Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
41. Eigen professoren uitwerpen; maar voor en met niet-geloovige professoren biddenGa naar voetnoot1.In Groningen heeft de synodocratische dominé P. van Strien,Ga naar voetnoot2. die den droeven moed had zitting te nemen in de z.g. ‘synode’, nadat deze zijn ouderen collega ds. D. v. Dijk had weggestuurd vanwege zijn getrouwheid, welke haar in haar ontrouw hinderlijk was, nog een ander staaltje van ‘moed’ aan den dag gelegd. Ds. B. JongelingGa naar voetnoot3. vertelt ons in Mededeelingen (Geref. Kerken classis Groningen), bij welke gelegenheid dat was: De dagbladpers heeft gemeld dat de rijksuniversiteit te Groningen is heropend,Ga naar voetnoot4. dat aan die opening is voorafgegaan een ‘wijdingsure’ in de Martinikerk, en dat in die ‘wijdingsure’ een gereformeerd (synodaal) predikant is voorgegaan in gebed om den zegen des Heeren over het werk van de universiteit af te smeeken, nadat eerst anderen daar gesproken hadden.Daarna omschrijft ds. Jongeling het doen van ds. Van Strien: En wat zien we gebeuren? Nu de eenheidsgedachte, die in beginsel dezelfde is als die van het liberalisme, veld wint, nu gaat iemand, die een geestelijk nazaat van Kuyper moest wezen en die zelfs instemt met Kuypers wedergeboorte-theorieën en op grond daarvan broeders mede schorst en afzet, de antithese verloochenen, de Vrije Universiteitsidee verloochenen; hij gaat bidden om den zegen des Heeren over het werk van de ongeloovige wetenschap.Men ziet, waarheen kerkistisch-partijdig drijven iemand sturen kan. Wij voor ons meenen, dat de Vrije Universiteit ondanks haar beginsel een centrum van rampspoed herhaaldelijk is. Wat haar professoren hebben aangedurfd op de jongste synoden, zij met hun te Kampen gestationeerde V.U.-genooten, dat is | |
[pagina 219]
| |
in-droevig. Het is ook zoo hevig onwetenschappelijk. En daarbij zoo partijdig, want in eigen kring laten ze passeeren wat tienmaal erger is dan wat ze op kerkelijk terrein hittiglijk vervolgen. En andere professoren aan de V.U., ook al zien ze dit alles zeer goed, scherper nog dan wij, zwijgen en zien toe. Zoo verwijdert de werkelijkheid der V.U. zich almeer van haar, en ook door ons zoo vaak bepleite beginselen. Men mag voor haar spreken en werken en wordt er graag voor gebruikt, doch ‘wee’, als ge haar clan-geest weerstaat. Dan begint het wegwerken achter de schermen. Nog eens, zóó zien wij het. Maar ds. P. van Strien ziet het blijkbaar anders. Die dànkt den Heere God voor wat de heeren van de V.U. hebben uitgestukt. Die vindt dat allemaal ‘trouw’: kandidaten wegsturen, dominees schorsen, de eigen professoren uitwerpen en tenslotte hen aanspreken als: ‘weledele zeergeleerde heer’ (afscheidsbrief van de ‘synode’-praeses, de in eigen oog nog altijd ‘weleerwaarde hooggeleerde Berkouwer’. Maar intusschen met niet-geloovige professoren in hun qualiteit(!) bidden en meemarcheeren in den optocht... Nogmaals: het gaat over het optreden der universiteit in qualiteit. |
|