt bevangen, ze beweegt zich spastisch over de planken, ze krijgt de bibberatie, kijkt ons herhaaldelijk priemend aan en ontdoet zich als een bezetene van vrijwel al haar kleding, al dansend belandt ze op een Biedermaierbankje, alwaar ze zich enige tijd overgeeft aan het masturberen met behulp van een grijze herenpantalon; daar knapt ze zichtbaar van op: ze besluit haar optreden met beheerste dans op magistrale orkestklanken; haar nummer oogst veel succes bij
| |
| |
het publiek, al zijn er wel degelijk mensen aan wie het niet is besteed, voor wie zoiets niet hoeft, die het niet kunnen waarderen, die het ergerlijk vinden, die het stuitend vinden, die voortijdig de zaal verlaten, maar ja, je kunt het nooit iederéén naar de zin maken; Marina is overigens danig onder de indruk en bijzonder in haar sas met het lange applaus en het opgewonden gejuich, ze strooit kwistig kushandjes en pronkt met haar borsten tot het doek valt; onze oude grijze man beklimt het podium, uit een aktentas haalt hij zijn beslagen bril en zet die op
Bah!
gelach
Bah! Bah!
gelach en applaus
Bah! Bah! Bah!
gejuich en applaus
de man loopt weg, het applaus houdt aan, hij komt weer terug
BAH! (verlaat het podium)
jingle, gordijnen gaan open, applaus; het orkest gaat nagenoeg schuil achter een groot geschilderd decorstuk voorstellende een stuk weiland met een boerderij en een weggetje, een bloeiende perelaar steekt mooi af tegen de blauwe lucht; de dames RiMiCo staan voor het schilderij aan het begin van het weggetje als het ware, links van hen staan twee schapen met hun achterzijde naar ons toegekeerd, rechts van hen ligt een berg hooi op de planken; verre geluiden: gefluit, gekraai, gekoekoek, geloei, gebeier
Moet je zien hoe'n prachtige omgeving ze hier hebben!
Prachtig gewoon. De lente is in het land! Dat was een goed idee om er eens een weekje tussenuit te gaan om op het land te toeven. Echt gezond!
Hoe? Een nieuwe lente, een nieuw geluid. (slaat een boekje open) Een nieuwe lente, een nieuw geluid, ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit dat ik
| |
| |
vaak hoorde voor een zomernacht, in een oud stadje langs de watergracht, in 't huis was 't donker, maar...
O, kijk nou es! (wijst op het hooi)
uit de ritmisch bewegende berg steken twee paar voeten
(kijkt met verbazing naar het rondvliegende hooi) Moet je nú eens kijken wat ik hier vind! Wat zou hier aan de hand zijn?
O, kijk maar niet, dat komt door de lente...
Kijk nou toch eens hoe schattig of dat ze in de weer zijn. 't Is lente! (maakt weids gebaar)
een vuurrood aangelopen hoofd duikt op uit het hooi
STILTE! Zo kan ik niet werken!
het orkest zet in
Barend, Barend, waar ben je nu toch weer
We zijn toch zo verliefd maar je smeert hem
je hoort toch echt bij ons
Je moet nu echt beslissen
anders geven we je de bons
Ik zag die Barend voor het eerst ik viel meteen
Ja 't is echt waar ik vind hem leuk want hij is zo
Wat zou die arme jongen toch met een ander
Toe Barend wanneer krijg ik nou van jou een
Barend, Barend, waar ben je nu toch weer
We zijn toch zo verliefd maar je smeert hem
je hoort toch echt bij ons
Je moet nu echt beslissen
anders geven we je de bons
Het is niet waar wat Ria zegt want Barend houdt
Ik weet nog goed toen hij me zag toen keek hij
| |
| |
Ik voel als 't ware aan mijn hart wij passen bij
Dus schei toch uit en hou maar op
Barend, Barend, waar ben je nu toch weer
We zijn toch zo verliefd maar je smeert hem
je hoort toch echt bij ons
Je moet nu echt beslissen
anders geven we je de bons
Hou toch op met dat gezeur je maakt geen
Want als ik Barend vind wel dan vraag ik hem
Dan zegt ie tegen mij ‘Coba je bent uit duizend
Twee honden vechten om een been en Coba
het orkest speelt weer het refrein
Ik zag hem voor het eerst! Hij is voor mij!
Hoor haar! Wat een verbeelding! Wat denk je wel...
Jammer dattie op die trut valt.
Hoe? Oh, wat ben jij gemeen!
Maar daarom hoef je nog geen koffie in mijn gezicht te gooien!
Barend, Barend, waar ben je nu toch weer
We zijn toch zo verliefd maar je smeert hem
je hoort toch echt bij ons
Je moet nu echt beslissen
anders geven we je de bons
het publiek, dat grote schik had in het optreden van Ria, Mia en Coba, honoreert het onvaste gezang van het trio met een stevig applaus, doek: Barend draaft op, krabt op z'n hoofd
| |
| |
Dank u wel, Ria, Mia en Coba. RiMiCo dus. Merkwaardige naam. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. Prima. (schudt zijn hoofd)
de gordijnen gaan open, het lente-schilderij is verdwenen, een bange man in stofjas rolt vijf TV-toestellen op verrijdbare tafeltjes het podium op, het orkest speelt de quiz-tune van de Fred Haché Show
Wat is dat, wat is dit, wat is dat nou weer? U ziet het reeds: vijf stuks kleurentelevisietoestellen!
Juist. Ik ga maar weer deres...
Oh. Juist ja. Dank u wel. Dames en heren, ik heb gemeend vijf mensen ongelukkig te maken met zo'n prachtige uitvinding en wat glimmen ze mooi. Hoe nu kiezen wij onze winnaars? Aangezien een of andere maffe loterijwet of hoe die rommel heten mag, het mij verbiedt deze prijzen zomaar weg te geven, cadeau te doen dus, gratis als het ware, spelen wij thans een heel flauw spelletje. Let dus goed op want het is verdomde moeilijk let dus goed op. Want het is verdomde moeilijk. Let dus goed op want het is verdomde moeilijk dus let goed op. Want het is verdomde moeilijk. Let dus... (schudt hoofd) Nou, kop dicht. Ik heb gemeend vijf mensen ongelukkig te maken met zo'n prachtige uitvinding en wat glimmen ze mooi. Hoe nu kiezen wij onze winnaars? Aangezien een of andere maffe loterijwet of hoe die rommel heten mag het mij verbiedt deze prachtige prijzen zomaar weg te geven, cadeau te doen, gratis als het ware, spelen wij thans een heel flauw spelletje. Oh pardon. Verdomd interessant maar gaat u verder.
een ernstig kijkende, in het zwart geklede mijnheer komt uit de coulissen, hij voert een gazen draaitrommel vol snippers mee
Wie is u? Pollens...
Notaris Van der Wiel (wijst op de man met de trommel) trektnu vijf nummers die corresponderen met de nummers op uw plaatsbewijs. Heeft u
| |
| |
dat? Klaar? Klaar? Klaar? (schudthoofd) U dient nu ook geen plaatsbewijzen meer te ruilen ofzo. (tot notaris) Trekt u maar!
Van der Wiellaat de trommel draaien en kiest dan mompelend vijf snippers
Wat heb ik toch een afgrijselijk leven...
(grist de snippers af) Oh pardon. Dat zijn dan de nummers... Let op, uw eigen plaatsbewijs houden thans! Hier komen de winnende nummers: 448, 304, 11, 164 en 171! Willen deze nummers zich onmiddellijk op het podium vervoegen? En neemt uw kaartje mee s.v.p., dan speelt ons orkest ondertussen een pittige Engelse wals.
twee dames en twee heren melden zich, één houder of houdster van een winnend nummer komt niet opdagen, is blijkbaar voortijdig vertrokken; door het kabaal van het orkest heen maakt Barend notaris Van der Wiel duidelijk dat er nog een nummer moet worden getrokken
Dames en heren! Ja, mag ik even, ja?
het orkest verstomt
Ja, dan heb ik hier dus nog een nummer, 186! Mag ook hier komen.
er meldt zich een jongeman, applaus en jingle
Van harte gefeliciteerd met uw prijzen! Mooi hè.
Ieder van u zo'n prachtige kleuren-TV. Leve de V.P.R.O.!
applaus en gejuich
Wordt lid van de V.P.R.O.! Oh pardon, geen reclame. Maar goed, hartelijk gefeliciteerd dus.
Pollens! Ik moet u eerst nog wegens de loterijwet aan een prijsvraag onderwerpen! Daar gaat ie dan. U, mevrouw, welke...
het orkest wordt baldadig en speelt weer een jingle
Mevrouw. Let op. Welke prijs krijgt u als u deze vraag goed beantwoordt?
Goed beantwoord! Gewonnen! Prima! Dank u.
applaus, gejuich, jingle
Zo. Hiermede hebben wij aan de letter van de wet voldaan. En dan gaan wij nu over tot de uitreiking
| |
| |
van de prachtige prijzen! Ik zou zeggen, gaat uw gang, dan speelt ons orkest nog even een pittige Engelse wals, nietwaar heren?
inderdaad laat het orkest weer een nummertje driekwartsmaat horen, waarin nu vooral de viool excelleert; de winnaars pogen hun prijzen het toneel af te sjouwen, ze krijgen daarbij hulp van familie en/of kennissen uit de zaal, en daar is ook ineens Gerrit die de helpende hand biedt; het orkest gaat over op ‘Waar moet dat heen’
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan
Waar eens de boterbloemen bloeiden
Waar al die leuke plantjes groeiden
zijn nu stenen doods en grijs
Och zal de mensheid ooit eens leren
te leven zonder bruut geweld
Zullen wij dan ooit waarderen
wat onze Schepper heeft besteld
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan
Waar eens mooie gebouwen stonden
Waar ooit het geld werd uitgevonden
Och zal de mensheid ooit eens leren
te leven zonder bruut geweld
Zullen wij dan ooit waarderen
wat onze Schepper heeft besteld
Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan
Waar komt die rotzooi toch vandaan
Wat moeten wij met ons bestaan
De wereld is nog niet vergaan
de zaal blijft enthousiast het refrein herhalen, de eindtune wordt erop gemixt, de aftiteling rolt voorbij
| |
| |
onze swingende Barend Servet
toch bleef hij steeds een heer
Stiet zijn neus keer op keer
maar hij bleef in de weer
Deed zijn best of gooide met zijn pet
onze swingende Barend Servet!
Barend neemt bloemen en taarten in ontvangst, zijn ouders komen op het podium, de mensen brullen, klappen, zingen en stampen
Hartelijk dank dat u gekeken hebt naar mijn huldiging. Kijkt u de volgende keer weer? Dan gaan we verder met de show!
fade-out
|
|