Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 268]
| |
73. Generale Synode van Utrecht 1943-1945 aan Schilder d.d. 28 juni 1944Ga naar voetnoot1.'s Gravenhage, 28 juni 1944
Den weleerwaarden hooggeleerden heer prof. dr. K. Schilder
Hooggeachte heer en broeder
Zooals u reeds uit het ter synode uitgebrachte rapport zult vernomen hebben, heeft de generale synode in haar zitting van 23 juni uw schorsing voor den tijd van 1 maand verlengd. In verband hiermee komen wij als moderamen der synode ter vervulling van de ons gegeven opdracht opnieuw tot u met een ernstig en dringend verzoek. U hebt ons geschreven, dat het u om voor uzelf en anderen dwingende redenen niet mogelijk was de door ons gevraagde samenspreking te arrangeeren. U zult het ons echter niet euvel duiden, wanneer wij thans nogmaals tot u komen met een herhaald verzoek. In de eerste plaats is het immers mogelijk, dat de omstandigheden sinds uw schrijven veranderd zijn. Wanneer dit echter niet het geval zou zijn, zouden wij u willen vragen nogmaals te willen overwegen of het in deze maand van verlenging niet mogelijk zou zijn het zoo te leiden, dat de door ons begeerde samenspreking alsnog kan plaats hebben. Wij verstaan, dat u zelf in eigen verantwoordelijkheid alle factoren moet overwegen en beoordeelen in verband met allerlei risico's, maar u zult toch evenzeer kunnen billijken de rechtmatigheid van ons dringend verzoek, waar dit ten nauwste samenhangt met een door u aan alle kerken gericht schrijven waarin u uitspreekt, dat in de Toelichting inzake een belangrijk punt van de met u gehouden samenspreking een onjuistheid voorkomt. U zult verstaan, dat het de wensch is van de synode, dat dit punt van misverstand opgehelderd worde. Daarom komen we opnieuw tot u met bovenstaand verzoek. Eveneens zoeken wij deze samenspreking met u, omdat de synode ons opdroeg, een woord van vermaan tot u te doen uitgaan. We zouden het op prijs stellen, dit in een samenspreking te doen in het hartelijk verlangen dat God ons door deze samenspreking moge leiden op een | |
[pagina 269]
| |
weg, die voor ons allen tot vreugde zou zijn, voor onze kerken tot zegen en tot Gods eer. Wij zijn doordrongen van de ernst en de verantwoordelijkheid zúlk een verlangen tegenover u te uiten, vooral wanneer wij denken aan uw laatste schrijven. Moge God echter u en ons al het licht schenken, dat we noodig hebben.
Met heilbede en br.gr. namens het moderamen, w.g. dr. G.C. Berkouwer, praeses w.g. dr. J. Hoek, scriba |
|