Verzamelde werken 1942-1944

[p. 134]

30. Schilder aan de Generale Synode van Utrecht 1943-1945 d.d. 8 november 1943^1.

8 november 1943

Aan de Generale Synode der Gereformeerde Kerken, Utrecht 1943

Weleerwaarde en eerwaarde broeders,

In antwoord op de mij toegekomen convocatie tot uw zittingen van november 1943 moet ik u tot mijn spijt wederom melden, verhinderd te zijn daaraan gevolg te geven.

Voor de toezending van een exemplaar van het Praeadvies van uw Commissie I (betreffende ingebrachte bezwaren tegen uitspraken en besluiten van 1942) dank ik u.^2. Ik kreeg dit Praeadvies in handen nadat te dezer zake door u beslist was.

1. Origineel in Archief-Synode.

2. Dit Praeadvies van Commissie I inzake de bezwaarschriften tegen een zinsnede uit de Verklaring van Utrecht 1905 of (c.q. en) tegen de uitspraken van Sneek-Utrecht 1942 en tegen de daarop verschenen Toelichting (Agendum A 2-4, 6, 10, 11), werd door commissie I uitgebracht in antwoord op de vele bezwaren die uit de kerken tegen de leeruitspraken waren ingebracht. Het verscheen in druk bij J. Niemeijer te Groningen in 1943. De synode benoemde in deze commissie dr. A.D.R. Polman, ds. W.E. Gerritsma, dr. D.J. de Groot, ds. H. Veltman, de ouderlingen J. Hommes, G. Meima, J. Verwoerd en R. Zuidema samen met de praeadviserende leden dr. F.W. Grosheide en dr. J. Ridderbos. Blijkens pag. 3 van het Praeadvies was ds. H. Veltman, wegens een opgedaan lichamelijk letsel, niet aanwezig op ‘de meest beslissende vergadering’.
W.E. Gerritsma (1896-1959) was gereformeerd predikant te Aalten vanaf 1929. Hij was lid van de generale synoden van 1943 en 1946-47. Hij was enige jaren voorzitter van het Gereformeerd Schoolverband.
H. Veltman (1904-1982) was gereformeerd predikant te 's Hertogenbosch vanaf 1939. Na zijn schorsing maakte hij zich in 1945 vrij. Hij was lid van de Generale Synode van 1943. In de oorlogstijd was hij een centrum van de gereformeerde groepering die voor onderduikers zorgde. Vele jaren was hij hoofdredacteur van Ons Kerkblad voor de kerken in Utrecht.
G. Meima (1875-1948) was directeur van de Christelijke Kweekschool te Groningen.
Dit Praeadvies was bedoeld als antwoord van de synode op de ingebrachte bezwaren tegen de leeruitspraken. Het bewoog zich in de lijn van de Toelichting, maar versterkte de Kuyperiaanse inslag van de leeruitspraak over verbond en doop nog meer. Het werd aan de bezwaarden toegezonden, waarbij de synode de verwachting uitsprak ‘dat de bezwaarde broeders door de in het rapport der praeadviseerende commissie bijgebrachte argumenten van de juistheid der betrokken uitspraken overtuigd zullen worden’. Het was bedoeld als olie op de golven, maar werkte als olie op het vuur.

[p. 135]

U bij de behandeling van de resteerende agendapunten schriftuurlijke leiding toewenschende, verblijf ik,

hoogachtend, Uw br.