Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 320]
| |
72. Gomarus was ook maar een onkundigeGa naar voetnoot1.Toen destijds de worsteling tegen de onzalige ‘binding’ aan de uitspraken van 1942 begon, werd van de zijde der (toenmalige) ‘bezwaarden’ erop gewezen, dat in de voorrede, die de Statenvertaling op het Nieuwe Testament geeft, het verbond, en dan met name ook het genadeverbond, voorwaardelijk werd genoemd. Het nieuwe verbond bestaat volgens deze voorrede daarin, ‘dat God Zijn Zoon tot een middelaar verordend heeft en het eeuwige leven belooft onder voorwaarde, dat wij in Hem gelooven’. Het antwoord van het synodale Praeadvies was: nu ja, maar die schrijver der voorrede op het Nieuwe Testament was niet zoo diep in de verbondsleer ingedrongen; erg deskundig was die man niet. Men bleef het spreken van voorwaarden...remonstrantsch noemen, hoewel juist de Statenvertalers de remonstranten pas hadden uitgeworpen met keur van scherpe argumentatie. Blijkbaar is volgens deze synodale wijsheid ook Gomarus, de gereformeerde theoloog bij uitstek, een ondeskundige. Wie zijn werken opslaat, stuit al dadelijk op zijn Leidsche redevoering van 8 juni 1594, over het verbond Gods.Ga naar voetnoot2. Daar staat in, dat het verbond eigenlijk gezegd een wederkeerige obligatie (verbintenis) van God en menschen is, aangaande het eeuwige leven, dat hun te geven is onder conditie. Kent Gomarus dan niet Jer. 31? Zeker, hij zegt, en weet er alles van, dat God het geloof en de bekeering geven moet. Maar hij noemt het toch wel degelijk een conditie. En deze rede neemt, blijkens het opschrift, de plaats in van een voorrede op het Nieuwe Testament. Arme Gomarus, - ook al onkundig... |
|