Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
45. Aanteekening van de redactieGa naar voetnoot1.1. Ds. Bremmer neemt naar het oordeel der liefde aan, dat de inhoud der brochureGa naar voetnoot2. ongeveer gelijk is aan dien der propagandaredenen, maar er zijn er, die van beide kennis namen en verzekeren, dat de oncontroleerbare redevoeringen nog veel meer venijn bevatten dan het gedrukte stuk. Wat mij er van ter oore kwam, is inderdaad verbijsterend. 2. Terwille van onze lezers nemen we het stuk van den heer Roorda op in Persschouw (zie dit of een ander nummerGa naar voetnoot3.). 3. De brochure is door mij niet ontvangen. Wel ergens ingezien. Toen ontdekte ik, dat de auteur ook mij ‘citeerde’. Een zinnetje van mij, waarin het begrip ‘mystiek’ werd gehanteerd in ongunstigen zin. En dan vlak daarop - bij wijze van tegenhanger - kwam een citaatje van een ander, die ‘mystiek’ gebruikt in den zin van ‘teedere godsvrucht’, of iets dergelijks. Suggestie: die Schilder is tegen de teedere godsvrucht (of zoo).Ga naar voetnoot4. Hoe ongeleerd! Want anders moest ik zeggen: hoe onzedelijk! Deze man moet weten, uit wat anderen schreven, uit wat ik zelf publiceerde in den laatsten tijd, uit wat hij mij herhaaldelijk zonder één woord tegenspreken, heeft hooren zeggen, dat de ‘mystiek’ in citaten als het door hem ontleende beteekent: de leer (!) van het den mensch gegeven vermogen tot on-middel-lijke (gods)kennis; een kennis dus, welke zou ontstaan en opvlammen zonder middelen, ook zonder die, welke Gods Woord, en dus onze catechisatieboekjes, voor de ware godskennis noodzakelijk achten. Wie zoo iets weet, en toch zulke propagandistische gif-injecties aandurft, dien vinden wij in zijn propaganda niet liggen in de lijn der ‘mystiek’ à la Den | |
[pagina 228]
| |
Hartogh. Ik heb toen het drukwerkje maar weggelegd. Want, wat wil men met zùlke kerkscheurders-excommunicanten? |
|