Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 369]
| |
78. In het dolhuis?Ga naar voetnoot1.Reeds meldden wij iets over het infame schrijven van dr. G.Ch. Aalders, waarmee hij trachtte de publieke opinie in Amerika te beïnvloeden.Ga naar voetnoot2. Prof. Greijdanus' nijvere hand heeft - naar ik vernam - reeds een artikel daartegenover gesteld en in zee gezonden.Ga naar voetnoot3. Intusschen wreekt zich de ellendige verdoezelingspolitiek der dusgenaamde ‘synode’ meer en meer. Het nuchtere feit is en blijft, dat de ‘synode’ menschen uitwerpt, die de bekende formule van het ‘houden voor wedergeboren’ niet als Woord van God willen eeren. Het is doodgewoon een woordje van een stuk of wat menschen. En wie dat als theoloog van althans eenige bekwaamheid eenmaal weet, en bovendien de kerk van Christus te zeer liefheeft, dan dat hij haar naar den afgrond van het farizeïsme en rabbijnendom zou sleepen door menschelijke, al te menschelijke formuletjes als Gods Woord te eeren, die vond het zijn eenvoudigen plicht neen te zeggen op de kategorische (!) vraag, of hij beloofde niets te zullen leeren dat met dit formuletje niet ten volle in overeenstemming was. Dit is het naakte feit. Maar de wereldsche politiek der ‘synode’-leiders dringt het voortdurend op den achtergrond. Men zet breede boomen op over het verbond. Dat geeft lustige, verwarde, tijdwinnende debatten. Daarna kan men - want ook dáármee kan de formule samenhangen, zie de ‘procedure-H.J. Schilder’ - even lustige en tijdwinnende debatten krijgen over de sacramenten. Komt tijd, komt raad voor de schismatieke uitdrijvings- en isoleeringspolitiek. En is ook dit thema doorgezaagd, dan kan men - formule Zwolle etc.Ga naar voetnoot4. - weer eens een paar jaar praten gaan over het kerk-begrip. De tekst der schorsingsbullen is tegen dien tijd al heelemaal vergeten. Dáárnaar zal een of andere historicus weer eens grijpen, wanneer het gezelschap der thans twistenden al lang aan de overzijde is van het - graf. Daarom probeeren wij telkens - nu we nog samen vóór het graf staan - eraan te herinneren: menschen het gaat niet over een verbonds-leer. Het gaat over die schorsingsgronden! Wie kent die producten van praeadviseurs-techniek nog van buiten? Van die verdoezelingspolitiek nu blijken sommige Amerikaansche bladen een al te gewillig slachtoffer. De leugens, waarmee de synodocraten ons vervolgen komen prompt in het gelid te staan. Eerst nam dr. Aalders, nu neemt ds. Le Cointre,Ga naar voetnoot5. óók synodelid-uitdrijver-scheurder de pen op om de Amerikanen | |
[pagina 370]
| |
‘voor te lichten’, 't Lukt hem prompt. Daarnaast komt een poging van den redacteur (H.J.K.Ga naar voetnoot6.) van The Banner om den één tegen den ander uit te spelen. Het fabeltje wordt verspreid, alsof ik de ongelukkige algemeene-genade-formule van 1942 zou hebben aanvaard zonder tegenwerping!Ga naar voetnoot7. Onze lezers weten al beter. Klap op den vuurpijl echter is dit: diezelfde redacteur vertelt als de hoogste wijsheid, dat ‘Schilder cum suis’ leeren: that the blessing of the covenant is purely an external one so that all who are in that covenant receive its full blessing.Hetgeen wil zeggen: dat de zegening van het verbond bloot een uitwendige is, zoodat allen die in dat verbond zijn de volle zegening daarvan ontvangen.Hoe haalt men den onzin bij elkaar? Ik weet het wel: men puurt hem uit de geschriftjes der verdoezelingskunstenaars, wier producten men maar naschrijft zonder eenige moeite te nemen naar de bronnen af te steken. Het dilemma: inwendig-uitwendig, dat dr. J. Ridderbos heeft verleid tot zoo menige buiteling, en dat wij uitvoerig afwezen, wordt ons zóómaar opgedrongen. En het leuke is, dat de redacteur dan concludeert: de Chr. Geref. Kerk (van Amerika) zal dat gevoelen verwerpen, zonder aarzeling. Best, best ds. H.J.K. Verwerp maar. Dan verwerpt u niet alleen den gewaanden Schilder, maar ook den reëelen Ridderbos, die thans slachtoffer wordt van z'n eigen onwetenschappelijke dilemmatiek. Maar vergeef ons, dat wij bij het afdraaien van al die bonte beelden ons afvragen: zijn wij hier in het rechthuis of in het dolhuis? Is de kerk van Christus niet waard, dat u eerst eens studeert eer u schrijft? |
|