Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
55. Curatorium van de Theologische Hogeschool te Kampen aan Schilder d.d. 22 mei 1944Ga naar voetnoot1.Curatoren der Theologische Hoogeschool te Kampen Leiden Rotterdam, 22 mei 1944
Den hooggeleerden heer prof. dr. K. Schilder,
Hooggeleerde heer en broeder,
Het curatorium der Theologische Hoogeschool, op 19 mei l.l. in buitengewone vergadering bijeen, heeft onder meer kennis genomen van uw schrijven van 7 april l.l. (in antwoord op den aan u gerichten brief van het cratorium d.d. 1 april). Naar aanleiding van dit antwoord besloot het curatorium, met algemeene stemmen, u als ons oordeel kenbaar te maken dat het buiten zijn bevoegdheid en taak als deputaten-curatoren der generale synode ligt om in de handelingen en besluiten der generale synode ten uwen opzichte, in te grijpen, maar dat het zich op de basis van deze handelingen en besluiten heeft te stellen en dienovereenkomstig te handelen. In dien zin hebt u dus ook te verklaren hetgeen wij u schreven, dat wij het betreuren ‘dat het daartoe komen moest’; wij ontleenden deze uitdrukking woordelijk aan een brief, door de Generale Synode aan ons college gezonden. De onderstreping van het woord moest (zooals u citeert) is door u aangebracht; zij wordt in onzen brief niet gevonden. Voorts wil het curatorium er zijn groote droefheid over uitspreken, dat u aan het slot van uw brief schrijft: ‘Wat hebt gij nog getuigenis van noode?’ ‘Der afsnijding waardig’, ‘Het is heden Goede Vrijdag’. Het doet ons leed, dat u gemeend hebt ons in dezen vorm te moeten schrijven, en, (wij althans kunnen het moeilijk anders verstaan) er niet voor teruggedeinsd zijt uzelf in deze zaak te vergelijken met onzen gezegenden Heiland, en derhalve de synode met het Sanhedrin. Wij vertrouwen, dat uzelf als u tot rustiger bezinning komt, betreuren zult, ons in dezen vorm geschreven te hebben, en ons een gezindheid toe te dichten, die wel zeer verre van ons is. Als u wist, hoezeer wij niet het minst om uws persoons wil, met groote bekommering vervuld zijn, van harte begeeren dat u in den rechten weg met de synode verzoend en voor onze Theologische Hoogeschool behouden moogt | |
[pagina 233]
| |
worden, en uw groote gaven verder dienstbaar zoudt kunnen maken aan de opleiding van dienaren des Woords, en aan het heil der kerken, en hoe vurig wij den Heere om dit alles hebben gebeden en nog bidden, dan zoudt u nalaten ons broederhart aldus te krenken. Gezien echter de verwarrende en moeilijke omstandigheden, waarin u verkeert, willen we u veel vergeven, al moeten we u toch met ernst blijven wijzen op uw groote verantwoordelijkheid, en u wijsheid Gods toewenschen, opdat u zulke beslissingen moogt nemen als tot zijn eer strekken en onze kerken en haar school ten zegen kunnen zijn.
Daartoe bevelen wij u opnieuw Gode en den Woorde zijner genade. Met broederlijken groet, namens het curatorium v.n.
w.g. H. Meijering, praeses F.C. Meyster, scriba |
|