Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
29. Schilder aan het curatorium van de Theologische Hogeschool te Kampen d.d. 13 oktober 1943Ga naar voetnoot1.Weleerw. zeergel. heer ds. F.C. Meijster, secretaris curatorium Theol. Hoogeschool, Rotterdam
Weleerwaarde zeergeleerde heer,
In antwoord op uw brief van 6 oct. 1943, betreffende mijn geopprimeerden brief aan curatoren, geschreven ‘tegen september 1942’, en bestemd voor hun vergadering van 31 aug. 1942, in welken brief ik officieel, met het oog op de te schrijven Acta, alsmede met het oog op de officieele rapporten van curatoren ter zake van hun (al of niet) voldoen aan de hun door de synode van Sneek gegeven opdracht, mijn standpunt in dezen te kennen gaf, heb ik de eer, u het volgende te melden. Eerst constateert u, dat ‘volgens wensch van den praeses’ ‘in deze korte vergadering’ (waarin evenwel ‘zeer belangrijke punten’ aan de orde kwamen) ‘alleen berichten van verhindering’ gelezen werden. Maar later constateert u, dat ‘voor voorlezing van dezen brief’ de ‘tijd heeft ontbroken’, omdat de korte vergadering door de zeer belangrijke punten van den penningmeester in beslag werd genomen. De eerste opmerking geeft den indruk, dat de praeses oppressie van mijn brief wenschte; de tweede, dat hij ze niet wenschte, doch noodgedwongen hem aan de vergadering onthield. Maar hiermede is mijn vraag nog niet beantwoord. Ik zond een brief, bestemd voor die vergadering, aan u als haar secretaris. Die brief raakte rechtstreeks het agendumpunt, en had formeele beteekenis; hetgeen ook wel blijkt uit het feit, dat, ware hij aan curatoren op tijd doorgegeven, uw handteekening onder brieven van de door u als ‘synode’ beschouwde instantie minder gemakkelijk zou zijn geplaatst, wijl in dat geval hun inhoud anders had moeten luiden. Mede met het oog hierop ben ik zoo vrij, mijn vraag te herhalen: wie verantwoordelijk is (zijn) voor het niet-doorgeven van bedoelden brief aan de curatorenvergadering, waarvoor hij bestemd was, de vergadering van 31 aug. 1942. Is u daarvoor alleen verantwoordelijk? Of mede de praeses, ds. H.H. Schoemakers? Of het moderamen der vergadering? En werd daarover ook een advies ontvangen van buiten het moderamen? | |
[pagina 133]
| |
Als u verklaart, van meening te zijn, dat u mij reeds voldoende hebt ingelicht, wijs ik daartegenover op het feit, dat ik tegen de oppressie van mijn brief bij het curatorium heb geprotesteerd, en daarop verder niets meer hoorde. Althans niet van u in qualiteit van secretaris van het curatorium. U dankende voor het overbrengen van de ‘heilbede der curatoren’ en met daarmee parallel loopende bede om een broederlijk antwoord op mijn vraag, verblijf ik met beleefden groet,
hoogachtend, uw dw. |
|