Verzamelde werken 1942-1944

[p. 264]

71. Generale Synode van Utrecht 1943-1945 aan Schilder d.d. 23/24 juni 1944^1.

Utrecht, 23 juni 1944

Weleerwaarde hooggeleerde heer en broeder,

Hierbij brengen wij ter uwer kennis, dat de synode besloot de op u toegepaste schorsing als hoogleeraar aan de Theologische Hoogeschool te Kampen en als emeritus-predikant van Rotterdam-Delfshaven met één maand te verlengen.

Een nader schrijven hierover zal u zoo spoedig mogelijk worden toegezonden.

Met heilbede en broedergroeten,

Namens de synode

(w.g. door het hele moderamen)

Den Haag, 24 juni 1944

Weleerwaarde hooggeleerde heer en broeder,

Hiermede doe ik u toekomen een afschrift van het ter generale synode ingediende en door haar behandelde en aangenomen rapport van de deputaten voor eventueele zwarigheden inzake de verlenging van uw schorsing. Het daarin voorkomende voorstel der deputaten is door de synode tot besluit verheven. Mocht de synode over een maand door omstandigheden buiten haar wil niet kunnen vergaderen, dan wordt de schorsing verlengd tot den tijd, waarop zij weer wel vergaderen kan.

1. Origineel in Archief-Schilder.

[p. 265]

Over enkele dagen hoopt het moderamen te voldoen aan de in het besluit sub 2e genoemde opdracht.^2.

Met heilbede en broedergroet,

namens de generale synode,

w.g. J. Hoek, scriba

2. Op 1 juni 1944 besloot de synode dat het moderamen nogmaals een bezoek aan Schilder zou brengen, samen met de deputatie die hem al eerder had bezocht (Acta 1943-1944, art. 417).
Op 23 juni 1944 werd openbaar gemaakt dat de synode de schorsing van Schilder met een maand had verlengd, ‘in de hoop, dat hij, na het einde van dien termijn, van genoegzame toenadering (in overeenstemming met het schorsingsbesluit) zal hebben blijk gegeven, zoodat de schorsing kan worden opgeheven’.
In het ‘Rapport inzake de verlenging van de schorsing van prof. dr. K. Schilder’ werd onder besluit 2e opgenomen: ‘aan het moderamen op te dragen aan prof. Schilder een ernstig woord van vermaan te richten, en indien het alsnog mogelijk zou blijken, met hem een samenspreking te hebben (eventueel met de drie deputaten)’.